25/09/2020
COMMUNICATIE (RELATIEGERICHTE BEGELEIDING)
1 RELATIEGERICHT WERKEN IN DE BEGELEIDING
1.1 KWALITEITEN VAN DE BEGELEIDER
o Een beginnende begeleider gaat een leerproces aan.
Men ontwikkelt houdingsaspecten en integreert aangeleerde vaardigheden met
persoonlijkheid.
o Begeleiders met helpende vaardigeden, hebben veel karakteristieke
overeenkomsten.
(bv. oog voor een ander, zorgvuldig luisteren, goede ideeën, begripvol,…)
o Zoeken actief naar ‘de juiste’ manier van helpen.
Belangrijke algemene kenmerken (beginnende begeleider) :
Betrokkenheid
Kennis en inzichten
Leergierigheid
Zorgzaamheid
Warmte en vriendelijkheid
Interpersoonlijke vaardigheden en houdingsaspecten (effectieve begeleider):
Goede verbale kwaliteiten
Een juiste afstemming
Gedachtes, gevoelens benoemen en verhelderen
Persoonlijk inzicht
Affectie tonen nar cliënt
Warmte en acceptatie
Empathie
Gerichtheid op de ander
1.2 CONTACT MAKEN
Goed contact is een voorwaarde voor het succesvol uitvoeren van interventies. In
contact met andere ben je continu aan het bekijken, aftasten, reageren, afstemmen en
aansluiten. Je zoekt naar juiste condities en voorwaarden voor contact. Contact is een
uitnodiging om samen een begeleidingsproces aan te gaan met je cliënt.
Cliënt heeft het recht om intenties en strategieën te begrijpen in zijn helpende en
ondersteunende relatie. Begeleiders hebben etnische verantwoordelijkheid om
cliënten volledig te informeren over het begeleidingsproces, (wie je bent, hoe je te werk
gaat) zo kunnen cliënten de keuze maken om in jouw samenwerkingsproces te stappen
of niet.
Eerste contact: op formele wijze, een korte monoloog over jouw werkwijze en jouw
intenties. Cliënt kan hier bijvragen bij stellen. Wanneer een begeleider kiest voor een
informele wijzen van contact leggen, merk je dat dit sneller een gezamenlijke vorm krijgt.
Contact maken en elkaar leren kennen vraagt tijd! Is er geen tijd op een relatie op
te bouwen? ontwikkel het contact gedurende het begeleidingsproces. (bv wanneer er
maar 1 kennismakingsgesprek mogelijk is, is het van belang om op een andere wijze het
contact te vestigen). Afspreken welke activiteiten je doet en blijf geïnteresseerd en
enthousiast binnen het proces?
1
, 25/09/2020
1.3 EIGEN INBRENG BIJ BEGELEIDEN
Begint bij een persoonlijk standpunt in te nemen over wat je zelf belangrijk vind in je
omgang met andere. Dit wordt beïnvloed door persoonlijke waarden, overtuigingen,
subjectiviteit en eigenheid. (Hoe ga je met elkaar om? Welke methodieken/technieken
passen bij jou? Welke houding neem je aan? …) = persoonlijke bijdrage! We spreken
ook van een inhoudelijke bijdrage: Kun je inhoudelijk voldoen aan de vraag en
behoefte van de cliënt en sta je open voor dit samenwerkingsproces?
In veel gevallen wordt er binnen een organisatie een bepaalde methodiek gehanteerd,
waardoor jouw visie beïnvloed wordt. De methode die je hanteert is voor een groot deel
vastgelegd door de afspraken die binnen jou organisatie geleden. Daarnaast bestaat een
discretionaire ruimte: de ruimte waarin je vrij/zelfstandig kunt beoordelen en
handelen. DUS de bewegingsruimte waarin je eigen beslissingen kunt nemen.
Blijf wel zorgen dat de behoefte van de cliënt blijven worden nagestreefd.
Ontdek je eigen persoonlijke stijl van begeleiden. Hierbij is inzicht in eigen motivatie
en achtergronden onontbeerlijk. Het is belangrijk om te leren kijken naar de effecten van
jouw gedrag en communicatie bij de andere.
Leer je sterke en zwakke kanten kennen. Naarmate je jezelf beter kent, leer je jezelf
beter begrijpen en beoordelen. Je krijgt inzicht in de weerstand binnen een begeleiding,
binnen irritaties en hoe je deze kan omzeilen.
Diagnose-receptmodel: er komt een cliënt binnen met een probleem, waarna jij
het probleem zo goed mogelijk gaat onderzoeken.
Zoekt een oplossing voor het probleem
In dit middel heeft cliënt een kleine rol; de verantwoordelijkheid voor het
verbeteren v/d situatie ligt voornamelijk bij de begeleider.
Als cliënt oplossing aangeboden krijgt, wil dit niet zeggen dat deze werkzaam is
voor hem/haar het is toch beter om samen te zoeken.
Persoonlijke stijl word ook bepaald door het type begeleider je bent. (praktisch,
taakgericht, lange uitgebreide gesprekken, korte gesprekken, …)
De relatie tussen begeleider en cliënt is een circulaire verbinding: je beïnvloed elkaar
wederzijds. Veel van jou gedrag wordt hierdoor bepaald. Het is belangrijk om
fijngevoeligheid te ontwikkelen waarmee je verbale en non-verbale boodschappen kunt
duiden moet durven vertragen en stappen terug durven zetten wanneer je te snel gaat
voor een cliënt. (Deze vaardigheden en aspecten zijn ook nuttig in privé situaties)
1.4 WAAROM ZOEKEN MENSEN ONDERSTEUNING?
Je werkt met verschillende doelgroepen, die voor uiteenlopende redenen nood
hebben aan (tijdelijke) hulpverlening.
Iemand die begeleiding nodig heeft:
Is zich bewust (of wordt zich bewust) van zijn eigen ongemak, zorgen en pijn.
De problemen, de instabiliteit en de zorgen groter zijn dan zijn terughouding
of schaamte om begeleiding te zoeken. (Het duurt een tijdje voor iemand om
hulp te vragen)
2
COMMUNICATIE (RELATIEGERICHTE BEGELEIDING)
1 RELATIEGERICHT WERKEN IN DE BEGELEIDING
1.1 KWALITEITEN VAN DE BEGELEIDER
o Een beginnende begeleider gaat een leerproces aan.
Men ontwikkelt houdingsaspecten en integreert aangeleerde vaardigheden met
persoonlijkheid.
o Begeleiders met helpende vaardigeden, hebben veel karakteristieke
overeenkomsten.
(bv. oog voor een ander, zorgvuldig luisteren, goede ideeën, begripvol,…)
o Zoeken actief naar ‘de juiste’ manier van helpen.
Belangrijke algemene kenmerken (beginnende begeleider) :
Betrokkenheid
Kennis en inzichten
Leergierigheid
Zorgzaamheid
Warmte en vriendelijkheid
Interpersoonlijke vaardigheden en houdingsaspecten (effectieve begeleider):
Goede verbale kwaliteiten
Een juiste afstemming
Gedachtes, gevoelens benoemen en verhelderen
Persoonlijk inzicht
Affectie tonen nar cliënt
Warmte en acceptatie
Empathie
Gerichtheid op de ander
1.2 CONTACT MAKEN
Goed contact is een voorwaarde voor het succesvol uitvoeren van interventies. In
contact met andere ben je continu aan het bekijken, aftasten, reageren, afstemmen en
aansluiten. Je zoekt naar juiste condities en voorwaarden voor contact. Contact is een
uitnodiging om samen een begeleidingsproces aan te gaan met je cliënt.
Cliënt heeft het recht om intenties en strategieën te begrijpen in zijn helpende en
ondersteunende relatie. Begeleiders hebben etnische verantwoordelijkheid om
cliënten volledig te informeren over het begeleidingsproces, (wie je bent, hoe je te werk
gaat) zo kunnen cliënten de keuze maken om in jouw samenwerkingsproces te stappen
of niet.
Eerste contact: op formele wijze, een korte monoloog over jouw werkwijze en jouw
intenties. Cliënt kan hier bijvragen bij stellen. Wanneer een begeleider kiest voor een
informele wijzen van contact leggen, merk je dat dit sneller een gezamenlijke vorm krijgt.
Contact maken en elkaar leren kennen vraagt tijd! Is er geen tijd op een relatie op
te bouwen? ontwikkel het contact gedurende het begeleidingsproces. (bv wanneer er
maar 1 kennismakingsgesprek mogelijk is, is het van belang om op een andere wijze het
contact te vestigen). Afspreken welke activiteiten je doet en blijf geïnteresseerd en
enthousiast binnen het proces?
1
, 25/09/2020
1.3 EIGEN INBRENG BIJ BEGELEIDEN
Begint bij een persoonlijk standpunt in te nemen over wat je zelf belangrijk vind in je
omgang met andere. Dit wordt beïnvloed door persoonlijke waarden, overtuigingen,
subjectiviteit en eigenheid. (Hoe ga je met elkaar om? Welke methodieken/technieken
passen bij jou? Welke houding neem je aan? …) = persoonlijke bijdrage! We spreken
ook van een inhoudelijke bijdrage: Kun je inhoudelijk voldoen aan de vraag en
behoefte van de cliënt en sta je open voor dit samenwerkingsproces?
In veel gevallen wordt er binnen een organisatie een bepaalde methodiek gehanteerd,
waardoor jouw visie beïnvloed wordt. De methode die je hanteert is voor een groot deel
vastgelegd door de afspraken die binnen jou organisatie geleden. Daarnaast bestaat een
discretionaire ruimte: de ruimte waarin je vrij/zelfstandig kunt beoordelen en
handelen. DUS de bewegingsruimte waarin je eigen beslissingen kunt nemen.
Blijf wel zorgen dat de behoefte van de cliënt blijven worden nagestreefd.
Ontdek je eigen persoonlijke stijl van begeleiden. Hierbij is inzicht in eigen motivatie
en achtergronden onontbeerlijk. Het is belangrijk om te leren kijken naar de effecten van
jouw gedrag en communicatie bij de andere.
Leer je sterke en zwakke kanten kennen. Naarmate je jezelf beter kent, leer je jezelf
beter begrijpen en beoordelen. Je krijgt inzicht in de weerstand binnen een begeleiding,
binnen irritaties en hoe je deze kan omzeilen.
Diagnose-receptmodel: er komt een cliënt binnen met een probleem, waarna jij
het probleem zo goed mogelijk gaat onderzoeken.
Zoekt een oplossing voor het probleem
In dit middel heeft cliënt een kleine rol; de verantwoordelijkheid voor het
verbeteren v/d situatie ligt voornamelijk bij de begeleider.
Als cliënt oplossing aangeboden krijgt, wil dit niet zeggen dat deze werkzaam is
voor hem/haar het is toch beter om samen te zoeken.
Persoonlijke stijl word ook bepaald door het type begeleider je bent. (praktisch,
taakgericht, lange uitgebreide gesprekken, korte gesprekken, …)
De relatie tussen begeleider en cliënt is een circulaire verbinding: je beïnvloed elkaar
wederzijds. Veel van jou gedrag wordt hierdoor bepaald. Het is belangrijk om
fijngevoeligheid te ontwikkelen waarmee je verbale en non-verbale boodschappen kunt
duiden moet durven vertragen en stappen terug durven zetten wanneer je te snel gaat
voor een cliënt. (Deze vaardigheden en aspecten zijn ook nuttig in privé situaties)
1.4 WAAROM ZOEKEN MENSEN ONDERSTEUNING?
Je werkt met verschillende doelgroepen, die voor uiteenlopende redenen nood
hebben aan (tijdelijke) hulpverlening.
Iemand die begeleiding nodig heeft:
Is zich bewust (of wordt zich bewust) van zijn eigen ongemak, zorgen en pijn.
De problemen, de instabiliteit en de zorgen groter zijn dan zijn terughouding
of schaamte om begeleiding te zoeken. (Het duurt een tijdje voor iemand om
hulp te vragen)
2