Historische en actuele
perspectieven
Hoofdstuk 5: Sociaal werk tussen
Verlichting en Romantiek (1750 –
1850): Moderne Tijd
De eeuw van revoluties
Evolutie van Ancien Régime (1492-1789) naar
Verlichting (na 1789...) Stedelijke, industriële
samenlevingen
Landbouwsamenlevingen
Ratio van wetenschap,
God & (bij)geloof centraal in het denken techniek en kapitalisme
centraal in het denken
Onvrije, ongelijke, onredelijke samenlevingen
Vrije(re), gelijke(re) en
redelijke(re) samenlevingen
Standenmaatschappijen
Klassenmaatschappijen
Moderne tijd
Evolueren duidelijker van een Ancien Régime naar het verlichte tijdperk
(halverwege de 18e eeuw)
- Landbouwsamenlevingen stedelijke industriële samenlevingen
- Meeste mensen werken in de industrie in de stad
1
, - Cultuur: de meeste mensen waren toen gelovig de verlichting werd het
nieuwe gedachtengoed, het geloof staat niet meer centraal (nieuwe
religies)
- Mensen waren niet vrij, geboren in je stand, niet zomaar een ander beroep
kiezen men laat zich minder leiden door de religie, klassensamenleving
waarin mensen hun rol/taak/identiteit niet meer bepaald wordt door hun
stand maar door studies, beroep, loon…
o Vrijer, gelijker
Een tijdperk van revoluties
- Sociaal werkers sociale consequenties van deze historische feiten
relevant
- Sociale gevolgen van Eerste Industriële Revolutie
o Enkele ingrijpende technologische innovaties
o Nieuwe kracht- en energiebronnen zoals stoomkracht
o Mensen minder afhankelijk van natuurlijke bronnen
- Machinale productie leidde vervolgens tot concentratie van kapitaal en
handenarbeid in fabrieken
- Gevolgen voor mens en samenleving
- Invloed van industrialisatieproces leidde tot het ontstaan van totaal nieuwe
samenlevingsmodel: moderne, geïndustrialiseerde klassenmaatschappij
- Sociale gevolgen van de Industriële Revolutie
o Demografische impact: bevolkingsgroei, minder ziekten en minder
voedselcrisis
o Invloed op sociale geografie: plattelandsvlucht en verstedelijking
o Sociaaleconomisch: basis van economische voorsprong van het
Westen ten opzichte van het ‘zich ontwikkelende’ Zuiden
Groei van kloof met rest van de wereld
o Nieuwe vormen van ongelijkheid
Aan ene kant bezittende klasse die kapitaal bezit en aan
andere kant bezitloze klasse die geen productiemiddelen
bezit en haar arbeid noodgedwongen tegen loon verruilt
- Sociale kwestie
o Erbarmelijke werk- en leefomstandigheden van de fabrieksarbeiders
18de en 19de eeuw
2
, - Op cultureel vlak: Verlichting => geloof in de macht van de wetenschap,
techniek en kapitalisme
o Grondslagen nieuwe culturele repertoire in rede, vooruitgangsgeloof
en democratische idealen van vrijheid en gelijkheid
- Sociaal-culturele klimaat sterk bepaald door tegenhanger: de Romantiek
o Emotioneel voelen
- Domineren de nieuwe politieke ideeën en staatsopvattingen
o Golf van revoluties
o Nieuw tijdperk van vrijheid en gelijkheid
Vrijheid & gelijkheid?
Achter alles zitten grondrechten
Je moet vrij zijn om te kunnen deelnemen aan cultuur (bv. evenementen,
carnavalstoeten…)
Voor arme mensen niet altijd evident: er zijn drempels
Nog maar eens een rode draad doorheen dit hoofdstuk
= De maatschappelijke gevolgen van de industrialisatie en de Eerste
Industriële Revolutie (textiel, staal, stoom, steenkool)
SOCIAAL-ECONOMISCH: Kapitalisme, nieuwe sociale verhoudingen en
ongelijkheden ( de sociale kwestie)
SOCIAAL-POLITIEK: Democratische revoluties (om meer vrijheid en gelijkheid): de
Amerikaanse Revolutie (1776), de Franse Revolutie (1789), de Belgische
Revolutie (1830), de revolutie van 1848,…
3
perspectieven
Hoofdstuk 5: Sociaal werk tussen
Verlichting en Romantiek (1750 –
1850): Moderne Tijd
De eeuw van revoluties
Evolutie van Ancien Régime (1492-1789) naar
Verlichting (na 1789...) Stedelijke, industriële
samenlevingen
Landbouwsamenlevingen
Ratio van wetenschap,
God & (bij)geloof centraal in het denken techniek en kapitalisme
centraal in het denken
Onvrije, ongelijke, onredelijke samenlevingen
Vrije(re), gelijke(re) en
redelijke(re) samenlevingen
Standenmaatschappijen
Klassenmaatschappijen
Moderne tijd
Evolueren duidelijker van een Ancien Régime naar het verlichte tijdperk
(halverwege de 18e eeuw)
- Landbouwsamenlevingen stedelijke industriële samenlevingen
- Meeste mensen werken in de industrie in de stad
1
, - Cultuur: de meeste mensen waren toen gelovig de verlichting werd het
nieuwe gedachtengoed, het geloof staat niet meer centraal (nieuwe
religies)
- Mensen waren niet vrij, geboren in je stand, niet zomaar een ander beroep
kiezen men laat zich minder leiden door de religie, klassensamenleving
waarin mensen hun rol/taak/identiteit niet meer bepaald wordt door hun
stand maar door studies, beroep, loon…
o Vrijer, gelijker
Een tijdperk van revoluties
- Sociaal werkers sociale consequenties van deze historische feiten
relevant
- Sociale gevolgen van Eerste Industriële Revolutie
o Enkele ingrijpende technologische innovaties
o Nieuwe kracht- en energiebronnen zoals stoomkracht
o Mensen minder afhankelijk van natuurlijke bronnen
- Machinale productie leidde vervolgens tot concentratie van kapitaal en
handenarbeid in fabrieken
- Gevolgen voor mens en samenleving
- Invloed van industrialisatieproces leidde tot het ontstaan van totaal nieuwe
samenlevingsmodel: moderne, geïndustrialiseerde klassenmaatschappij
- Sociale gevolgen van de Industriële Revolutie
o Demografische impact: bevolkingsgroei, minder ziekten en minder
voedselcrisis
o Invloed op sociale geografie: plattelandsvlucht en verstedelijking
o Sociaaleconomisch: basis van economische voorsprong van het
Westen ten opzichte van het ‘zich ontwikkelende’ Zuiden
Groei van kloof met rest van de wereld
o Nieuwe vormen van ongelijkheid
Aan ene kant bezittende klasse die kapitaal bezit en aan
andere kant bezitloze klasse die geen productiemiddelen
bezit en haar arbeid noodgedwongen tegen loon verruilt
- Sociale kwestie
o Erbarmelijke werk- en leefomstandigheden van de fabrieksarbeiders
18de en 19de eeuw
2
, - Op cultureel vlak: Verlichting => geloof in de macht van de wetenschap,
techniek en kapitalisme
o Grondslagen nieuwe culturele repertoire in rede, vooruitgangsgeloof
en democratische idealen van vrijheid en gelijkheid
- Sociaal-culturele klimaat sterk bepaald door tegenhanger: de Romantiek
o Emotioneel voelen
- Domineren de nieuwe politieke ideeën en staatsopvattingen
o Golf van revoluties
o Nieuw tijdperk van vrijheid en gelijkheid
Vrijheid & gelijkheid?
Achter alles zitten grondrechten
Je moet vrij zijn om te kunnen deelnemen aan cultuur (bv. evenementen,
carnavalstoeten…)
Voor arme mensen niet altijd evident: er zijn drempels
Nog maar eens een rode draad doorheen dit hoofdstuk
= De maatschappelijke gevolgen van de industrialisatie en de Eerste
Industriële Revolutie (textiel, staal, stoom, steenkool)
SOCIAAL-ECONOMISCH: Kapitalisme, nieuwe sociale verhoudingen en
ongelijkheden ( de sociale kwestie)
SOCIAAL-POLITIEK: Democratische revoluties (om meer vrijheid en gelijkheid): de
Amerikaanse Revolutie (1776), de Franse Revolutie (1789), de Belgische
Revolutie (1830), de revolutie van 1848,…
3