Liv Steenbeek 2024-2025
KOM:
OPERATIONALISERING
Liv Steenbeek
20244888 – Politieke Wetenschappen
0
,Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1: DE PROBLEEMSTELLING..........................................................1
HOOFDSTUK 2: VERDUIDELIJKING VAN HET ONDERZOEKSTYPE.........................4
HOOFDSTUK 3: VAN UNIVERSUM NAAR STEEKPROEF.......................................5
3.1 UNIVERSUM.................................................................................................................. 5
3.2 OMVANG EN VERDELING VAN HET UNIVERSUM.....................................................................5
3.3 STEEKPROEF................................................................................................................. 5
3.4 ONDERZOEKSPLAN, EXTERNE VALIDITEIT EN SELECTIEBIAS......................................................5
3.4.1 Onderzoeksplan.................................................................................................5
3.4.2 Externe validiteit en selectiebias.......................................................................6
3.4.3 Externe validiteit en selectiebias in kaart brengen............................................6
HOOFDSTUK 4: DE INDICATOREN UITWERKEN IN QUALTRICS EN DE VALIDERING
BEOORDELEN................................................................................................ 8
4.1 VOORBEELDWEERGAVE IN QUALTRICS................................................................................8
4.2 BEOORDELING MEETINSTRUMENT......................................................................................8
HOOFDSTUK 5: CODEPLAN.............................................................................9
HOOFDSTUK 5: LOGBOEK.............................................................................19
BIJLAGE GEBRUIK VAN AI HULPTOOLS...........................................................20
BIBLIOGRAFIE.............................................................................................. 21
, Liv Steenbeek 2024-2025
Hoofdstuk 1: De probleemstelling
Sinds de 21e eeuw besteden onderzoekers in toenemende mate aandacht aan het fenomeen
affectieve polarisatie (Druckman & Levendusky, 2019; Harteveld, 2021; Iyengar et al., 2012; Reiljan,
2020; Van Erkel & Van Aelst, 2024; Wagner, 2021). Affectieve polarisatie verwijst naar de mate
waarin mensen die zich identificeren met een specifieke partij, de tegenpartij (de ‘out-group’) niet
mogen of wantrouwen, terwijl ze tegelijkertijd positieve opvattingen hebben over hun eigen partij en
haar aanhangers (de ‘in-group’) (Iyengar et al., 2019). Onderzoek van Martínez et al. (2023) en Nai
and Maier (2024) suggereert dat radicaal-rechtse partijen bijdragen aan een toename van affectieve
polarisatie. Leiders van deze partijen delen de samenleving vaak op in het zuivere volk versus de
corrupte elite (Mudde & Kaltwasser, 2017), wat leidt tot een sterk wantrouwen jegens politieke
tegenhangers. Affectieve polarisatie is echter niet uitsluitend aanwezig binnen radicaal-rechtse
partijen; ook binnen mainstream partijen komt het voor (Harteveld, 2021).
De centrale vraag gesteld in dit onderzoek is dan ook: bij welke ideologische positie is affectieve
polarisatie sterker aanwezig? Om deze vraag te beantwoorden, zal in dit onderzoek worden gericht
op het verband tussen affectieve polarisatie en stemvoorkeur op de links-rechts as bij Vlaamse
jongvolwassenen tussen de 18 en 23 jaar. De onderzoeksvraag luidt: "Wat is het verband tussen
affectieve polarisatie en stemvoorkeur op een links-rechts as bij Vlaamse jongvolwassenen tussen
18 en 23 jaar?”.
Affectieve polarisatie werd oorspronkelijk onderzocht binnen de context van het Amerikaanse
tweepartijenstelsel, waar de scheiding tussen in- en out-group duidelijk is (Iyengar et al., 2019). Daar
In Vlaanderen is er echter sprake van een meerpartijenstelsel, waarbij kiezers keuze hebben uit een
groot aantal partijen. Bij een stelsel van deze soort is het complexer om afkeer tegenover de out-
group te meten, doordat partijen zich afzetten tegen niet één, maar meerdere partijen en tegelijk
ook weer aansluiting kunnen vinden bij één of meerdere partijen. Het kan daarom zijn dat een kiezer
zich ideologisch aansluit bij meerdere partijen in plaats van een stemvoorkeur te hebben voor slechts
één partij (Wagner, 2021). Hierdoor wordt het moeilijker om affectieve polarisatie waar te nemen
aan de hand van voorkeur voor een partij.
Om affectieve polarisatie te onderzoeken binnen de context van een meerpartijenstelsel zal ik kijken
naar de positionering van Vlaamse partijen op de links-rechts as, zoals vastgelegd in de dataset van
Walgrave et al. (2025), gebaseerd op de federale verkiezingen van 2024. Volgens deze dataset is
Groen de meest linkse Vlaamse partij en Vlaams Belang de meest rechtse. Respondenten zullen
1
KOM:
OPERATIONALISERING
Liv Steenbeek
20244888 – Politieke Wetenschappen
0
,Inhoudsopgave
HOOFDSTUK 1: DE PROBLEEMSTELLING..........................................................1
HOOFDSTUK 2: VERDUIDELIJKING VAN HET ONDERZOEKSTYPE.........................4
HOOFDSTUK 3: VAN UNIVERSUM NAAR STEEKPROEF.......................................5
3.1 UNIVERSUM.................................................................................................................. 5
3.2 OMVANG EN VERDELING VAN HET UNIVERSUM.....................................................................5
3.3 STEEKPROEF................................................................................................................. 5
3.4 ONDERZOEKSPLAN, EXTERNE VALIDITEIT EN SELECTIEBIAS......................................................5
3.4.1 Onderzoeksplan.................................................................................................5
3.4.2 Externe validiteit en selectiebias.......................................................................6
3.4.3 Externe validiteit en selectiebias in kaart brengen............................................6
HOOFDSTUK 4: DE INDICATOREN UITWERKEN IN QUALTRICS EN DE VALIDERING
BEOORDELEN................................................................................................ 8
4.1 VOORBEELDWEERGAVE IN QUALTRICS................................................................................8
4.2 BEOORDELING MEETINSTRUMENT......................................................................................8
HOOFDSTUK 5: CODEPLAN.............................................................................9
HOOFDSTUK 5: LOGBOEK.............................................................................19
BIJLAGE GEBRUIK VAN AI HULPTOOLS...........................................................20
BIBLIOGRAFIE.............................................................................................. 21
, Liv Steenbeek 2024-2025
Hoofdstuk 1: De probleemstelling
Sinds de 21e eeuw besteden onderzoekers in toenemende mate aandacht aan het fenomeen
affectieve polarisatie (Druckman & Levendusky, 2019; Harteveld, 2021; Iyengar et al., 2012; Reiljan,
2020; Van Erkel & Van Aelst, 2024; Wagner, 2021). Affectieve polarisatie verwijst naar de mate
waarin mensen die zich identificeren met een specifieke partij, de tegenpartij (de ‘out-group’) niet
mogen of wantrouwen, terwijl ze tegelijkertijd positieve opvattingen hebben over hun eigen partij en
haar aanhangers (de ‘in-group’) (Iyengar et al., 2019). Onderzoek van Martínez et al. (2023) en Nai
and Maier (2024) suggereert dat radicaal-rechtse partijen bijdragen aan een toename van affectieve
polarisatie. Leiders van deze partijen delen de samenleving vaak op in het zuivere volk versus de
corrupte elite (Mudde & Kaltwasser, 2017), wat leidt tot een sterk wantrouwen jegens politieke
tegenhangers. Affectieve polarisatie is echter niet uitsluitend aanwezig binnen radicaal-rechtse
partijen; ook binnen mainstream partijen komt het voor (Harteveld, 2021).
De centrale vraag gesteld in dit onderzoek is dan ook: bij welke ideologische positie is affectieve
polarisatie sterker aanwezig? Om deze vraag te beantwoorden, zal in dit onderzoek worden gericht
op het verband tussen affectieve polarisatie en stemvoorkeur op de links-rechts as bij Vlaamse
jongvolwassenen tussen de 18 en 23 jaar. De onderzoeksvraag luidt: "Wat is het verband tussen
affectieve polarisatie en stemvoorkeur op een links-rechts as bij Vlaamse jongvolwassenen tussen
18 en 23 jaar?”.
Affectieve polarisatie werd oorspronkelijk onderzocht binnen de context van het Amerikaanse
tweepartijenstelsel, waar de scheiding tussen in- en out-group duidelijk is (Iyengar et al., 2019). Daar
In Vlaanderen is er echter sprake van een meerpartijenstelsel, waarbij kiezers keuze hebben uit een
groot aantal partijen. Bij een stelsel van deze soort is het complexer om afkeer tegenover de out-
group te meten, doordat partijen zich afzetten tegen niet één, maar meerdere partijen en tegelijk
ook weer aansluiting kunnen vinden bij één of meerdere partijen. Het kan daarom zijn dat een kiezer
zich ideologisch aansluit bij meerdere partijen in plaats van een stemvoorkeur te hebben voor slechts
één partij (Wagner, 2021). Hierdoor wordt het moeilijker om affectieve polarisatie waar te nemen
aan de hand van voorkeur voor een partij.
Om affectieve polarisatie te onderzoeken binnen de context van een meerpartijenstelsel zal ik kijken
naar de positionering van Vlaamse partijen op de links-rechts as, zoals vastgelegd in de dataset van
Walgrave et al. (2025), gebaseerd op de federale verkiezingen van 2024. Volgens deze dataset is
Groen de meest linkse Vlaamse partij en Vlaams Belang de meest rechtse. Respondenten zullen
1