SAMENVATTING GESCHIEDENIS
– SEMESTER 2
Humane Wetenschappen – Regina Pacis Hove – 2024 - 2025
SITUEER DE CARTOON IN HET REFERENTIEKADER!!!
, THEMA 5 – CONFLICTEN
5.8) DE TOTALE OORLOG – DE TWEEDE WERELDOORLOG (1939 – 1945)
3) BELGIË IN DE TWEEDE WERELDOORLOG (1940 – 1944)
Collaboratie = samenwerken met bezetter
Verzet = afzetten tegen de bezetter
Repressie = onderdrukking (bv. judeocide)
THEMA 7 – MACHTEN
7.2) REVOLUTIES EN INTERNE CONFLICTEN
1) CHINA ALS MACHT IN DE 21 S T E EEUW
1.1) CHINA OP WEG NAAR HET COMMUNISME (CA. 1800 – 1949)
Voor 1800: China (Keizerrijk) geopolitiek centrum van economie (dominant)
Vanaf 1800: Europa IR, waardoor China dominante positie in wereldeconomie verliest discontinuïteit
China wilde de westerse handel eerst tegenhouden + weigeren te moderniseren
Keizerlijk gezag daalt + crisissen
Britten slagen er uiteindelijk in om door te breken op de Chinese markt
1911: Revolutie einde Qing-dynastie
China wordt republiek, maar is eigenlijk een anarchie (= toestand zonder echte politieke leiding)
Strijd in 1911: Nationalistische partij vs. communistische partij (o.l.v. Mao Zedong) machtsstrijd
1949: Communisten winnen Volksrepubliek China uitgeroepen – leider Mao
Nationalistische partij vlucht naar Taiwan
1.2) DE MAO-JAREN (1949 – 1976)
Mao = ‘rode’ keizer keizerlijk gezag (in de praktijk) verderzetten continuïteit
Éénpartijstaat geen democratie, want er is maar één officiële partij in het land
Censuur alles wat niet strookt met Mao’s visie wordt niet meer getoond
Indoctrinatie elke bewoner moet thuis een portret van Mao hebben
Ideologische campagnes – propaganda
Personencultus ‘Grote Roerganger’ = centrale positie van Mao bevestigen iedereen moest Mao aanbidden
Cultus ‘Rode Boekje’ quotes van Mao die iedere Chinees moest hebben
Centraal / sociaal geleide economie = een economisch systeem waarin de overheid het grootste deel van de economie
controleert en stuurt
1958: Grote Sprong Voorwaarts = poging om de Chinese economie aan te passen aan de 20 ste eeuw strategie
Elke boer moest ijzer smelten op zijn land, waardoor gronden leeg stonden
Grote hongersnood gevolg
1959 – 1965: pragmatische leiders hadden meer te zeggen over het bestuur van China – te kapitalistisch volgens Mao
1966 – 1968: Grote Proletarische Culturele Revolutie = Mao wil macht terug meer naar zichzelf toekennen strategie
1
– SEMESTER 2
Humane Wetenschappen – Regina Pacis Hove – 2024 - 2025
SITUEER DE CARTOON IN HET REFERENTIEKADER!!!
, THEMA 5 – CONFLICTEN
5.8) DE TOTALE OORLOG – DE TWEEDE WERELDOORLOG (1939 – 1945)
3) BELGIË IN DE TWEEDE WERELDOORLOG (1940 – 1944)
Collaboratie = samenwerken met bezetter
Verzet = afzetten tegen de bezetter
Repressie = onderdrukking (bv. judeocide)
THEMA 7 – MACHTEN
7.2) REVOLUTIES EN INTERNE CONFLICTEN
1) CHINA ALS MACHT IN DE 21 S T E EEUW
1.1) CHINA OP WEG NAAR HET COMMUNISME (CA. 1800 – 1949)
Voor 1800: China (Keizerrijk) geopolitiek centrum van economie (dominant)
Vanaf 1800: Europa IR, waardoor China dominante positie in wereldeconomie verliest discontinuïteit
China wilde de westerse handel eerst tegenhouden + weigeren te moderniseren
Keizerlijk gezag daalt + crisissen
Britten slagen er uiteindelijk in om door te breken op de Chinese markt
1911: Revolutie einde Qing-dynastie
China wordt republiek, maar is eigenlijk een anarchie (= toestand zonder echte politieke leiding)
Strijd in 1911: Nationalistische partij vs. communistische partij (o.l.v. Mao Zedong) machtsstrijd
1949: Communisten winnen Volksrepubliek China uitgeroepen – leider Mao
Nationalistische partij vlucht naar Taiwan
1.2) DE MAO-JAREN (1949 – 1976)
Mao = ‘rode’ keizer keizerlijk gezag (in de praktijk) verderzetten continuïteit
Éénpartijstaat geen democratie, want er is maar één officiële partij in het land
Censuur alles wat niet strookt met Mao’s visie wordt niet meer getoond
Indoctrinatie elke bewoner moet thuis een portret van Mao hebben
Ideologische campagnes – propaganda
Personencultus ‘Grote Roerganger’ = centrale positie van Mao bevestigen iedereen moest Mao aanbidden
Cultus ‘Rode Boekje’ quotes van Mao die iedere Chinees moest hebben
Centraal / sociaal geleide economie = een economisch systeem waarin de overheid het grootste deel van de economie
controleert en stuurt
1958: Grote Sprong Voorwaarts = poging om de Chinese economie aan te passen aan de 20 ste eeuw strategie
Elke boer moest ijzer smelten op zijn land, waardoor gronden leeg stonden
Grote hongersnood gevolg
1959 – 1965: pragmatische leiders hadden meer te zeggen over het bestuur van China – te kapitalistisch volgens Mao
1966 – 1968: Grote Proletarische Culturele Revolutie = Mao wil macht terug meer naar zichzelf toekennen strategie
1