Samenvatting basisaspecten dierenziekten
Algemene indruk
● algemene indruk = visuele & auditieve beoordeling van een patiënt op afstand
BEWUSTZIJNSNIVEAU
● wilde dieren:
- alert: wakker, attent en actief, met verhoogde staat van bewustzijn van zijn
omgeving
- fight or flight-reactie
→ grote hoeveelheden adrenaline & cortisol → stijging bloeddruk & hartslag,
opspannen v/d spieren, haren staan overeind, scherpere zintuigen,
pijgevoeligheid daalt
● verschillende niveaus verminderd bewustzijn:
- lethargie: toestand van extreme vermoeidheid of slaperigheid, waarbij het
dier weinig energie of interesse toont in activiteiten
→ niet kunnen reageren (fysiek) >< apathie (niet willen reageren) (mentaal)
- stopor: erg slaperig maar reageren nog op prikkels
- stupor: lijken in constante slaap maar zijn nog wakker te krijgen met sterke
prikkels
- coma: volledig buiten bewustzijn en zal op geen enkele prikkel reageren
GEDRAG
● fysiologisch gedrag = normaal, gezond gedrag dat past binnen het normaal
functioneren v/h lichaam en de natuurlijke behoeften v/h dier (overleving,
voortplanting, voeding & sociaal functioneren)
- affiliatief gedrag (positief) vs. agonistisch gedrag (negatief)
● pathologisch gedrag = abnormaal gedrag gerelateerd aan gezondheidsproblemen,
pijn of mentale dysfunctie
- apathie: gebrek aan motivatie, emotie, interesse & enthousiasme
- zelfmutilatie: schaden v/h eigen lichaam (vederpikken, overmatig grooming,
hoofdstoten, zichzelf bijten)
- compulsief gedrag (dwangneuroses): rituele handelingen als reactie op
dwangmatige gedachte
- stereotiep gedrag: herhaaldelijk, onveranderlijk gedrag dat geen duidelijk
doel dient
(agressie, anorexia (verminderde eetlust), hyperactiviteit, hypersensitiviteit,
dementie, angstaanvallen, incontinentie, desoriëntatie, etc.)
,HOUDING
● decubitus: niet meer kunnen staan (liggend)
→ algemeen: zijlig ernstiger dan buiklig
● bolle, v/d rug
● stram staan, hoofd naar beneden (bv bij paarden), gestrekte hals
● dik zitten (vogels)
● torticolli (scheve kop) (bv bij konijnen door oorinfectie)
● evenwicht verleggen → pijnlijke ledematen ontlasten
● kyfose: kromme rug
● lordose: ingezakte rug
(FACIALE) EXPRESSIE
● gezichtsuitdrukkingen
● stand v/d oren
● houding v/d staart
● knaagdieren: ogen dichtknijpen → pijn
→ sterk soortafhankelijk!
GANG
= manier waarop een dier zich voortbeweegt
● manken
● ataxie: verliezen van bewegingscoördinatie
● abnormale manier van wandelen/lopen (bv: Wobbler bij paarden)
● stram bewegen
● evenwichtsstoornissen, cirkelgang
LICHAAMSBOUW
● stand v/d ledematen:
- valgus: x-benen
- varus: o-benen
● abnormale verhoudingen: voorkant tov. achterkant lichaam, kop tov. lichaam
● abnormale buikomvang (malnutritie, cushing disease, wormen, etc.)
● spieratrofie: verlies van spieren (kan lokaal voorkomen)
● rariteiten (extra ledematen, etc.)
VOEDINGSTOESTAND
● cachexie: staat van totale uitputting: extreem mager, spieratrofie over het gehele
lichaam
● BCS: body condition score: score in welke voedingstoestand een dier zich bevindt
- cachectisch - mager - goede conditie - overgewicht - obesitas - adipeus
→ sterk soortafhankelijk
● adipositas: extreme vetzucht
→ groot risico op hart- & vaatziekten, gewrichtsproblemen, ademhalingsstoornissen,
gedaalde fertiliteit, etc.
, VACHT/HUID
huidproblemen = dermatologische afwijkingen
● abnormale vachtgroei (bv: cushing disease bij paarden)
● abnormale vacht/huidskleur (bv: koperbril door Cu tekort bij koeien)
● alopecie: acute of chronische haaruitval
● doffe vacht
● pigmentatie v/d huid: hyperpigmentatie & depigmentatie
● abnormale huidgeur
● roodheid, uitslag, wonden, schilfers
ABNORMALE GELUIDEN
● aandoeningen ter hoogte v/h ademhalingsstelsel:
- verliezen van stem
- geluiden tijdens ademen: rochelen, piepen, ggg-geluid, opvallend ademen,
snurken
- hoesten, niezen
● maagdarmstelsel:
- hoorbare maag- of darmgeluiden
- overdreven flatulentie
● gewrichtsaandoeningen: knapgeluiden tijdens het wandelen
Anamnese & Symptomen
VASTSTELLEN SYMPTOMEN
● symptomen = ziekteverschijnsel dat van betekenis is voor het herkennen v/d ziekte
- inwendig >< uitwendig
(vast te stellen via)
- algemene indruk
- anamnese
- algemeen lichamelijk onderzoek
- bijkomende onderzoeken
● anamnese = gesprek tussen eigenaar v/d patiënt en zorgverlener met betrekking tot
de voorgeschiedenis, algemeen functioneren, de omgeving & relevante
omstandigheden van zijn ziekte of probleem
ALGEMEEN LICHAMELIJK ONDERZOEK
= klinisch onderzoek = niet concentreren op de eigenlijke klacht, maar een beoordeling v/d
volledige toestand v/h dier adhv. non-invasieve handelingen
● non-invasief = handelingen die geen mogelijke pijn kunnen veroorzaken bij de
patiënt. Het kan hoogstens voor wat stress zorgen
Algemene indruk
● algemene indruk = visuele & auditieve beoordeling van een patiënt op afstand
BEWUSTZIJNSNIVEAU
● wilde dieren:
- alert: wakker, attent en actief, met verhoogde staat van bewustzijn van zijn
omgeving
- fight or flight-reactie
→ grote hoeveelheden adrenaline & cortisol → stijging bloeddruk & hartslag,
opspannen v/d spieren, haren staan overeind, scherpere zintuigen,
pijgevoeligheid daalt
● verschillende niveaus verminderd bewustzijn:
- lethargie: toestand van extreme vermoeidheid of slaperigheid, waarbij het
dier weinig energie of interesse toont in activiteiten
→ niet kunnen reageren (fysiek) >< apathie (niet willen reageren) (mentaal)
- stopor: erg slaperig maar reageren nog op prikkels
- stupor: lijken in constante slaap maar zijn nog wakker te krijgen met sterke
prikkels
- coma: volledig buiten bewustzijn en zal op geen enkele prikkel reageren
GEDRAG
● fysiologisch gedrag = normaal, gezond gedrag dat past binnen het normaal
functioneren v/h lichaam en de natuurlijke behoeften v/h dier (overleving,
voortplanting, voeding & sociaal functioneren)
- affiliatief gedrag (positief) vs. agonistisch gedrag (negatief)
● pathologisch gedrag = abnormaal gedrag gerelateerd aan gezondheidsproblemen,
pijn of mentale dysfunctie
- apathie: gebrek aan motivatie, emotie, interesse & enthousiasme
- zelfmutilatie: schaden v/h eigen lichaam (vederpikken, overmatig grooming,
hoofdstoten, zichzelf bijten)
- compulsief gedrag (dwangneuroses): rituele handelingen als reactie op
dwangmatige gedachte
- stereotiep gedrag: herhaaldelijk, onveranderlijk gedrag dat geen duidelijk
doel dient
(agressie, anorexia (verminderde eetlust), hyperactiviteit, hypersensitiviteit,
dementie, angstaanvallen, incontinentie, desoriëntatie, etc.)
,HOUDING
● decubitus: niet meer kunnen staan (liggend)
→ algemeen: zijlig ernstiger dan buiklig
● bolle, v/d rug
● stram staan, hoofd naar beneden (bv bij paarden), gestrekte hals
● dik zitten (vogels)
● torticolli (scheve kop) (bv bij konijnen door oorinfectie)
● evenwicht verleggen → pijnlijke ledematen ontlasten
● kyfose: kromme rug
● lordose: ingezakte rug
(FACIALE) EXPRESSIE
● gezichtsuitdrukkingen
● stand v/d oren
● houding v/d staart
● knaagdieren: ogen dichtknijpen → pijn
→ sterk soortafhankelijk!
GANG
= manier waarop een dier zich voortbeweegt
● manken
● ataxie: verliezen van bewegingscoördinatie
● abnormale manier van wandelen/lopen (bv: Wobbler bij paarden)
● stram bewegen
● evenwichtsstoornissen, cirkelgang
LICHAAMSBOUW
● stand v/d ledematen:
- valgus: x-benen
- varus: o-benen
● abnormale verhoudingen: voorkant tov. achterkant lichaam, kop tov. lichaam
● abnormale buikomvang (malnutritie, cushing disease, wormen, etc.)
● spieratrofie: verlies van spieren (kan lokaal voorkomen)
● rariteiten (extra ledematen, etc.)
VOEDINGSTOESTAND
● cachexie: staat van totale uitputting: extreem mager, spieratrofie over het gehele
lichaam
● BCS: body condition score: score in welke voedingstoestand een dier zich bevindt
- cachectisch - mager - goede conditie - overgewicht - obesitas - adipeus
→ sterk soortafhankelijk
● adipositas: extreme vetzucht
→ groot risico op hart- & vaatziekten, gewrichtsproblemen, ademhalingsstoornissen,
gedaalde fertiliteit, etc.
, VACHT/HUID
huidproblemen = dermatologische afwijkingen
● abnormale vachtgroei (bv: cushing disease bij paarden)
● abnormale vacht/huidskleur (bv: koperbril door Cu tekort bij koeien)
● alopecie: acute of chronische haaruitval
● doffe vacht
● pigmentatie v/d huid: hyperpigmentatie & depigmentatie
● abnormale huidgeur
● roodheid, uitslag, wonden, schilfers
ABNORMALE GELUIDEN
● aandoeningen ter hoogte v/h ademhalingsstelsel:
- verliezen van stem
- geluiden tijdens ademen: rochelen, piepen, ggg-geluid, opvallend ademen,
snurken
- hoesten, niezen
● maagdarmstelsel:
- hoorbare maag- of darmgeluiden
- overdreven flatulentie
● gewrichtsaandoeningen: knapgeluiden tijdens het wandelen
Anamnese & Symptomen
VASTSTELLEN SYMPTOMEN
● symptomen = ziekteverschijnsel dat van betekenis is voor het herkennen v/d ziekte
- inwendig >< uitwendig
(vast te stellen via)
- algemene indruk
- anamnese
- algemeen lichamelijk onderzoek
- bijkomende onderzoeken
● anamnese = gesprek tussen eigenaar v/d patiënt en zorgverlener met betrekking tot
de voorgeschiedenis, algemeen functioneren, de omgeving & relevante
omstandigheden van zijn ziekte of probleem
ALGEMEEN LICHAMELIJK ONDERZOEK
= klinisch onderzoek = niet concentreren op de eigenlijke klacht, maar een beoordeling v/d
volledige toestand v/h dier adhv. non-invasieve handelingen
● non-invasief = handelingen die geen mogelijke pijn kunnen veroorzaken bij de
patiënt. Het kan hoogstens voor wat stress zorgen