INLEIDING TOT DE
SEMESTER 2
ANTROPOLOGIE
Prof. DeBlock
ArcheoStudent04
1E BACHELOR ARCHEOLOGIE
,
,Inhoud
1 Wat is antropologie?................................................................................................................1
1.1 Methodologie....................................................................................................................2
1.2 Objecten van studie...........................................................................................................3
1.3 Vertakkingen.....................................................................................................................5
1.4 Theoretische debatten........................................................................................................6
1.5 De roots: interesse in ‘De Ander’......................................................................................7
1.6 De dubieuze roots: de Cartesiaanse wereld & de tweesplitsing........................................8
1.7 De racistische roots: de rassentheorieën.........................................................................11
1.8 Sociaal Darwinisme, cultuurevolutionisme & Victoriaanse antropologie......................12
1.9 Handel, kolonialisme & missionering.............................................................................13
1.10 Verzamelen...................................................................................................................13
1.11 Twee kantelmomenten: het cultuurrelativisme & het postkolonialisme.......................14
1.12 Dekolonisatie................................................................................................................15
2 ‘Ontdekkingen’, reisverslagen en wetenschappelijke expedities...........................................15
2.1 De ‘ontdekkingen’...........................................................................................................15
2.2 Het cultuurevolutionisme................................................................................................17
2.2.1 De Verenigde Staten: Lewis Henry Morgan (1818 – 1881)....................................17
2.2.2 Het VK: Edward Burnett Tylor (1863 – 1917) & Sir James Frazer (1854 – 1941).18
2.3 Het diffusionisme............................................................................................................19
2.4 WET veldinteresse: de expedities...................................................................................20
2.5 De wereldtentoonstellingen.............................................................................................20
3 Antropologie: een WET basis voor een nieuwe discipline....................................................21
3.1 Settler colonialism & frontierialism vs. The British Empire..........................................21
3.2 Filantropie & antiracisme i/d VS: James Mooney (1861 – 1921)..................................21
3.3 Het historisch particularisme & het cultuurrelativisme: Franz Boas (1858 – 1942).......22
3.4 Veldwerk & het Britse functionalisme: Bronislaw Malinowski (1884 – 1942).............25
4 Sociologie en antropologie: materialisme & idealisme.........................................................26
4.1 De twee grondleggers: Charles Darwin & Karl Marx....................................................26
4.2 De klassieke sociologie...................................................................................................28
4.2.1 Max Weber...............................................................................................................28
4.2.2 Emile Durkheim.......................................................................................................29
4.2.3 Marcel Mauss...........................................................................................................30
4.2.4 Arnold van Gennep..................................................................................................31
i
, 4.3 De Franse antropologie: het structuralisme van Claude Lévi-Strauss (1908 – 2009).....32
4.4 Het structureel Marxisme: Maurice Godelier.................................................................33
5 Culturen & persoonlijkheid: Ruth Benedict & Margaret Mead.............................................34
5.1 Culture and personality: Ruth Benedict (1887 – 1948)..................................................34
5.2 Margaret Mead (1901 – 1978)........................................................................................35
6 De Britse school: eerste noties van ‘sociale verandering’.....................................................36
6.1 Raymond Firth (1901 – 2002).........................................................................................36
6.2 Reo Fortune (1903 – 1979).............................................................................................37
6.3 Gregory Bateson (1904 – 1980)......................................................................................37
6.4 Edmund Leach (1910 – 1989).........................................................................................37
6.5 Edward Evans-Pritchard (1902 – 1973)..........................................................................38
6.6 Max Gluckman (1911 – 1975)........................................................................................39
7 Film & visuele antropologie..................................................................................................39
7.1 Het prilste begin: de filmmaker als taxidermist..............................................................39
7.2 Het ontstaan van de klassieke visuele antropologie: beeld in context............................40
7.3 Jean Rouch (1917 – 2004): participatie & cocreatie in film...........................................41
7.4 Reflexieve, postkoloniale film: the subject speaks back.................................................43
7.5 Hedendaagse visuele antropologie..................................................................................43
9 Postkolonialisme....................................................................................................................44
10 Postmodernisme & de Turns................................................................................................45
ii
,1 Wat is antropologie?
Frans Boas:
o DU-jood in Amerika
o Vader v/d antropologie → 1e pogingen, maar nog niet zelf echt eigen &
langdurig onderzoek gedaan
o Bewust tegen racisme i/e periode van WET racisme
Studie v/d mens in al z’n facetten
Ontstaan: doorheen de GE v/h kijken naar ‘De Ander’:
o Accelereerde vanaf de 2e helft v/d 15e E → ontdekkingsreizen
o 2e acceleratie vanaf late 18e E → handel en kolonisatie:
Niet enkel ‘interesse in De Ander’
Onderdrukking → toegang tot grondstoffen & kostbaarheden
Bevraagt zichzelf constant kritisch & zet zich af tegen het verleden v/h WET
racisme:
o Besef: ‘witte’ discipline → onderdeel v/d ‘witte’ kennisproductie
o Over de hele wereld: verschillen in epistemologie & filosofieën, zijnswijzen
en gebruiken
o W geschiedschrijving nam – neemt nog steeds – dominante plaats in, in
manier waarop mensen naar de wereld kijken
o Machtsfactor v/h W:
Extra scheefgetrokken situaties & relaties + maar 1 versie v/d GE:
‘de GE v/d (dominantie van) de witte wereld, door witte mensen
beschreven’
Veel lokale kennis telt niet mee in het officiële verhaal → rijkdom
aan kennis verloren
o Antropologie probeert hier iet aan te doen:
Probeert op zijn minst zich in te leven in andere perspectieven
‘Mensen zonder GE’ een stem te geven + vertellen vanuit lokale
perspectieven
Antropoloog als mediator
Zelfde kritiek komt terug: witte antropologen pretenderen de stem
van ‘De Ander’ te (kunnen) zijn
‘Het Westen’ als bakermat v/d antropologie/‘De Westerse wereld’
als concept = constructie → om dominantie over ‘rest v/d wereld’ te
consolideren
Poging tot omkering van deze perspectieven: What the Rest Think of
the West, Laura Nader:
▫ Keert blik v/d GE om
▫ Vertrekt vanuit lokale verhalen en geschriften
▫ Zet eigen achtergrond in: dochter van Libanese immigrant
Antropologie als discipline:
o Ontstaan in DU, EN, FR & VS
o Roots:
1
, Zoals vele HW: graag teruggebracht tot klassieke oudheid →
Herodotos van Halicarnassus
Ook onderbelichte denkers als Boeddha, Confucius, Lao-Tze
Ibn-Khaldoen:
▫ Blijft grotendeels onbekend
▫ Bezit kiemen voor sociologie & antropologie los van GO
dogma
▫ Benadrukte verwantschap & rol van GO in SOC solidariteit
& samenleven als leden binnen eenzelfde groep (samenleving)
▫ Beschrijvingen van Arabieren & Berbers (verwijzen naar
zichzelf als Amazigh) → secuur & met onderbouwde GE, met
veel aandacht voor Arabische bronnen
o Dit soort bronnen blijft onderbelicht i/d dominante witte GE v/d wereld
o Positie innemen (personaliteit) → belangrijk deel v/h antropo. werk:
Niet uitgaan van voor de hand liggende, dominante narratief
Op zoek naar die vergeten/verhulde stukken GE, meestal te maken
met uitbuiting & kolonisatie → het W kent hier enkel het officiële
verhaal van: verhaal v/d overwinnaar, kolonisator,…
Antropologen proberen ongekende GE én actualiteit aan het licht te brengen
a.d.h.v. lokale kennis, verhalen & geschriften:
o Rekening houdend met het dominante witte kader & dominante ijkpunten
(bv. klassieke oudheid, ontdekkingsreizigers)
o ↑ hebben GE gekleurd en er 1 versie van gemaakt
o Methode v/d antropologen van uitzonderlijk belang:
Hoe te werk gaan bij het geven van een stem aan zij die lang als
‘stemloos’ werden gezien?
Hoe keert een antropoloog de blik om?
1.1 Methodologie
Methodologie v/h etnografisch veldwerk volgens het principe v/d participerende
observatie:
o Voor een lange tijd ‘in het veld’
o Zich onderdompelen i/d lokale gebruiken & tradities
o Gaan deel uitmaken v/h lokale leven, in al zijn facetten
o Participeren & observeren
Pionier v/d methodologie = Bronislaw Malinowski:
o 1 v/d stichtende vaders van antropologie
o Toevallige ‘ontdekking’ v/d methode:
1914: vertrokken voor veldwerk in Papoea-Nieuw-Guinea → onderzoek EC
systeem v. uitwisseling van sieraden: kula-exchange
1915: aangekomen, gevestigd in Trobriand-archipel:
▫ Uitbraak WO I
▫ Als Pool van origine: vast in DU kolonie
Gedwongen 4 jaar lang te blijven
2
, → Ontdekking meerwaarde v/e lange periode ter plaatse & participerende
observatie
o Etnografie gepubliceerd in 1922: Argonauts of the Western Pacific:
1e diepgaande antropologisch boek
Antropoloog móét lang in het veld blijven
Antropoloog gaat alleen, voor lange tijd, in een CUL leven
Nadien verzamelde etnografische data gebruiken om CUL te analyseren &
proberen conclusies te trekken → (poging) werkelijkheid verklaren
Etnografische data → veldwerknotities → weerslag van harde werk v/e
antropoloog: alle info & rijkdom om nadien CUL mee te omschrijven &
theorieën uit ontwikkelen
Veldwerk & omschrijven van CUL: centraal in antropologie & tegelijk aspecten die
meest onderhevig zijn aan constante kritiek en bijsturing
Neerslag in etnografie → boek, geschreven door antropoloog, dat een CUL beschrijft
a.d.h.v./d resultaten uit het veldwerk
Margaret Mead:
o Voornaamste studente van Franz Boas
o Focus op adolescente meisjes in Samoa → Coming of Age in Samoa
Tekortkomingen/problemen met het veldwerk:
o Antropoloog moet (volgens Malinowski) álles registreren, ook op het dagelijks
niveau
o Zeer eenzaam werk
o Best niet uit te vast omlijnde vragen vertrekken (risico observaties in te perken,
bep. punt te willen bewijzen)
o Manier waarop vraag gesteld wordt speelt mee in machtsdynamiek → kan soms
gewenst antwoord suggereren
‘Informant’:
o Degene via wie je als antropoloog info inwint
o Kan iedereen v/d lokale gemeenschap zijn (hangt af v/d aard van je onderzoek &
vraagstelling)
o Tegenwoordig actievere benaming:
Respondenten
Coresearchers
Geeft veel meer agency → zijn vaak belangrijkste personen in onderzoek
(bv. zonder vertaling/uitleg anders niet snappen wat er gebeurt)
o Etnografisch vignet:
Respondent aan het woord laten
Principe v/e quote, maar veel langer
1.2 Objecten van studie
Etnologie:
o In korte tijd veel objecten verzamelen → o.b.v. mat. CUL studies doen
o ‘armchair antropology’: meeste etnologen zijn niet zelf in hun land van studie
geweest, maar doen enkel onderzoek o.b.v. *verkregen* objecten
o Nog lang voor Malinowski → 1850s
Kinship studies/verwantschapsstudies:
3