Samenvatting Fluïda B sessie

OEFENINGEN FYSICA
Prof. Dr. A. Baeyens

1° BACHELOR BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN
Academiejaar 2019-2020

REEKS 5B - Fluïda

1) In een U-vormige buis die aan beide uiteinden open is wordt eerst water en dan olie
(die niet mengt met water) gegoten. Er ontstaat een evenwicht. (zie figuur). De
dichtheid van water bedraagt 1000 kg/m3. Hoe groot is de dichtheid van de olie?
(684 kg/m3)




2) Hoe snel stroomt het water uit een opening aan de onderkant van een 5 m hoog
waterreservoir? Laat de viscositeit buiten beschouwing. Veronderstel dat het
diameter van het reservoir zeer groot is in vergelijking met de diameter van de
opening. (9,90 m/s)

3) Een zwembad is 10 m breed, 12 m lang en 3 m hoog. Hoe groot moet de straal van
de aanvoerbuis voor de filter zijn zodat al het water in het zwembad elke 30 minuten
vervangen wordt? De stromingssnelheid in de aanvoerbuis voor de waterfilter
bedraagt 2 m/s. (0,178 m)

4) De straal van een bloedvat is door cholesterolaanslag gedaald tot 90% van zijn
oorspronkelijke waarde. Met welke factor dient het drukverschil over het bloedvat
verhoogd te worden om toch het oorspronkelijk volumedebiet te behouden? (1,52)

5) Bij elke hartslag wordt er ongeveer 70 cm3 bloed uit het hart gedrukt met een
gemiddelde druk van 105 mm Hg. Bereken het vermogen dat het hart levert als je
ervan uitgaat dat het 70 slagen per minuut maakt. (1,14 W)

6) Een rietje met een diameter van 3 mm en een lengte van 20 cm staat rechtop in een
glas gevuld met water. Het glas heeft een diameter van 10 cm. 6 cm van het rietje
steekt uit boven het wateroppervlak. Een kind zuigt op het rietje waardoor het
waterniveau zakt met een snelheid van 2 mm/s. Verwaarloos de viscositeit. Hoeveel
bedraagt het drukverschil tussen de atmosferische druk en de mond van het kind?
(3,05 . 103 Pa).

7) Omdat benzine een kleinere dichtheid heeft dan water, zullen vaten benzine in water
blijven drijven. Veronderstel dat een vat van 230 l helemaal gevuld is met benzine.
Welk volume staal kan dan gebruikt worden om het vat te maken als het met benzine
gevulde vat net onder het wateroppervlak moet blijven drijven. (dichtheid benzine =
680 kg/m3; dichtheid staal = 7800 kg/m3) (1,08 . 10-2 m3)


1

, 8) Er drijft een stuk hout met een massa van 1,50 kg in water. Aan het stuk hout wordt
met een touw een stuk lood gebonden. Welke massa moet dit lood minimaal hebben
om de combinatie te laten zinken. Verwaarloos de massa en het volume van het
touw. (dichtheid hout = 500 kg/m3, dichtheid lood = 11300 kg/m3) (1,65 kg)

9) Een patiënt heeft een bloedtransfusie nodig. Het bloed moet door een buisje stromen
dat de naald in het bloedvat verbindt met een “open” bloedzak die opgehangen is
boven de patiënt. De binnendiameter van de 25 mm lange naald is 0,60 mm en het
benodigde debiet is 2,0 cm3 bloed per minuut.
Hoe hoog met de bloedzak boven de naald opgehangen worden als de bloeddruk
0,013 atm boven de atmosferische druk is?
(ρbloed=1,05 . 103 kg/m3; ηbloed=4 . 10-3 Pas) (0,229 m)

10) Vier sproeikoppen in een tuin worden aangesloten op een leiding met een diameter
van 1,9 cm. Het water verlaat elke kop onder een hoek van 35° met de horizontaal en
bestrijkt een gebied met een straal van 7,0 m.
a. Bereken de snelheid van het water dat uit een sproeikop komt (verwaarloos
de luchtweerstand) (8,55 m/s)
b. De spuitopening van elke kop heeft een diameter van 3,0 mm. Hoeveel liter
water kunnen deze 4 koppen per seconde sproeien? (0,242 l/s)
c. Hoe snel stroomt het water in de aanvoerleiding? (0,853 m/s).




2