Oog en zien
Inleiding + organisatie van de oogzorg
Oogzorg algemeen
- Oogzorg in België:
o Orthoptist: houden zich bezig met ptt met een binoculair zicht
▪ Bv kindjes die scheel kijken, volwassenen met oogzenuwverlamming
o Verpleging: bloedafnames, technische onderzoeken afnemen, assisteren, …
o Optometrist: een nieuw paramedisch beroep die zich concentreert op de optische
afwijkingen van het oog voor je een aangepaste bril/lenscorrectie te geven
o Opticien: de persoon die de brillen maakt, mag eigenlijk niet je oog opmeten
o We hebben erg veel oogartsen maar toch een erg lange wachtrij voor een consult
▪ Door verschuiving van curatieve naar preventieve zorg
• Bv slechter zicht heeft een risico op dementie, diabetes ptt, …
▪ Door toename van refractieafwijkingen bij jongeren
• Veel myopie (bijziendheid)
▪ Door toename van degeneratieve aandoeningen bij de oudjes
• Glaucoom, maculaire degeneratie,…
▪ Door nieuwe behandelingen zijn intensief + hebben meer opvolging nodig
▪ Door verwachtingspatroon van de pt
- Rol huisarts en spoedarts bij ptt met oogklachten
o Doorverwijzen bij alarmtekens na adequate anamnese en KO
o Oftalmologie maakt integraal deel uit van de opleiding tot arts
o Belangrijke ziektebeelden die je moet kennen voor klinisch eindexamen
▪ Acute visus stoornissen
▪ Chronische visusstoornissen
▪ Rode ogen
▪ Diplopie
▪ Pupil abnormaliteiten
▪ Scheelkijken (stabismus) en/of amblyopie
,Anatomie en fysio van oog en gezichtsbanen
FIBREUZE ANATOMIE/LAGEN VAN DE OOGBOL
Anatomie van de cornea
- Cornea = transparent venster
- Heeft geen bloedvaten
- Bevat niet-gemyeliniseerde zenuwuiteinden
- Heeft een specifieke structuur: regelmatige ordening van collagen (vnl type 1)
Anatomie van de sclera
- = niet transparante fibreuze wand van het oog
- Is niet transparant; het collageen is niet geordend
- Is het dunst thv de aanhechtingen van de oogspieren
Anatomie van de cornea (hoornvlies)
- Bestaat uit verschillende lagen (zie volgende puntjes
- Meerlagig, niet gekeratiniseerd plaveiselepitheel
o De oppervlakkige epitheelcellen hebben microvilli zodat de traanfilm zich goed kan
uitspreiden (maakt het oppervlak meer lipofiel)
▪ Is belangrijk want de scheiding lucht/traanfilm zorgt voor de sterkste
reactieve interface (breking) van het oog (zie verder)
- Stroma
o Bestaat uit collageen type 1 en 6, die ligt in een proteoglycanen grondsubstantie
▪ Hierdoor liggen de collageenfibrillen regelmatig geranschikt
▪ Dit zorgt voor transparantie
- Endotheel
o Bestaat uit een monolaag van hexagonale cellen
o Pompt het water weg uit de centrale stroma
▪ Als dit niet werkt gaat het stroma opzwellen/verdikken
• Zorgt voor plooien van de membraan (= Descemet plooien)
• Als dit gebeurt kan je niet meer door de cornea kijken kijken
o Deze epitheelcellen kunnen niet prolifereren
▪ Hoe ouder we worden, hoe lager de densiteit van deze cellen
, - De conrea: afmetingen
o In het midden: 0,5-0,6mm dik
o In de periferie: 0,65mm dik
o Diameter: 12,5 mm
- Achter de cornea zit een voorkamer
o = ruimte tussen cornea en iris
o Bij acuut glaucoom gaat deze verkleind zijn
- De cornea is dus veel belangrijker voor lichtbreking dan de lens
o Heeft een breking van 43D
o De lens is de flexibele verandering in de lichtbreking
o De kromming van de cornea heeft een grote invloed
▪ Als je de cornea vlakker maakt wordt deze breking minder
▪ Door keratoconus (genetische aandoening) kan deze conisch vervormen
waardoor het niet meer lukt om het licht te focussen
- Innervatie van de cornea
o Is het meest dens geïnnerveerde deel van het lichaam
o Wordt geïnnerveerd via een takken van de n. trigeminus (Va)
▪ Met korte en lange ciliaire takken en een nasociliaire tak
o Nervi zitten vooral onder en in het epitheel (= aan het oppervlak van het oog)
Anatomie van de conjuctiva
- Is een transparant vlies van limbus (grens cornea-sclera)
o Loopt over de oogbol (dit deel noemt de bulbaire conjuctiva)
o Draait om in een punt: de fornix
o Loopt verder in de palpebrale conjuctiva
- Bevat meerlagig, niet keratiniserend plaveiselepitheel met slijmbekercellen
- Bevat substantia propria: sterk gevasculariseerd BW met lymfoïd weefsel
- Zit zowel op boven als onderste ooglid
o Bovenste conjunctiva onderzoek je door het ooglid om te klappen terwijl de pt naar
beneden kijkt (aan het bovenooglid kunnen makkelijk stofjes ofzo blijven zitten)
, Anatomie van de oogleden (adnexen)
- Worden opgesplitst in een voorste en achterste deel
- Zorgen voor het regelmatig bevochtigen van de cornea
- Beschermt het oog tegen uitdroging, wind, …
- Bevatten meibomius kliertjes
o Liggen in het achterste deel van het ooglid
o Slecht functioneren van deze kliertjes is de belangrijkste oorzaak van droge ogen
▪ Komt heel veel voor (>10% van de bevolking)
Tranen: aanmaak en afvoer
- Traanklier ligt lateraal en superieur boven het oog
- Tranen worden afgevoerd via een afvoerbuisje dat uitloopt in de neus
- De traanfilm bestaat uit 3 lagen
o Epitheel van het hoornvlies met villi met daarop glycocalyx
o Mucus bovenop het epitheel (geproduceerd door slijmbekercellen)
o Lipidenlaag (bovenaan) geproduceert door meibomiuskliertjes
- Functie van de verschillende lagen
o Lipidenlaag (helemaal bovenaan)
▪ Vertraagt evaporatie van water
▪ Verlaagt oppervlaktespanning van de traanfilm
▪ Lubrificatie van de oogleden
o Waterige laag
▪ Voorziet het hoornvlies van O2 (EX)
• O2 van de lucht lost op in het water
en diffundeert naar de conrea
▪ Anti-bacteriële functie
▪ Wegwassen van debris en cellen
o Mucuslaag
▪ Lubrificatie van de oogleden
▪ Hydrofiel maken van een hydrofoob oppervlak
▪ Anti-bacteriële functie
- Lacrimaal functionele unit:
o Reflexboog die bij prikkeling van het oogoppervlak zorgt voor traanproductie
o Werkt ook basaal in rust (maar veel minder)
Inleiding + organisatie van de oogzorg
Oogzorg algemeen
- Oogzorg in België:
o Orthoptist: houden zich bezig met ptt met een binoculair zicht
▪ Bv kindjes die scheel kijken, volwassenen met oogzenuwverlamming
o Verpleging: bloedafnames, technische onderzoeken afnemen, assisteren, …
o Optometrist: een nieuw paramedisch beroep die zich concentreert op de optische
afwijkingen van het oog voor je een aangepaste bril/lenscorrectie te geven
o Opticien: de persoon die de brillen maakt, mag eigenlijk niet je oog opmeten
o We hebben erg veel oogartsen maar toch een erg lange wachtrij voor een consult
▪ Door verschuiving van curatieve naar preventieve zorg
• Bv slechter zicht heeft een risico op dementie, diabetes ptt, …
▪ Door toename van refractieafwijkingen bij jongeren
• Veel myopie (bijziendheid)
▪ Door toename van degeneratieve aandoeningen bij de oudjes
• Glaucoom, maculaire degeneratie,…
▪ Door nieuwe behandelingen zijn intensief + hebben meer opvolging nodig
▪ Door verwachtingspatroon van de pt
- Rol huisarts en spoedarts bij ptt met oogklachten
o Doorverwijzen bij alarmtekens na adequate anamnese en KO
o Oftalmologie maakt integraal deel uit van de opleiding tot arts
o Belangrijke ziektebeelden die je moet kennen voor klinisch eindexamen
▪ Acute visus stoornissen
▪ Chronische visusstoornissen
▪ Rode ogen
▪ Diplopie
▪ Pupil abnormaliteiten
▪ Scheelkijken (stabismus) en/of amblyopie
,Anatomie en fysio van oog en gezichtsbanen
FIBREUZE ANATOMIE/LAGEN VAN DE OOGBOL
Anatomie van de cornea
- Cornea = transparent venster
- Heeft geen bloedvaten
- Bevat niet-gemyeliniseerde zenuwuiteinden
- Heeft een specifieke structuur: regelmatige ordening van collagen (vnl type 1)
Anatomie van de sclera
- = niet transparante fibreuze wand van het oog
- Is niet transparant; het collageen is niet geordend
- Is het dunst thv de aanhechtingen van de oogspieren
Anatomie van de cornea (hoornvlies)
- Bestaat uit verschillende lagen (zie volgende puntjes
- Meerlagig, niet gekeratiniseerd plaveiselepitheel
o De oppervlakkige epitheelcellen hebben microvilli zodat de traanfilm zich goed kan
uitspreiden (maakt het oppervlak meer lipofiel)
▪ Is belangrijk want de scheiding lucht/traanfilm zorgt voor de sterkste
reactieve interface (breking) van het oog (zie verder)
- Stroma
o Bestaat uit collageen type 1 en 6, die ligt in een proteoglycanen grondsubstantie
▪ Hierdoor liggen de collageenfibrillen regelmatig geranschikt
▪ Dit zorgt voor transparantie
- Endotheel
o Bestaat uit een monolaag van hexagonale cellen
o Pompt het water weg uit de centrale stroma
▪ Als dit niet werkt gaat het stroma opzwellen/verdikken
• Zorgt voor plooien van de membraan (= Descemet plooien)
• Als dit gebeurt kan je niet meer door de cornea kijken kijken
o Deze epitheelcellen kunnen niet prolifereren
▪ Hoe ouder we worden, hoe lager de densiteit van deze cellen
, - De conrea: afmetingen
o In het midden: 0,5-0,6mm dik
o In de periferie: 0,65mm dik
o Diameter: 12,5 mm
- Achter de cornea zit een voorkamer
o = ruimte tussen cornea en iris
o Bij acuut glaucoom gaat deze verkleind zijn
- De cornea is dus veel belangrijker voor lichtbreking dan de lens
o Heeft een breking van 43D
o De lens is de flexibele verandering in de lichtbreking
o De kromming van de cornea heeft een grote invloed
▪ Als je de cornea vlakker maakt wordt deze breking minder
▪ Door keratoconus (genetische aandoening) kan deze conisch vervormen
waardoor het niet meer lukt om het licht te focussen
- Innervatie van de cornea
o Is het meest dens geïnnerveerde deel van het lichaam
o Wordt geïnnerveerd via een takken van de n. trigeminus (Va)
▪ Met korte en lange ciliaire takken en een nasociliaire tak
o Nervi zitten vooral onder en in het epitheel (= aan het oppervlak van het oog)
Anatomie van de conjuctiva
- Is een transparant vlies van limbus (grens cornea-sclera)
o Loopt over de oogbol (dit deel noemt de bulbaire conjuctiva)
o Draait om in een punt: de fornix
o Loopt verder in de palpebrale conjuctiva
- Bevat meerlagig, niet keratiniserend plaveiselepitheel met slijmbekercellen
- Bevat substantia propria: sterk gevasculariseerd BW met lymfoïd weefsel
- Zit zowel op boven als onderste ooglid
o Bovenste conjunctiva onderzoek je door het ooglid om te klappen terwijl de pt naar
beneden kijkt (aan het bovenooglid kunnen makkelijk stofjes ofzo blijven zitten)
, Anatomie van de oogleden (adnexen)
- Worden opgesplitst in een voorste en achterste deel
- Zorgen voor het regelmatig bevochtigen van de cornea
- Beschermt het oog tegen uitdroging, wind, …
- Bevatten meibomius kliertjes
o Liggen in het achterste deel van het ooglid
o Slecht functioneren van deze kliertjes is de belangrijkste oorzaak van droge ogen
▪ Komt heel veel voor (>10% van de bevolking)
Tranen: aanmaak en afvoer
- Traanklier ligt lateraal en superieur boven het oog
- Tranen worden afgevoerd via een afvoerbuisje dat uitloopt in de neus
- De traanfilm bestaat uit 3 lagen
o Epitheel van het hoornvlies met villi met daarop glycocalyx
o Mucus bovenop het epitheel (geproduceerd door slijmbekercellen)
o Lipidenlaag (bovenaan) geproduceert door meibomiuskliertjes
- Functie van de verschillende lagen
o Lipidenlaag (helemaal bovenaan)
▪ Vertraagt evaporatie van water
▪ Verlaagt oppervlaktespanning van de traanfilm
▪ Lubrificatie van de oogleden
o Waterige laag
▪ Voorziet het hoornvlies van O2 (EX)
• O2 van de lucht lost op in het water
en diffundeert naar de conrea
▪ Anti-bacteriële functie
▪ Wegwassen van debris en cellen
o Mucuslaag
▪ Lubrificatie van de oogleden
▪ Hydrofiel maken van een hydrofoob oppervlak
▪ Anti-bacteriële functie
- Lacrimaal functionele unit:
o Reflexboog die bij prikkeling van het oogoppervlak zorgt voor traanproductie
o Werkt ook basaal in rust (maar veel minder)