1) Microscopen
lichtmicroscoop
resolutie = hoever moeten objecten gescheiden zijn om ze
als afzonderlijke entiteiten te kunnen waarnemen?
- Oog: 0,2 mm
- Lichtmicroscoop: 0,25 µm
Fluorescentie microscoop
= detectie van fluorescente kleurstoffen
Confocale fluorescentie microscoop
= Met lasers scannen ze het object op
verschillende diepten
➔ 3D beeld
➔
Super-resolutie fluorescentie microscoop (rechts)
Resolutie tot 20 nm
Elektronen microscoop
= Beeld gevormd door elektronen die
door objectoppervlak weerkaatst worden
Hoogste resolutie!
, Levende cellen hebben dezelfde
basis-chemie
Prokaryoten
- Meest diverse groep
- Bacteriën en archaea
- Ze hebben geen celorganellen
- Celwand aanwezig
Eukaryoten
- Planten, dieren en schimmels
- Meer structuur aanwezig
2) Eukaryoten cel:
Eukaryoten familie
! fungi zijn nauw verwant aan dieren !
- Celmembraan
Dubbele laag fosfolipiden, cholesterol eiwitten
- Celkern
Bevat genetisch materiaal, omgeven door dubbel membraan met kernporiën
Nucleolus aanwezig → aanmaak ribosoom onderdelen
Chromosomen = gecondenseert en opgerold DNA (bij celdeling)
, - Mitochondriën
Dubbel membraan (binnenste vormt instulpingen = cristae en buitenste = matrix).
Bevat eigen DNA (ingekomen door bacteriën)
energieproductie → belangrijk voor metabolisme
- Chloroplasten
In plantencel aanwezig.
Vangen energie van zonlicht op
- Endoplasmatisch reticulum, ER
Aanwezig doorheen hele cel
o Glad ER → lipiden synthese
o Ruw ER → eiwit synthese, bevat ribosomen
- Golgi-apparaat
Bevat golgi cisterne en golgi vesikels
Afwerking van eiwitten
- Lysosomen
Afbraak van materiaal, terug vrijstellen en afvoeren.
- Cytosol
Vloeistof, alles wat geen organellen zijn.
- Ribosomen
Eiwit synthese
Ook prokaryoten hebben ribosomen
- Centriolenpaar
2 staafjes loodrecht, opgebouwd uit microtubuli
Verdeelt genetisch materiaal tijdens celdeling
- Cytoskelet
Geraamte van cellen
Bestaat uit 3 filamenten:
o Actine: klein, lang, draadvormig
o Microtubuli: dikste, holle vezels die bestaan tubuline
▪ Vormen spoelfiguur bij celdeling
, o Intermediaire filamenten: tussenin van dikte, kris kras over heel cel.
Vesiculair transport:
Endocytose = membraan stulpt in rond molecule dat wordt
opgenomen
Exocytose (vesikels afgescheiden door golgi apparaat) =
vesikel met molecule versmelt met celmembraan en
molecule komt vrij
3) Modelorganismen
- E colli → delen snel, goedkoop
- Gist → studie van celdeling
- Zandraket
- Caenorhabditis elegans → differentiatie bestuderen
- Fruitvliegje → snel voortplanten, goedkoop
- Zebravis → medicatie uit testen