PATIENTENRECHTEN WET
1
, 1. VOOR WIE?
1.1 PATIËNT
= De natuurlijke persoon die gezondheidszorg ontvangt, al dan niet op eigen verzoek.
Op eigen verzoek
Op verzoek van de vertegenwoordiger
Spoedhulp
In opdracht van een derde
1.1.1 RECHT OP BERTROUWENSPERSOON
Keuze van vertrouwenspersoon is in beginsel vrij
o Familie
o Vriend
o Andere beroepsbeoefenaar
Verschillend van de ‘door de patiënt aangewezen vertegenwoordiger’
o Vertrouwenspersoon: ondersteunt de patiënt, maar de patiënt blijft zelf
beslissingen nemen.
o Vertegenwoordiger: neemt beslissingen namens de patiënt wanneer deze
daartoe niet meer in staat is.
1.2 BEROEPSBEOEFENAARS
= Gezondheidszorgbeoefenaars wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen
= Artsen, tandartsen, vroedvrouwen, apothekers, kinesitherapeuten,
verpleegkundigen, klinisch psychologen/orthopedagogen, paramedici, zorgkundigen
Beoefenaars van ‘niet-conventionele’ praktijken (osteopaat, homeopaat,…)
2
, Hoewel de Wet op de Patiëntenrechten voornamelijk gericht is op zorgverleners, kunnen
ook niet-gezondheidszorgberoepen verplichtingen hebben rond privacy, vertrouwelijkheid
en het respecteren van de rechten van patiënten, zeker wanneer zij toegang hebben tot
gezondheidsinformatie of betrokken zijn bij activiteiten die de gezondheid van patiënten
beïnvloeden. (vb. student vpk, mantelzorger).
1.3 ZORGVOORZIENINGEN (ONRECHTSTREEKS!)
Kwaliteitswet/ Wet Patiëntenrechten legt essentieel verplichtingen op aan
o Individuele zorgbeoefenaars
o Niet aan instellingen
MAAR toch een hele reeks effecten op zorgvoorzieningen door:
o Inhoud/inzage van patiëntendossier
o Vrije keuze/praktijkinformatie
o Aanwezigheid vertrouwenspersoon
2. SAMENWERKINGSPLICHT
2.1 PLICHT VAN DE PATIËNT
De gezondheidszorgbeoefenaar en de patiënt werken samen aan de optimale
verstrekking van gezondheidszorg voor de patiënt.
De patiënt en de gezondheidszorgbeoefenaar gedragen zich respectvol tegenover
elkaar, andere patiënten en andere gezondheidszorgbeoefenaars”.
Bv. Informatie verstrekken; therapietrouw
Obliegenheit/ Schadebeperkingsplicht
2.2 OVERLEL IN DE GEZONDHEIDSZORG
Multidisciplinair overleg
In het belang van de patiënt
Overleg met de naasten op verzoek van de patiënt
3. DE PATIËNTENRECHTEN
3.1 RECHT OP KWALITEITSVOLLE ZORG
3.1.1 KWALITEITSVOLLE DIENSTVERLENING
Patiënt heeft zonder enig onderscheid op welke grond ook, tegenover de zorgverlener recht
op kwaliteitsvollle dienstverlening die beantwoordt aan zijn behoeften = BASISPRINCIPE
= Bonus pater familias
3.1.2 RECHT OP RESPECT VOOR PATIËNTENAUTONOMIE
3
1
, 1. VOOR WIE?
1.1 PATIËNT
= De natuurlijke persoon die gezondheidszorg ontvangt, al dan niet op eigen verzoek.
Op eigen verzoek
Op verzoek van de vertegenwoordiger
Spoedhulp
In opdracht van een derde
1.1.1 RECHT OP BERTROUWENSPERSOON
Keuze van vertrouwenspersoon is in beginsel vrij
o Familie
o Vriend
o Andere beroepsbeoefenaar
Verschillend van de ‘door de patiënt aangewezen vertegenwoordiger’
o Vertrouwenspersoon: ondersteunt de patiënt, maar de patiënt blijft zelf
beslissingen nemen.
o Vertegenwoordiger: neemt beslissingen namens de patiënt wanneer deze
daartoe niet meer in staat is.
1.2 BEROEPSBEOEFENAARS
= Gezondheidszorgbeoefenaars wet Uitoefening Gezondheidszorgberoepen
= Artsen, tandartsen, vroedvrouwen, apothekers, kinesitherapeuten,
verpleegkundigen, klinisch psychologen/orthopedagogen, paramedici, zorgkundigen
Beoefenaars van ‘niet-conventionele’ praktijken (osteopaat, homeopaat,…)
2
, Hoewel de Wet op de Patiëntenrechten voornamelijk gericht is op zorgverleners, kunnen
ook niet-gezondheidszorgberoepen verplichtingen hebben rond privacy, vertrouwelijkheid
en het respecteren van de rechten van patiënten, zeker wanneer zij toegang hebben tot
gezondheidsinformatie of betrokken zijn bij activiteiten die de gezondheid van patiënten
beïnvloeden. (vb. student vpk, mantelzorger).
1.3 ZORGVOORZIENINGEN (ONRECHTSTREEKS!)
Kwaliteitswet/ Wet Patiëntenrechten legt essentieel verplichtingen op aan
o Individuele zorgbeoefenaars
o Niet aan instellingen
MAAR toch een hele reeks effecten op zorgvoorzieningen door:
o Inhoud/inzage van patiëntendossier
o Vrije keuze/praktijkinformatie
o Aanwezigheid vertrouwenspersoon
2. SAMENWERKINGSPLICHT
2.1 PLICHT VAN DE PATIËNT
De gezondheidszorgbeoefenaar en de patiënt werken samen aan de optimale
verstrekking van gezondheidszorg voor de patiënt.
De patiënt en de gezondheidszorgbeoefenaar gedragen zich respectvol tegenover
elkaar, andere patiënten en andere gezondheidszorgbeoefenaars”.
Bv. Informatie verstrekken; therapietrouw
Obliegenheit/ Schadebeperkingsplicht
2.2 OVERLEL IN DE GEZONDHEIDSZORG
Multidisciplinair overleg
In het belang van de patiënt
Overleg met de naasten op verzoek van de patiënt
3. DE PATIËNTENRECHTEN
3.1 RECHT OP KWALITEITSVOLLE ZORG
3.1.1 KWALITEITSVOLLE DIENSTVERLENING
Patiënt heeft zonder enig onderscheid op welke grond ook, tegenover de zorgverlener recht
op kwaliteitsvollle dienstverlening die beantwoordt aan zijn behoeften = BASISPRINCIPE
= Bonus pater familias
3.1.2 RECHT OP RESPECT VOOR PATIËNTENAUTONOMIE
3