Samenvatting risicobeheersing

Risicobeheersing
(Hoofdstuk 1)
1. Gevaar en risico

Gevaar Risico
Intrinsieke eigenschap en vermogen van De kans op verlies of schade ten gevolge
mensen, objecten, etc dat tot nadelige van blootstelling aan een gevaar
gevolgen kan leiden vanwege gebruik of
toepassing er van


2. Risicofactoren
Dit zijn elementen die te maken hebben met het gevaar en die het risico in positieve of
negatieve zin beïnvloeden (individuele, organisatorische en omgevingsfactoren)
3. Blootstelling
De mate waarin werknemers in contact komen met een gevaar
4. Schade
Elke belemmering van het fysiek en psychisch goed functioneren van een werknemer
5. Arbeidsongeval
Elk ongeval dat een werknemer tijdens en door het feit van de uitvoering van de
arbeidsovereenkomst overkomt en dat een letsel veroorzaakt
6. Hiërarchische lijn (leidinggevende)
Zijn personen die bevoegd zijn om opdrachten te geven (PA behoort niet tot HL)
7. Dynamische risicobeheersingssysteem
 Het is een systeem d.w.z. opeenvolging van werkwijzen
 Het is dynamisch d.w.z. voortdurende aanpassing aan de gewijzigde omstandigheden
 Heeft betrekking tot risicobeheersing
Dynamische risicobeheersingssysteem heeft betrekking op ‘welzijn op het werk’, m.a.w. de 7
welzijnsdomeinen
1. Arbeidsveiligheid
2. Bescherming gezondheid van de werknemer
3. Psychosociale risico’s op het werk
4. Ergonomie
5. Arbeidshygiëne
6. Verfraaiing van de arbeidsplaats
7. Maatregelen inzake leefmilieu
(Hoofdstuk 2)

,1. Alg. preventiebeginselen
1. Risico’s voorkomen
2. Evaluatie van risico’s die niet kunnen worden voorkomen
3. Bestrijden van risico’s bij de bron
4. Vervanging van gevaar door iets dat minder of niet gevaarlijk is
5. Voorrang maatregelen collectieve bescherming boven individuele bescherming
6. Aanpassing van het werk aan de mens (inrichting werkpost)
7. Risico’s inperken
8. Risico’s op ernstig letsel inperken
9. Planning preventie en de uitvoering van het beleid
10. Werknemer voorlichten
11. Verschaffen van passende instructies aan de werknemers
12. Signaleren van risico’s die niet kunnen worden voorkomen


2. Het dynamisch risicobeheersingssysteem bestaat mimimaal uit volgende onderdelen
 Doelstellingen dn de middelen om doelstelling te bereiken
 Programma van het beleid
 Verantwoordelijkheden van alle betrokken personen
 Evaluatie van het beleid


3. Risicoanalyse en preventiemaatregelen op verschillende niveaus:
 De organisatie in zijn geheel
 Elke groep van werkposten of functies
 De individuele werknemer


4. Risicoanalyse bestaat uit:
 Het identificeren van gevaren
 Vaststellen en nader bepalen van risico’s
 Evalueren van risico’s


5. Preventiemaatregelen hebben tot doel:
 Risico’s voorkomen
 Schade voorkomen
 Schade beperken




6. Taken van de werkgever

,Verantwoordelijk voor de structurele planmatige aanpak van preventie d.m.v. dynamische
risicobeheersingssysteem
 Uitvoeren preventiebeleid
 Algemeen beleid uitstippelen en instructies geven aan leidinggevende
 Strafrechtelijk en burgerrechtelijk eindverantwoordelijkheid


7. Taken van hiërarchische lijn
Uitvoering en evaluatie van het dynamisch risicobeheersingssysteem
 Voorstellen en adviezen formuleren
 Ongevallen en incidenten onderzoeken en maatregelen voorstellen
 Tijdig advies inwinnen van de DPBW
 Waken of instructies worden nageleefd


8. Taken van de preventieadviseur
Betrokken bij het dynamisch risicobeheersingssysteem
 Risico-identificatie
 Risico-analyse
 Risico-evaluatie


9. Taken van de werknemer
Werknemers dienen betrokken te worden bij het opmaken van het dynamisch
risicobeheersingssysteem
 IDPBW onmiddellijk informeren over werkomstandigheden of situaties die een
gevaar kunnen vormen voor de veiligheid of gezondheid
 IDPBW informeren over gebreken in het beschermingssysteem
 Samen werken met werkgever en IDPBWW zodat er een veilige werkomgeving
ontstaat


10. Taken van het comité voor preventie en bescherming op het werk
 Adviezen uitbrengen over voorstellen en maatregelen (vb; wijziging van arbeidstijd)
en toe te passen middelen (vb; aankoop nieuwe machines) die gevolgen kunnen
hebben op het welzijn van de werknemers




11. PDCA

, Plan = plannen op basis van RA
Do = uitvoeren van wat gepland is
Check = Controleren of de maatregelen tot een verbetering leiden en op zichzelf geen
nieuwe risico’s veroorzaken
Act = Eventueel aanpassen op basis van de controle, deze worden weer gepland, uitgevoerd
en gecheckt
PDCA in de praktijk

PLAN DO
 Beleidsverklaring  Toolboxmeetings
 Jaaractieplan  Opelding, training en vorming
 Noodplanning  Procedures en VIK
 Globaal preventieplan  Sensibilisatie en informatie
CHECK ACT
 Monitoring  Melden van onveilige situaties en
 Meten corrigeren
 Keuringen  Incidenten en ongevalsanalyse
 Audits  Corrigerende en preventieve
 Controle en inspectie maatregelen




Elk dynamisch risicobeheersingsmodel bevat:
-Doelstellingen en middelen (plan + act)
 A.d.h.v. doelstellingen geeft WG aan wat hij wilt bereiken
 Om doelstellingen te realiseren heb je middelen nodig (personeel, materiaal, finan)
-Programmering van het beleid (plan)


 WG moet programma opstellen met daarin wat, hoe en wanneer
-Uitvoering van het beleid (do)
 Opdrachten en taken moeten duidelijk zijn
-Evaluatie van het beleid (check)
 Is men op de goede weg (vraag stellen)
 Heeft iedereen de instructies begrepen (vraag stellen)