H1: De oprichting van de Europese gemeenschappen (HC 1) Naoorlogse stappen naar Europese
integratie
I. Naoorlogse stappen naar Europese integratie
2 Europese integratie:
- Pogingen tot eenheid via verovering
- Gewelddadige pan-Europese staatsvorming
- Evolutie naar idee vreedzame samenwerking
- Begin 20e eeuw: plannen vrijwillige integratie
- Na WOII: chaos → gunstige context voor realisatie
3 Economische en militaire samenwerking:
- 19/09/1946: Churchill pleit in Zürich voor “United States of Europe”
- Doel: West-Europese samenwerking als tegengewicht Sovjet-Unie
- Churchill: VK niet actief deelnemen
- Benelux: douane-unie → economische unie (coördinatie econ., n., sociaal beleid)
- April 1948: Oprichting OEES (→ later OESO), verdeling Marshallhulp
- 17/03/1948: Verdrag van Brussel (militaire samenwerking FR, VK, Benelux)
- 04/04/1949: Oprichting NAVO
4 Congres van Den Haag:
- Mei 1948: internationaal congres in Den Haag
- Deelname prominente guren, incl. Duitse delegatie
- Resoluties:
• Multilateraal toezicht mensenrechten → vrijwaring democratie
• Economische/industriële/politieke samenwerking → vermijden oorlog in West-Europa
5 Raad van Europa:
- 05/05/1949: Ondertekening Statuut Raad van Europa → internationale organisatie
- Actieterrein: politiek, economisch, sociaal (breder dan EU)
- Zetel: Straatsburg, 46 lidstaten (vanaf maart 2022, na uitsluiting Rusland)
- Geleid door Comité van Ministers, geadviseerd door Parlementaire Vergadering
- Geen normatieve bevoegdheden: niet-bindende resoluties, ontwerpverdragen (enkel bindend na rati catie)
- Rol: discussieforum, maar geen harde uitvoering van ideeën
6 EVRM:
- 04/11/1950: Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM)
- Eerste uiting van supranationaliteit in Europese integratie
- Europees Hof voor de Rechten van de Mens → afdwingingsstructuur, Europees toezicht
- Klachten kunnen ingediend worden door staten, individuen, NGO’s, groepen
- Procedure: drie rechters (ontvankelijkheid), zeven rechters (uitspraak), Grote Kamer (zeventien rechters)
- Uitspraken van de Grote Kamer en kamers zijn bindend voor staten
II. Het EGKS-verdrag
7 Schuman-plan:
- 09/05/1950: Schuman lanceert plan voor gemeenschappelijk beleid kolen en staal
- Uitgewerkt door Jean Monnet, reactie op verzoek VS en VK om Duitsland te versterken
- Tegelijk: voorkoming derde Duitse oorlogsmachine
- Schuman: "integratie door concrete, afgebakende samenwerkingen"
- Hoge Autoriteit: onafhankelijk orgaan voor bindende maatregelen
- Functionele benadering van Europese integratie
8 EGKS:
- 18/04/1951: Ondertekening EGKS-Verdrag in Parijs door België, Duitsland, Frankrijk, Italië, Luxemburg,
Nederland
- Verdrag treedt in werking 23/07/1952, voor 50 jaar
- Doel: gemeenschappelijke markt voor kolen en staal
1
fi fi fi
, - Afscha ng van in- en uitvoerrechten, kwantitatieve beperkingen, en discriminatie
- Verbod op staatssteun en concurrentiebeperking
9 Instellingen (EGKS):
– EGKS-Verdrag = traité-loi, regels voor gemeenschappelijke markt kolen en staal
– Hoge Autoriteit: bevoegd tot bindende beschikkingen, samengesteld uit experten
– Bijzondere Raad van Ministers: politiek beslissingen in wisselwerking met Hoge Autoriteit
– Gemeenschappelijke Vergadering: controlerende taak (nationale parlementen)
– Hof van Justitie: controle op naleving recht bij uitleg en toepassing Verdrag
III.Plannen voor politieke samenwerking
10 Defensie-Gemeenschap (EDG):
- 27/05/1952: Ondertekening Verdrag Europese Defensie-Gemeenschap (EDG)
- Doel: militaire beveiliging tegen communisme, zonder Duitse herbewapening
- EDG-lidstaten stellen legercontingenten ter beschikking, beheerd door Commissariaat
- Instellingen: Raad, Gemeenschappelijke Vergadering, Hof van Justitie (EGKS)
- Plannen voor federale of confederale structuur (Europese Politieke Gemeenschap)
- 29/08/1954: Franse Assemblée stelt rati catie van EDG-Verdrag uit door binnenlandse weerstand (Gaullisten,
Communisten)
11 Militaire samenwerking:
- Oktober 1954: NAVO accepteert Bondsrepubliek Duitsland als lid
- 23/10/1954: Protocol van Parijs → Verdrag van Brussel omgevormd tot West-Europese Unie (WEU)
- Duitsland en Italië treden toe tot WEU
- WEU actief tot 31/03/2010, opgeheven door Verdrag van Lissabon (wederzijdse militaire bijstand)
IV. Het EEG-verdrag en het EGA-verdrag
12 Spaak-rapport:
- Na mislukking Europese Defensie-Gemeente, focus op sociaal-economische integratie
- Benelux en Actiecomité voor Verenigde Staten van Europa: relance européenne
- Plan Johan Willem Beyen: gemeenschappelijke markt + coördinatie marktondersteunend beleid
- 2/06/1955: Resolutie van Messina → goedkeuring van EGKS-lidstaten
- Spaak-rapport onder leiding van Paul-Henri Spaak (Belgisch minister Buitenlandse Zaken)
- Uiteindelijke doel: programma voor gemeenschappelijke markt + sociaal-economische evoluties
13 EEG:
- 25/03/1957: Ondertekening Verdrag van Rome (oprichting EEG)
- Inwerkingtreding: 01/01/1958
- Doelen: Gemeenschappelijke markt + coördinatie economisch beleid
- Artikel 2 EEG: Ambitieuze doelstellingen, gemeenschappelijke markt + economische vrijheid
- Artikel 3 EEG: 4 vrijheden (goederen, personen, diensten, kapitaal), harmonisatie wetgeving,
gemeenschappelijk douanetarief, handelspolitiek, mededingingsbewaking, beleid landbouw en vervoer,
coördinatie economisch beleid lidstaten
14 Euratom:
- 25/03/1957: Ondertekening Verdrag van Rome (Euratom-Verdrag)
- Inwerkingtreding: 01/01/1958
- Doelen: Snelle ontwikkeling kernenergie-industrie
- Artikel 2 EGA-Verdrag: Gemeenschappelijk beleid voor onderzoek, veiligheidsnormen, investeringen,
bevoorrading, gebruik kernenergie, eigendomsrecht splijtsto en, internationale contacten
- Gemeenschappelijke markt, maar geen gedetailleerde marktregeling zoals bij EGKS.
15 Traité-cadre:
- EEG-Verdrag: niet exhaustief, maar een traité-cadre
- Bevatte bepalingen over instellingen, besluitvorming, materieelrechtelijke basisregels
- "Kader" van het EEG-Verdrag leidde tot belangrijke regelgevingen
- Het Verdrag kan als een traité-constitution beschouwd worden.
16 Instellingen:
- EEG en EGA: voortbouwend op EGKS-instellingen (Commissie, Raad, Vergadering, Hof van Justitie)
- Besluitvorming: zwaartepunt bij de Raad, geen wetgevingsbevoegdheid voor Commissie
- Vergadering: later Europees Parlement, aanvankelijk beperkte rol
2
ffi fi ff
,- 8 april 1965: Fusieverdrag - één Raad, één Commissie voor de drie Gemeenschappen
- Fusieverdrag in werking: 1 juli 1967
- Verdrag van Amsterdam: wijzigde structuur, bevestigde gezamenlijke instellingen per Verdrag.
17 Communautaire methode:
– Doelstellingen en bevoegdheden EBG-Verdrag wijzigden door:
• Europese Akte (17, 28 februari 1986)
• EU-Verdrag (7 februari 1992)
• Verdrag van Amsterdam (2 oktober 1997)
• Verdrag van Nice (26 februari 2001)
• Verdrag van Lissabon (13 december 2007)
– Doelstellingen en bevoegdheden EGA bleven ongewijzigd
– Institutionele structuur grotendeels intact, met aanpassingen door wijzigingsverdragen
– Communautaire methode: besluitvorming door Raad op voorstel van Commissie (meerderheid),
samenwerking met Europees Parlement, Hof van Justitie voor regels en handhaving.
18 Reactie op EEG:
- Na ondertekening EEG-Verdrag, landen kozen voor economische samenwerking zonder volledige douane-
unie:
• Denemarken, Noorwegen, Oostenrijk, Portugal, VK, Zweden, Zwitserland
– 4 januari 1960: oprichting Europese Vrijhandels-Associatie (EVA)
• Vrijhandelszone, geen gemeenschappelijk extern douanetarief of harmonisatie wetgeving
– Lidstaten die zich later bij EVA voegden: Finland, IJsland, Liechtenstein
– Landen die EVA verlieten voor toetreding tot Gemeenschappen/Unie: Denemarken, VK, Portugal, Finland,
Oostenrijk, Zweden.
V. Het supranationale karakter van het gemeenschapsrecht (nu unierecht)
19 Gemeenschapsrecht:
- EG-Verdrag en EGA-Verdrag: fundament van “gemeenschapsrecht"
- Bestaat uit wetgevende en uitvoerende handelingen, rechterlijke interpretatie, en ongeschreven algemene
beginselen
- Sinds Verdrag van Lissabon (1 december 2009): Europese Gemeenschap vervangen door Europese Unie
- Gemeenschaps-/Unierecht is afgeleid van internationaal recht, maar heeft eigen regels voor lidstaten
onderling en binnen de Verdragen
- Hof van Justitie interpreteerde bepalingen anders tussen het EG-Verdrag en internationale overeenkomsten.
20 Supranationaal:
- Gemeenschap/Unie en Unierecht onderscheiden van andere internationale organisaties
- Kenmerken supranationaal recht:
• Onafhankelijke organen van lidstaten
• Besluiten nemen bij meerderheid die alle lidstaten binden
• Organen voeren besluiten uit of houden toezicht
• Oprichtingsverdragen en besluiten creëren rechten en plichten voor particulieren, afdwingbaar tegen nationaal
recht
21 Onafhankelijke organen: A
- EGKS-Verdrag gebruikte "supranational" voor de onafhankelijke status van de Hoge Autoriteit (nu
Commissie)
- Commissie is onafhankelijk van de Europese RaadEuropees Parlement, Hof van Justitie, Rekenkamer ook
onafhankelijk van regeringen lidstaten
- Leden Europees Parlement worden rechtstreeks verkozen, niet benoemd door regeringen of Raad
22 Besluitvorming bij meerderheid: B
- Internationaal recht: staten kunnen niet tegen hun wil gebonden worde
- In Gemeenschappen/Unie kan Raad besluiten nemen bij gekwali ceerde meerderheid, bindend voor lidstaten
- Hof van Justitie verwerpt "voorbehouden" bij besluitvorming, handelingen van de Gemeenschappen/Unie zijn
geen internationale overeenkomsten
- Gemeenschaps-/Unierecht moet uniform worden uitgelegd, zonder rekening te houden met voorbehouden
van lidstaten
23 Toezicht op nakoming van gemeenschaps-/Unierecht: C
3
fi
, - Lidstaten moeten maatregelen tre en om nakoming gemeenschaps-/Unierecht te verzekeren (art. 4, lid 3
VEU)
- Lidstaten verantwoordelijk voor uitvoering, tenzij aan een gemeenschaps-/Unieorgaan opgedragen
- Geen exceptio non adimpleti contractus in gemeenschaps-/Unierecht, eigen procedures voor inbreuken
- Artikel 344 VWEU: geschillen over uitlegging van het gemeenschaps-/Unierecht moeten volgens Verdrag
worden beslecht
- Commissie moet nakoming bewaken, Hof van Justitie heeft verplichte rechtsmacht, arresten zijn bindend
- Internationaal Gerechtshof heeft vrijwillige rechtsmacht
24 Eigen en autonome rechtsorde: D
- Gemeenschaps-/Unieverdragen creëerden een eigen rechtsorde, anders dan die van internationale
organisaties
- Particulieren kunnen zich beroepen op gemeenschaps-/Unierecht, voorrang bij con ict met nationale normen
- Hof van Justitie legde grondbeginselen vast in 1963 (Van Gend en Loos) en 1964 (Costa/ENEL)
- Costa/ENEL: gemeenschaps-/Unierechtsorde opgenomen in nationale rechtsorde, lidstaten begrenzen
soevereiniteit
- Verdrag creëert Gemeenschap (Unie) met eigen organen, rechtspersoonlijkheid, en bevoegdheden
25 Rechten voor particulieren
- Van Gend & Loos-arrest: gemeenschapsrecht creëert rechten voor particulieren, afdwingbaar via nationale
rechters
- Gemeenschapsrecht meer dan een internationale overeenkomst
- Ingezetenen betrokken via Europees Parlement en Sociaal Comité
- Artikel 267 VWEU waarborgt uniforme uitlegging van het recht
- Particulieren kunnen schendingen door lidstaten aan nationale rechters voorleggen via prejudiciële vragen
- Sluitend systeem van rechtsbescherming voor naleving van het Unierecht
26 Voorrang van gemeenschaps-/Unierecht:
- Gemeenschaps-/Unierecht heeft voorrang boven nationaal recht
- Costa v. ENEL-arrest: lidstaten kunnen niet eenzijdig nationale wetten boven gemeenschapsrecht stellen
- Hof bevestigt dat gemeenschapsrecht bindend is, zelfs als nationale wetgeving in strijd is
- Nationale rechters moeten gemeenschapsrecht toepassen, ook tegen nationale wetgeving in
- Artikel 288 VWEU: verordeningen zijn verbindend en rechtstreeks toepasselijk in lidstaten
27 Constitutionele rechtsorde:
- EU heeft een constitutioneel handvest sinds Verdrag van Lissabon
- Verdragen bevatten constitutionele regels over doelstellingen, bevoegdheidsverdeling, wetgevende,
uitvoerende en rechterlijke functies
- Hof van Justitie waarborgt naleving als grondwettelijk hof
- Pogingen voor een formele EU-Grondwet (1994, 2004), maar stuitten op rati catieproblemen
- Verdrag van Lissabon (2007) wijzigde bestaande verdragen zonder grondwettelijk karakter
- EU heeft eigen constitutioneel kader: artikel 2 VEU, Handvest grondrechten, algemene beginselen en regels
over bevoegdheden, instellingen en rechterlijke stelsel
H2: Intergouvermentele samenwerking tussen de EG-lidstaten
I. Europese politieke samenwerking
28 Intergouvernementele samenwerking:
- Samenwerkingsverbanden buiten Gemeenschapsverdragen
- Afspraken tussen uitvoerende machten (regeringen)
- Geen gebondenheid aan Gemeenschapsprocedures
- Enkel rechtskracht na omzetting in nationale rechtsorde
- Geen directe rechten voor particulieren
29 Fouchet-plan:
- 1961–1962: plannen voor Politieke Unie (de Gaulle)
- Raad van de Unie: staatshoofden/regeringsleiders, unanimiteit vereist
- Gemeenschappelijk buitenlands en defensiebeleid, samenwerking cultuur, wetenschap, mensenrechten
- Politieke Commissie (nationale ambtenaren, voorbereiding/uitvoering besluiten)
- Parlementaire Vergadering (adviserend)
- Nov. 1961: eerste voorstel → Unie naast Gemeenschappen
- Later voorstel: bevoegdheden ook inzake economie, binding Gemeenschapsinstellingen
4
ff fi fl