DEEL 6: Erfbelasting
H1: Inleiding
1. Algemeen
De belastingen die verschuldigd zijn wanneer een persoon overlijdt & er in zijn
patrimonium goederen aanwezig zijn die, door zijn overlijden, overgaan naar een andere
partij
Erfbelasting
= de overkoepelende benaming die gegeven wordt aan de belastingen die verschuldigd
zijn op de overgang van vermogen (/gelijkgesteld) naar aanleiding van het overlijden
van een persoon
onderscheid: naargelang het gaat om een rijksinwoner of niet-rijksinwoner
Schenkingen tijdens het leven dat lijdt tot onbillijke situaties -> kan leiden tot moeilijke
situaties & inkorting
= degene die benadeeld is, zeggen dat die benadeeld is waardoor de “koek”
opnieuw wordt bepaald
2. Situering van het successierecht in de fiscaliteit
Successierechten
• indirecte belastingen -> heffen belastingen op overdracht van goederen -> niet op
verwerving van inkomsten
• een vorm van vermogensbelasting
• gewestmaterie
Criterium bepaling welke regels van toepassing: vaststelling van fiscale woonplaats
3. De fiscale woonplaats
Bepaling fiscale woonplaats: kijken naar het gewest waarin de erflater zijn woonplaats
had op ogenblik van overlijden
in 5j voor overlijden: in meerdere gewesten gewoond -> in welk gewest erflater in die
5j het langst heeft gewoond
werkelijke verblijfplaats > inschrijving in bevolkingsregister (meestal)
4. Successierechten of rechten van overgang?
Art. 1.1.0.0.2 VCF: onderscheid tussen successierecht & recht van overgang
Successierecht: als het gaat om een rijksinwoner
Recht van overgang: als het gaat om een niet-rijksinwoner
Hoedanigheid van erflater: van groot belang
, Rijksinwoner
= art 1.1.0.0.2, 1ste lid, 18° VCF
feitenkwestie
H2: Samenstelling van de nalatenschap
1. Basisprincipe
Successierechten: verschuldigd op wereldwijde vermogen van de rijksinwoner
Successierecht: verschuldigd als goederen verworven worden door overlijden van
rijksinwoner -> goederen die op ogenblik van overlijden werkelijk in de nalatenschap
aanwezig zijn
fictief ook situaties gevoegd (art. 2.7.1.0.3 – 2.7.1.0.1° VCF) -> goederen die door een
fictie van fiscale wetgever toch worden belast, hoewel ze eigenlijk niet meer tot het
vermogen van de erflater behoren -> fictiebepalingen
geschonken roerende goederen zonder registratie & overlijden binnen de 3j sterft
NOOIT onroerende goederen want moeten geregistreerd worden
Eventuele disputen tussen erfgenamen waardoor de verdeling nog niet kan plaatsvinden
-> schorten heffing van successierechten niet op
successierechten worden geheven & evt nieuwe fieten kunnen dan aanleiding geven
tot andere heffing
Elke erfgenaam: met zijn persoonlijke vermogen verantwoordelijk voor betaling van zijn
successierechten -> zelfs al heeft hij nog niets uit de nalatenschap ontvangen
Bv: villa -> raakt niet verkocht -> maar persoonlijk aansprakelijk voor successierechten ->
vaak verkopen tegen veel te lage prijs
2. De fictiebepalingen
2.1. Inleiding
De fictiebepalingen
= fiscale regels waardoor goederen die volgens het burgerlijk recht niet tot de
nalatenschap behoren, fiscaal wel tot de nalatenschap worden gerekend
Elementen uit VCF die hierop ook van toepassing zijn
• hetgeen op basis van een fictiebepaling belastbaar is zal meegeteld worden met
andere, reële verkrijgingen om het belastbaar erfdeel te bepalen
• het verwerpen van de nalatenschap helpt een erfgenaam niet om de toepassing
van de fictiebepalingen te vermijden
H1: Inleiding
1. Algemeen
De belastingen die verschuldigd zijn wanneer een persoon overlijdt & er in zijn
patrimonium goederen aanwezig zijn die, door zijn overlijden, overgaan naar een andere
partij
Erfbelasting
= de overkoepelende benaming die gegeven wordt aan de belastingen die verschuldigd
zijn op de overgang van vermogen (/gelijkgesteld) naar aanleiding van het overlijden
van een persoon
onderscheid: naargelang het gaat om een rijksinwoner of niet-rijksinwoner
Schenkingen tijdens het leven dat lijdt tot onbillijke situaties -> kan leiden tot moeilijke
situaties & inkorting
= degene die benadeeld is, zeggen dat die benadeeld is waardoor de “koek”
opnieuw wordt bepaald
2. Situering van het successierecht in de fiscaliteit
Successierechten
• indirecte belastingen -> heffen belastingen op overdracht van goederen -> niet op
verwerving van inkomsten
• een vorm van vermogensbelasting
• gewestmaterie
Criterium bepaling welke regels van toepassing: vaststelling van fiscale woonplaats
3. De fiscale woonplaats
Bepaling fiscale woonplaats: kijken naar het gewest waarin de erflater zijn woonplaats
had op ogenblik van overlijden
in 5j voor overlijden: in meerdere gewesten gewoond -> in welk gewest erflater in die
5j het langst heeft gewoond
werkelijke verblijfplaats > inschrijving in bevolkingsregister (meestal)
4. Successierechten of rechten van overgang?
Art. 1.1.0.0.2 VCF: onderscheid tussen successierecht & recht van overgang
Successierecht: als het gaat om een rijksinwoner
Recht van overgang: als het gaat om een niet-rijksinwoner
Hoedanigheid van erflater: van groot belang
, Rijksinwoner
= art 1.1.0.0.2, 1ste lid, 18° VCF
feitenkwestie
H2: Samenstelling van de nalatenschap
1. Basisprincipe
Successierechten: verschuldigd op wereldwijde vermogen van de rijksinwoner
Successierecht: verschuldigd als goederen verworven worden door overlijden van
rijksinwoner -> goederen die op ogenblik van overlijden werkelijk in de nalatenschap
aanwezig zijn
fictief ook situaties gevoegd (art. 2.7.1.0.3 – 2.7.1.0.1° VCF) -> goederen die door een
fictie van fiscale wetgever toch worden belast, hoewel ze eigenlijk niet meer tot het
vermogen van de erflater behoren -> fictiebepalingen
geschonken roerende goederen zonder registratie & overlijden binnen de 3j sterft
NOOIT onroerende goederen want moeten geregistreerd worden
Eventuele disputen tussen erfgenamen waardoor de verdeling nog niet kan plaatsvinden
-> schorten heffing van successierechten niet op
successierechten worden geheven & evt nieuwe fieten kunnen dan aanleiding geven
tot andere heffing
Elke erfgenaam: met zijn persoonlijke vermogen verantwoordelijk voor betaling van zijn
successierechten -> zelfs al heeft hij nog niets uit de nalatenschap ontvangen
Bv: villa -> raakt niet verkocht -> maar persoonlijk aansprakelijk voor successierechten ->
vaak verkopen tegen veel te lage prijs
2. De fictiebepalingen
2.1. Inleiding
De fictiebepalingen
= fiscale regels waardoor goederen die volgens het burgerlijk recht niet tot de
nalatenschap behoren, fiscaal wel tot de nalatenschap worden gerekend
Elementen uit VCF die hierop ook van toepassing zijn
• hetgeen op basis van een fictiebepaling belastbaar is zal meegeteld worden met
andere, reële verkrijgingen om het belastbaar erfdeel te bepalen
• het verwerpen van de nalatenschap helpt een erfgenaam niet om de toepassing
van de fictiebepalingen te vermijden