1. Psychosociale hulpverlening.............................................................................. 3
1.1 Wat is psychosociale hulpverlening?............................................................3
1.2 Doel van de psychosociale hulpverlening.....................................................3
1.3 Verschil psychosociale begeleiding en psychotherapie................................3
1.4 Situering psychosociale problemen..............................................................3
1.5 Vormen van psychosociale hulpverlening.....................................................4
1.6 Relatie MW en cliënt als kritische succesfactor............................................4
1.7 Samengevat................................................................................................. 5
2. Methodieken en denkkaders:............................................................................. 5
2.1 Begrippenkader............................................................................................ 5
2.2 Dé methodiek bestaat niet:..........................................................................5
3. Concrete denkkaders en methodieken in de psychosociale hulpverlening........6
3.1 Empowerend werken: denkkader en methodiek...........................................6
3.1.1 Empowerment als denkkader.................................................................6
3.1.2 Methodiek: Signs of Safety.....................................................................6
3.1.3 Methodiek: het huizenmodel – Signs of Safety op kindermaat...............7
3.1.4 Methodiek: oplossingsgericht werken.....................................................8
......................................................................................................................... 14
3.2 Outreachend werken.................................................................................. 14
3.2.1 Wat is outreachend werken?.................................................................14
3.2.2 Drie types van outreachende werkvormen...........................................15
3.2.3 De cirkel............................................................................................... 16
3.3 Presentie als benadering............................................................................ 18
3.3.1 Methodische kenmerken:......................................................................18
3.3.2 Toepassingsgebieden:...........................................................................18
Valkuilen:....................................................................................................... 19
3.4 Herstelgericht werken.................................................................................19
3.4.1 Social discipline window: conflicthantering...........................................19
3.4.2 Principes van herstelgericht werken.....................................................20
3.4.3 Verschil tussen traditionele en herstelgerichte acties:.........................20
3.4.4 Herstelgerichte gesprekken..................................................................21
3.4.5 Soorten herstelgerichte cirkels.............................................................21
3.4.6 Integrale aanpak preventiepiramide.....................................................21
3.5 Crisishulpverlening..................................................................................... 24
3.5.1 Wat is een crisis?..................................................................................24
1
Samenvatting Methodisch Werken 2
, 3.5.2 Crisis op verschillende terreinen..........................................................24
3.5.3 4 stappen van crisishulpverlening........................................................24
3.5.4 Mogelijke interventies...........................................................................24
3.6 Suïcidepreventie......................................................................................... 25
3.6.1 Oorzaken van suïcide........................................................................... 25
3.6.2 Proces met ups-and-downs...................................................................26
3.6.3 Uitgangspunten van suïcidepreventie..................................................26
3.6.4 Taak van de HV..................................................................................... 26
3.7 Blended hulpverlenen................................................................................. 28
3.7.1 Wat is blended hulpverlenen?...............................................................28
3.7.2 Digitalisering in het maatschappelijk werk...........................................28
3.7.3 Methodiek blended hulpverlenen: de verschillende stappen................29
3.8 Werken aan het netwerk van cliënten (de sociaal netwerk theorie)...........31
3.8.1 Het denkkader van de sociaal netwerktheorie.....................................32
3.8.2 Samenstelling, functie en structuur van een sociaal netwerk..............32
3.8.3 Sociaal netwerk methodiek: de vijf stappen.........................................33
Methodisch werken 2
Samenvatting
2
Samenvatting Methodisch Werken 2
, 1. Psychosociale hulpverlening
1.1 Wat is psychosociale hulpverlening?
Richt zich op moeilijkheden en problemen bij de interactie tussen de
persoon en zijn omgeving
Vertrekken vanuit de psychische beleving van de cliënt
Gericht op het veranderen van gedrag en houding van de cliënt
o Inzicht bieden cliënt zelf veranderen
o Belang van een onderzoekende, kritische houding van een MA
o Relatie cliënt-MW als succesfactor
Het is één van de beroepsrollen van een maatschappelijk assistente.
1.2 Doel van de psychosociale hulpverlening
Verhogen van persoonlijk welzijn
Hoe:
Focus op wisselwerking tussen cliënt en zijn omgeving
Focus op psychische beleving cliënt
→ deze sociale aspecten van cliëntsituatie en psychische aspecten zijn te
onderscheiden maar niet los te koppelen
1.3 Verschil psychosociale begeleiding en
psychotherapie
1.4 Situering psychosociale problemen
Situering op verschillende levensdomeinen (integrale hulpverlening)
Somatisch gebied
Psychisch gebied
Sociaal gebied
3
Samenvatting Methodisch Werken 2
, Materieel gebied
Maatschappelijk gebied
1.5 Vormen van psychosociale hulpverlening
Inzichtgevende psychosociale begeleiding:
Inzicht geven in probleemsituaties, eigen gedrag en aandeel, foute
interpretaties, verbanden, …
Door nieuwe en correcte info te geven, te verduidelijken, verbanden
leggen, confronteren volgens de regels van feedback, …
Ondersteunende psychosociale begeleiding:
Duwtje in rug geven, aanmoedigen, positief etiketteren, steunen, …
Structurerende psychosociale begeleiding:
Nodige stappen systematisch en gestructureerd overlopen,
voorbereiden op, opvolgen, tips m.b.t. structuur
Bemiddelende psychosociale begeleiding:
MW als neutraal persoon, oog voor problemen en voor alle betrokkenen,
vertrouwensrelatie opbouwen, gemeenschappelijke oplossingen vinden,
…
Psychosociale begeleiding gericht op trainen van vaardigheden:
Oefenen en trainen van (of op weg naar) de gewenste veranderingen
1.6 Relatie MW en cliënt als kritische succesfactor
De maatschappelijk werker:
Stelt de mens centraal, niet zijn problematiek
Streeft naar een gelijkwaardige relatie
Wilt dichtbij de cliënt staan
Sluit aan bij de leefwereld van de cliënt
Richt zich op actuele problemen en relaties
Helpt de cliënt zichzelf te helpen
Fungeert als tussenpersoon tussen cliënt en maatschappij
4
Samenvatting Methodisch Werken 2
, 1.7 Samengevat
2. Methodieken en denkkaders:
2.1 Begrippenkader
Methodiek:
Een werkmodel
Een ondersteunende theorie
Een empirische grondslag (op ervaring gebaseerd)
Baseert zich op een denkkader
Denkkader = een geheel van methodieken achter elke methodiek
schuilt een denkkader
2.2 Dé methodiek bestaat niet:
Methodisch werken staat voor ‘gericht werken’.
Gebruik maken van een strategie, werkwijze of methodiek.
Niet werken uit buikgevoel maar vanuit een doordachte, professionele
wijze.
Angst voor het gebruiken van een nieuwe methode werkt verbinden voor de
hulpverlenersrelatie. Door de angst onder ogen te zien en de stap durven te
nemen, kan de hulpverlener een voorbeeld zijn van hoe je moet constructief
omgaan met onzekerheid.
5
Samenvatting Methodisch Werken 2
, 3. Concrete denkkaders en
methodieken in de psychosociale
hulpverlening
3.1 Empowerend werken: denkkader en methodiek
3.1.1 Empowerment als denkkader
Definitie:
‘Het bevorderen van de psychische en sociale zelfredzaamheid op basis van
de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt. Empowerment heeft dus twee
aspecten: een individueel en een sociaal aspect, met als doel: een cliënt die
zelfstandig als volwaardig burger kan deelnemen aan de maatschappij.’
→ Mee kunnen doen = empowerment
3.1.1.1 Uitgangspunten van empowerment
Elke mens beschikt over mogelijkheden, krachten en hulpbronnen
Elke mens kan zelf betekenis geven
Elke tegenslag geeft blijk van overlevingsdrang en veerkracht
Motivatie kan pas groeien als de cliënt krachtgericht benaderd wordt
Cliënt kan eigen kracht ontdekken mits juiste benadering: cliënt als
expert
→ Streven naar actief burgerschap
Empowerment – power:
‘Power from within’: kracht op individueel vlak
‘Power with’: kracht op sociaal vlak
→ Worden samen ingezet om te komen tot ‘power to’: macht op politiek
en maatschappelijk vlak
3.1.1.2 Empowerment in de hulpverleningsrelatie
Hulpverleningsrelatie: van klassieke machtsrelatie naar partnerschap
→ Gebaseerd op wederkerigheid
3.1.2 Methodiek: Signs of Safety
Wat is het?:
Methodiek ontwikkeld in de jaren ’90 vooral voor situaties rond
kinderonveiligheid.
Het doel is een krachtgerichte aanpak waar ouders en kinderen samen met
de hulpverleners een veiligheidsplan opstallen. Dit om de veiligheid van het kind
te garanderen.
Kernprincipe: samenwerking met ouders is essentieel, ook in gedwongen
hulpverlening.
6
Samenvatting Methodisch Werken 2