100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

SAMENVATTING WIJSBEGEERTE KINE

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
57
Geüpload op
20-06-2025
Geschreven in
2023/2024

Samenvatting van het vak wijsbegeerte in 2024.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
20 juni 2025
Aantal pagina's
57
Geschreven in
2023/2024
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

1. Wat is filosofie?

Een definitie voor filosofie = een opsomming van kenmerken die je vindt bij alle filosofen/filosofieën
en uitsluitend bij filosofen/filosofieën

Griekse filosoof Aristoteles: “Alle mensen verlangen van nature naar wijsheid en weten.”

Socrates: onverstoorbaar en eindeloos vragen stellen

Zeventiende-eeuwse Franse filosoof René Descartes: we worden vaak bedrogen door ons
gezichtsvermogen, denk maar aan optische illusies bv. Müller-Lyer illusie
- Het is niet onmogelijk dat ons denken voortdurend op een dwaalspoor wordt gezet door God
of een kwaadaardig genie (= malin génie)
- Descartes probeerde rond die twijfel een fundament/zekerheid, een systeem te bouwen
- MAAR kunnen we filosofen onderscheiden van niet-filosofen (bv. wetenschappers) o.b.v.
hun kritische geest?
 men kan kritisch zijn zonder onmiddellijk aan filosofie te doen
 zowel hedendaagse wetenschappers als filosofen zijn kritisch, zoeken naar waarheid…

PROBLEEM: filosofen gebruiken een waaier van methoden waarvan geen enkele uniek lijkt te
zijn voor de filosofie, andere methoden die wel uniek lijken te zijn, worden niet door alle
filosofen gebruikt

Eigen intuïtie (verschillende betekenissen)
 17de en 18de eeuw: Intuïtie is kennis die op onmiddellijke manier verkregen is
o Descartes: "Des idées claires et distinctes" (bijv. "Ik denk, dus ik ben").
 Ideeën/intuïties die geen degelijk mens zou durven betwijfelen
 20ste eeuw: Intuïtie is een spontane overtuiging  we beginnen over onderwerp te denken
o Common sense: Moeilijk te veranderen ondanks bewijs.
 Wetenschap: Intuïtie wordt ook door wetenschappers gebruikt en vervolgens getest door
experimenten. DUS GEEN uniek filosofisch element

Conceptuele Analyse
 Verduidelijken van concepten door ze op te splitsen in eenvoudigere begrippen.
o Voorbeeld: Kennis als ware, gerechtvaardigde overtuiging.
o Voorbeeld: Aan welke voorwaarden moet iets voldoen om een ziekte te zijn
 Gebruik: Niet alle/enkel filosofen gebruiken dit; ook in fysica, sociale wetenschappen,
biomedische wetenschappen.

Gedachte-experiment
 Instrument om zonder nieuwe empirische data, nieuwe info over een thema te verkrijgen
o Voordelen:
 Probleem verhelderen door visualisatie.
 Data leveren voor/tegen theorieën.
 Financiële, technologische en morele problemen omzeilen.
o Brain in a Vat:
 Onze hersenen zouden signalen kunnen krijgen die ons een illusie van de
werkelijkheid geven, waardoor we onze zekerheden in twijfel moeten
trekken.
 Onze zekerheden zijn dus GEEN fundamentele zekerheden


1

,  Niet uniek aan filosofie: Ook gebruikt in wetenschappen zoals economie, geschiedenis, fysica
(bijv. Albert Einstein met het lift-experiment: relativiteitstheorie).
 Experimentele filosofie: Empirisch-wetenschappelijke methoden kunnen soms bijdragen aan
het oplossen van traditionele filosofische problemen.

Filosofische Vragen
 Filosofie houdt zich bezig met abstracte en eigenaardige vragen.
o Voorbeelden: Wat is tijd? Bestaat tijd onafhankelijk van ons denken? Waarom lijkt
tijd maar in één richting te gaan?
 Wetenschappers zien filosofische vragen vaak als futiel, verwarrend, en bedreigend.
o Richard Feynman: "De wet van Humphrey" – Bewuste reflectie over een
geautomatiseerde taak belemmert de uitvoering ervan (bijv. duizendpoot die
struikelt nadat hij nadenkt over welke voet na de andere komt).

Filosofie en Wetenschap
 Veel filosofen hebben een voorliefde voor onbeantwoordbare vragen en fundamentele
problemen.
 Kritiek: Filosofie boekt geen vooruitgang, enkel nieuwe manieren om oude, onoplosbare
problemen te beschrijven of te begrijpen.
o Weerlegging: Vooruitgang is ook niet altijd evident in de wetenschap (volgens
Thomas Kuhn wisselen wetenschappelijke paradigma's elkaar af zonder echt op
elkaar voort te bouwen).
o Vooruitgang in filosofie: Sinds de moderne tijd zijn er talloze wetenschappen
ontstaan dankzij filosofie (bijv. psychologie).
 Isaac Newton omschreef zichzelf als filosoof met zijn werk "Philosophiae
Naturalis Principia Mathematica".
 Sommige filosofische vragen hebben geleid tot de vorming van nieuwe
wetenschappen. (Mathematica)
o Negatieve vooruitgang: We weten steeds beter wat de verkeerde antwoorden zijn op
fundamentele vragen, zelfs als we de juiste antwoorden nog niet kennen.
 Conclusie: Sommige vragen die we als onbeantwoordbaar beschouwen, kunnen mogelijk wel
een antwoord hebben, en omgekeerd.

Vier Deeldomeinen van Filosofie
Filosofie is een academische discipline die vier deeldomeinen omvat: metafysica, logica,
epistemologie, en ethiek. Maar deze deeldomeinen verschuiven het probleem soms: “Wat is
metafysica/logica…?”
Deeldomein 1: Metafysica
 Onderzoek: Bestudeert de aard en structuur van de wereld. (< Griekse oudheid)
 Vragen: Wat betekent het om te bestaan? Op welke basis kunnen we zeggen dat iets
bestaat? Bestaat alleen materie, of ook niet-materiële zaken?
 Voorbeelden:
o Bestaat tijd?
o Bestaat vrije wil?
o Bestaan natuurwetten?
o Bestaan getallen, en zo ja, hoe bestaan ze?
o Wat is de verhouding tussen lichaam en geest? Bestaat de geest?


2

,Deeldomein 2: Logica
 Onderzoek: Verklaart wat het betekent om deugdelijk/geldig te redeneren en argumenteren.
 Weerlegging van drogredenen:
o Slippery Slope: Als we A doen, zal B volgen en B is ongewenst, dus mogen we A niet
doen.
o Post hoc, ergo propter hoc: Als iets na iets anders gebeurt, is het veroorzaakt door
wat voorafging.  Voorbeeld van niet geldige redenering
o Affirming the Consequent: (P → Q, Q → P).
Deeldomein 3: Epistemologie (Kennisleer)
 Onderzoek: Buigt zich over de aard, structuur, en mogelijkheid van kennis.
 Vragen: Wat kunnen we weten? Hoe verwerven we kennis? Wat is zekere kennis? Wat
betekent het om overtuigd te zijn van iets?
 Voorbeeld: Epistemologisch gedachte-experiment “brain in a vat”.
Deeldomein 4: Ethiek (Moraalfilosofie)
 Onderzoek: Studie van principes betreffende goed en kwaad.
 Normatief Universum: Rechten, plichten, aanbevelingen, geboden, en verboden.
o Voorbeelden van niet-morele kwesties:
 Witte of rode wijn bij een visgerecht? (esthetische kwestie).
 Asbest laten verwijderen door een gespecialiseerde firma? (praktische of
juridische kwestie).
 Impact van klimaatverandering op toekomstige generaties? (ethische
kwestie).
 Trolley Probleem: Filosofisch gedachte-experiment over morele dilemma's.
Bv; 1 iemand of groep op het treinspoor, dikke man van brug duwen om de rest te redden
o Psychologen: In scenario 1 is het de plicht om 5 levens te redden, in scenario 2 is het
moreel verboden de man te duwen.
o Filosofen: Denken na over hoe mensen zouden moeten oordelen over dergelijke
dilemma's.
 Typische ethische thema's: Wat betekent het om het goede te doen of een goed persoon te
zijn? Wat is een goed leven?

Metafysica, Logica, Epistemologie, Ethiek: De vier hoofddeeldomeinen
van filosofie.
Specifieke Takken
1. Politieke Filosofie
o Onderdeel van: Ethiek.
2. Wetenschapsfilosofie
o Onderdeel van: Hoofdzakelijk epistemologie, maar omvat ook metafysische en
ethische aspecten.

Twee Deeldomeinen van Wetenschapsfilosofie
1. Algemene Wetenschapsfilosofie
o Onderzoek: Fundamentele filosofische kwesties gerelateerd aan wetenschap.




3

, o Vragen: Wat onderscheidt wetenschappelijke van niet-wetenschappelijke kennis?
Hoe onderscheiden we wetenschap van pseudowetenschap? Wat verklaart de
wetenschap en hoe?
2. Toegepaste Wetenschapsfilosofie
o Onderzoek: Filosofische vragen met betrekking tot specifieke wetenschappen zoals
biologie, klimaatwetenschappen of gentechnologie.
o Opmerking: Algemene wetenschapsfilosofen hebben een intrinsieke interesse in
wetenschap, terwijl toegepaste wetenschapsfilosofen kijken of onderzoeksresultaten
van een specifieke wetenschap filosofische problemen buiten die wetenschap
kunnen verhelderen.
Zeer Korte Geschiedenis van de Westerse Filosofie
Definitie en Evolutie
 Definitie (d.m.v. geschiedenis): Filosofie houdt zich bezig met wat zij zich altijd al heeft afgevraagd.
 Probleem: Deze definitie is gebaseerd op een drogreden (begging the question).
 Ontwikkeling: Filosofie werd voortdurend uitgedaagd door mythologie (antieke oudheid),
theologie (middeleeuwen), en wetenschappen (moderne tijd).

Oorsprong in het Oude Griekenland
 6de Eeuw v.Chr.: Westere filosofie ontstond in oude Griekland, samen met een bredere
maatschappelijke revolutie.
o Kenmerken:
 Stadstaten met eigen rechtspraak.
 Gelijke wetten door publieke debatten.
 Relativiteit door contact met vreemde culturen.
 Eerste Filosofen: Thales, Anaximander, Anaximenes (Milete).
o Thales: Alles bestond uit water & aarde dreef op kosmische zeeën
o Anaximander: Ongedefinieerde substantie, aarde als een ton.
o Anaximenes: Lucht als oorsprong van alles & aarde zweefde op luchtstromen

Piek van de Antieke Filosofie
 Plato en Aristoteles: debat over rol van zintuigen in opbouwen van kennis
o Plato: Zintuiglijke wereld is te veranderlijk voor echte kennis; naast deze wereld
bestaat een perfecte wereld.
o Aristoteles: Alles wat we nodig hebben om de natuur te beschrijven, is aanwezig in
de natuur zelf.
 Homines Universales: Behandelden diverse thema’s zoals vriendschap, liefde, het goede,
God, reïncarnatie, rechtvaardigheid, meteorologie.

Middeleeuwen: Filosofie en Christendom
 Kenmerken:
o Filosofie en christelijk geloof verbonden.
o Filosofie trachtte de kloof tussen theologie en filosofie te verzachten.
o Tactieken:
1. Veel geloofsovertuigingen kunnen met verstand bewezen worden.
2. Geloofsovertuigingen kunnen vertrekpunt zijn van verder filosofisch onderzoek.

Moderne Tijd: Wetenschappelijke Revolutie
 René Descartes en Isaac Newton: Werkten aan zowel wetenschap als filosofie.


4

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
Blokker Katholieke Universiteit Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
16
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
2
Documenten
11
Laatst verkocht
1 maand geleden
Blokker

3,0

1 beoordelingen

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen