100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Strafrecht 2425 (incl. nieuw Sw.)

Beoordeling
4,0
(1)
Verkocht
15
Pagina's
268
Geüpload op
21-05-2025
Geschreven in
2024/2025

Deze samenvatting bevat ALLE leerstof. Gebaseerd op het handboek en aangevuld met nadrukken uit de colleges. Bevat veel witruimte, duidelijke taal, gebruik van kaders, aparte kaders voor het nieuwe Sw.,...


















Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
21 mei 2025
Aantal pagina's
268
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

STRAFRECHT SAMENVATTING ACADEMIEJAAR 2024-2025

Inleiding (p. 1-9)
Het positief strafrecht onderverdeeld in het misdrijf, de dader en de straffen en andere
gevolgen van het misdrijf
A. De strafwet (p. 9-30)
B. Het misdrijf (p. 30-85)
C. De dader (p. 86-137)
D. De straffen en andere gevolgen van het misdrijf (p. 138-272)

Toepassing casus: p. 218-219

Disclaimer: Deze samenvatting is gebaseerd op het Handboek ‘Overzicht van het Belgisch
algemeen strafrecht’ 4de editie (2025) F. Deruyck m.m.v. Y. Van Landeghem. + aangevuld met
eigen notities.

Hoofdstuk I: Inleiding tot de studie van het strafrecht
Inleiding: begripsbepaling
Een gemeenschap heeft nood aan ordening en dat kan enkel met een set van dwingende
regels. Het geheel van die regels vormt het geldende recht. Recht is afdwingbaar maar dat
kan alleen maar wanneer de overtreding van een regel gesanctioneerd word.

Verschillende sanctiesystemen kunnen toegepast worden: burgerlijke, administratieve,
disciplinaire sancties

Soms kan de wetgever iets van zodanig belang achtte dat hij de handhaving afdwingt onder
bedreiging van strafsancties of straffen.
 Het openbaar karakter van de te beschermen waarden, en niet zozeer de particuliere
personen, verklaart waarom de wetgever ter zake een beroep op straffen doet

Strafrecht kent 3 kenmerken:
1) Strafrecht is publiek recht
2) Strafrecht is legaal recht
3) Strafrecht is sanctierecht

Het strafrecht is niet statisch van aard. M.a.w. varieert het strafrecht in tijd en ruimte. Het
strafrecht wat de handhaving van een aantal waarden in een bepaald land op een bepaald
ogenblik beoogt = het positief strafrecht

Misdrijven en sancties
In élke gemeenschap bestaan er misdrijven en sancties. Ongeacht haar politieke,
economische of ideologische waarden. Die misdrijven en sancties vormen het positief
strafrecht. Ze zijn dé klassieke kernbegrippen in het strafrecht hoewel sedert einde 19 e E het
strafrecht meer en meer aandacht geeft aan ook dader.

Misdrijven, sancties én de dader zijn nu de huidige kernbegrippen van het strafrecht.


1

,Definitie
Rechtsleer geeft verschillende definities omtrent het doel van strafrecht en grondslag van het
recht om te straffen.
Een juridisch-praktische definitie van het strafrecht kan de volgende zijn:
 Strafrecht = geheel van wetsbepalingen
(1) die de strafbare gedragingen aangeven en de sancties bepalen, hetzij straffen,
hetzij beveiligingsmaatregelen die op de daders van toepassing zijn
(2) die de algemene principes weergeven die op de bestraffing van die daders van
toepassing zijn
Disclaimer: deze samenvatting bestudeert enkel het positief strafrecht. het wijsgerig
strafrecht zal maar een paar keer aan bod komen!
 Positief strafrecht = het geldende strafrecht. Dat wat in verdragen, wetten, decreten,
ordonnanties en reglementen is vastgelegd.
 Wijsgerig strafrecht = gericht op onderzoek van rationele en morele grondslagen van
het recht van de gemeenschap om te straffen, de doelstelling om te straffen en de
eigenschappen die de straffen moeten bezitten om hun sociale functies te vervullen.

Hierbij wordt vaak het onderscheid gemaakt tussen de absolute en de relatieve theorieën:
Absolute leer Relatieve leer
- Omdat men een misdrijf pleegt, - De straf is een middel om
moet er gestraft worden misdrijven te voorkomen
- Punitur, quia peccatum est => er - Punitur, ne peccetur => er
wordt gestraft omdat er is wordt gestraft opdat er niet
gezondigd meer zou worden gezondigd
- Er is een schuld aan de - Men straft niet omdat de
gemeenschap die vereffend moet betrokkene het verdiend,
worden maar omdat het
- De staat heeft het recht om te maatschappelijk nuttig is
straffen, omdat er simpelweg een
misdrijf gepleegd is

Beide theorieën leiden in praktijk tot veel uiteenlopende standpunten over verschillende
topics zoals bv. de verjaring, opportuniteitsbeginsel
Absolute leer: er valt weinig te zeggen over mogelijkheid van OM om niet te vervolgen
wegens opportuniteitsredenen of nog voor de verjaring van de strafvordering of van de straf
 Verjaring van de strafvordering aldus van de mogelijkheid om nog tot een
veroordeling te komen
 Verjaring van de straf aldus van de mogelijkheid om de reeds uitgesproken straf nog
uit te voeren
In de praktijk kent het strafrecht invloeden van zowel de absolute, als de relatieve theorie.
Maar er is wellicht een nadruk op elementen uit de relatieve theorie.

Kenmerken
Om terug te komen op de 3 kenmerken van het strafrecht.
1) Strafrecht is publiek recht


2

,- Bij het plegen van een misdrijf ontstaan er een verticale rechtsverhouding tussen
dader en gemeenschap = een wezenskenmerk van het strafrecht
- Recht tot straffen wordt overgedragen aan de staatsorganen
o Nochtans is een staat geen noodzakelijk element van het strafrecht
o Strafrecht kan losstaan van een staat want het steunt op een reactie van
de gemeenschap
o De staat is enkel een tussenkomende macht, geen grondelement van het
strafrecht
o Er is wel gevaar voor eigenrichting wanneer de samenleving ziet dat
overheidsorganen niet optreed tegen strafbaar gedrag. Dat kan leiden tot
onrust en chaos in de samenleving
A) Om dit gevaar uit de weg te gaan is het een gezond principe dat
het monopolie van straffen berust bij de overheid/staat
- Initiatief van strafzaken ligt dan wel in de handen van een overheidsorgaan, met
name het OM. Maar het OM dient de gemeenschap en niet de staat!

- Er kan ook een horizontale rechtsverhouding ontstaan, nl. tussen dader en
slachtoffer. ≠ wezenskenmerk van het strafrecht
o Het is geen wezenskenmerk omdat het mogelijk is dat er een misdrijf is
zonder (identificeerbare) slachtoffers bv. inbreuk op wegverkeer of
inbreuken op milieuwetgeving => in die gevallen ontstaat er geen of geen
identificeerbare horizontale rechtsverhouding door het plegen van een
misdrijf
o Zelfs al is er een slachtoffer, dan is er geen initiatief van diegene vereist om
een strafprocedure te kunnen opstarten. Want een strafprocedure wordt
opgestart namens de gemeenschap en niet namens het individueel
slachtoffer
A) In sommige rechtstelsels kan er geen strafprocedure in werking
treden zonder het initiatief van het slachtoffer (een klacht) => in
dergelijke rechtsstelsels is het strafrecht eerder een veredelde
vorm van het privaatrecht, en is het strafrecht geen publiekrecht
B) In BE is het strafrecht bij uitstek publiekrecht en kan de
strafvordering op gang gebracht worden zonder initiatief van het
slachtoffer (soms zelfs tegen de wil van het slachtoffer)
 UITZ: de enige uitzondering op dit principe zijn de
klachtmisdrijven
o Het slachtoffer kan in BE wel deelnemen aan de strafprocedure. In de
meeste gevallen de strafvordering zelfs opstarten, wat kan op 2 manieren:
1. door een klacht met burgerlijke partijstelling bij de OR of
2. door een rechtstreekse dagvaarding voor de vonnisgerechten
Maar steeds is de uitvoering van de strafvordering een prerogatief van
het OM
Het slachtoffer staat niet in voor het vorderen van de straffen, dat is een
zaak van publiek recht (verticaal)
Het slachtoffer kan wel een schadevergoeding vorderen, dat is een zaak
van privaat recht (horizontaal)


3

, - Det strafrecht kent meer en meer een invloed van de horizontale (private)
verhouding tussen dader en slachtoffer => deze evolutie leidde tot het herdenken
en versterken van de positie van het slachtoffer in de strafprocedure.
Voorbeelden van deze evolutie zijn:
o enerzijds betrekken van het slachtoffer in de procedure van
voorwaardelijke invrijheidsstelling
o anderzijds uitbreiding van de mogelijkheden tot inzage in lopende
strafdossiers tot alle belanghebbenden
- De vraag kan gesteld worden of men een verdere privatisering van strafrecht wel
wenselijk zou vinden


2) Strafrecht is legaal recht
- Een feit is pas strafbaar als er een voorafgaande wettelijke strafbepaling voor is
- Wetgever moet optreden om bepaalde gedragingen strafbaar te stellen
o De legaliteit van de incriminatie (art. 12, 2e lid Gw.) = niemand kan
worden vervolgd dan in de gevallen die de wet bepaalt
- Er kan ook geen straf worden opgelegd zonder dat deze voorafgaand op een
gedraging werd gesteld door de wetgever
o De legaliteit van de straf (art. 14 Gw.) = geen straf kan worden ingevoerd
of toegepast dan krachtens de wet
- Deze legaliteitsbeginselen vormen een fundamentele waarborg voor burgers
tegen de willekeur van de overheid

3) Strafrecht is sanctierecht
- Dienen als functie om te straffen
- Straffen = strafrechtelijke sancties (synoniem)
- Strafrecht treedt het publiek belang op de voorgrond
o  in het privaatrecht is vooral het particulier belang van de individuele
rechtssubjecten belangrijk. Privaatrechtelijke sancties streven daarom
herstel van de geschonden regel door het toekennen van een
schadevergoeding na.
- Strafrechtelijke sancties zijn gekenmerkt door leedtoevoeging, die de schuldige
dader treft in zijn vrijheid, in zijn vermogen of in zijn eer
o Leedtoevoeging = de situatie van de dader vóór plegen van het misdrijf is
beter dan zijn situatie na het ondergaan van de straf
o Dit is het wezen van de straf, die daaraan haar repressieve en preventieve
werking ontleent

Kernbegrippen in het strafrecht
Naast misdrijven en sancties, is ook de dader een kernbegrip geworden in het (moderne)
strafrecht.

Misdrijven
 Misdrijven = die gedragingen waarop een wet een straf stelt. De overtreding van de
strafwet maakt dus een misdrijf uit.


4

,  Oorspronkelijk hoofdzakelijk beperkt tot Boek II Sw. die de waarden zoals veiligheid
van de staat, openbare orde en veiligheid, personen, eigendommen etc. diende te
beschermen
 Evolutie van de maatschappij bracht met zich mee dat ook andere waarden zoals
milieu, sociale zekerheid, financiën van de staat etc. in afzonderlijke wetten
strafrechtelijke bescherming nodig achtte.
 Ook de techniek van de strafbaarstelling is gewijzigd
o Vroeger werden in hoofdzaak positieve daden strafbaar gesteld die effectieve
schade hebben veroorzaakt bv. diefstal
o Nu ook maken sommige onthoudingen en louter gevaar zettende gedragingen
misdrijven uit bv. schuldig verzuim



Strafrechtelijke sancties
 Strafrechtelijke sancties = door de wet vastgestelde reacties op de schending van de
strafrechtelijke normen
 Klassieke opvatting van strafrecht is die sanctie een straf => dat is het opleggen van
leed t.o.v. degene die een inbreuk plegen op de norm (bv. vroeger de doodstraf,
vrijheidsberoving, ontzetting uit rechten, aantasting vermogen)
Vanaf 19e E heeft deze opvatting een opmerkelijke evolutie ondergaan:
o Enerzijds door het invoeren van beveiligingsmaatregelen t.o.v. geesteszieken
en minderjarigen
o Anderzijds door het invoeren van nieuwe straffen bv. straf onder ET, werkstraf,
autonome probatiestraf OF van bestraffingsmodaliteiten bv. uitstel,
opschorting, probatie die hoofdzakelijk gericht zijn op resocialiseren van de
betrokkene
Er werd duidelijk een grote waaier aan mogelijkheden ter beschikking gesteld van de
strafrechter

De dader
 Pas sedert eind 19e E gaf de wetgever hier aandacht aan
 Sancties worden meer en meer geïndividualiseerd en afgesteld op de persoonlijkheid
van de dader
o Zowel op niveau van hun oplegging van de straf (bv. keuze gevangenisstraf of
geldboete) als op niveau van uitvoering (bv. met uitstel)
 Sinds wet 4 mei 1999 van strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen
o Daderbegrip kent grote evolutie
o Sindsdien kunnen niet enkel natuurlijke personen, maar ook rechtspersonen
(vennootschappen) strafrechtelijk vervolgd én gesanctioneerd worden
o Vereist herconceptualisering van begrip dader en schuld
 Wanneer kan een strafbare gedraging geacht worden door een
rechtspersoon te zijn gepleegd?
 Waaruit kan mende door de strafwet vereiste schuldvorm zoals opzet of
onachtzaamheid afleiden in hoofde van een rechtspersoon?
o Het is niet zeker dat de toepassing van de begrippen schuld en dader op de
rechtspersoon in de RS reeds voldoende duidelijk is gemaakt

5

,Indeling en inhoud van het strafrecht
Strafrecht bestaat in de ruime betekenis uit 2 takken:
1. Het formeel strafrecht of strafprocesrecht (wetboek Sv.)
2. Het materieel strafrecht, wat nog bestaat uit 2 delen:
 Een algemeen deel waarin de in principes op alle misdrijven toepasselijke regels
voorkomen: indeling misdrijven, opgave van straffen, poging, deelneming, verval van
de straf enz. (Boek I Sw.)
 Een bijzonder deel dat de verschillende misdrijven, afzonderlijk beschouwd, opgeeft
met delictsomschrijving, toepasselijke straf (meestal een minimum en maximum),
bijzondere regels van bestraffing enz.
o Dit bijzonder deel valt op zijn beurt uiteen:
o Het bijzonder strafrecht (Boek II Sw.)
o De bijzondere strafwetten. Zoals bv. fiscaal strafrecht, financieel strafrecht,
milieustrafrecht, sociaal strafrecht, economisch strafrecht etc.
o In bijzondere strafwetten zijn overigens ook vaak bepalingen van het
algemeen deel van het strafrecht aan te treffen (die wijken dan af van de
gemeenrechtelijke bepalingen uit Boek I Sw. bv. op vlak van de poging of
van de herhaling) alsook bepalingen van strafpreocedurele aard (die
wijken dan af van de gemeenrechtelijke bepalingen uit het wetboek Sv. bv.
op vlak van vraag wie het opsporingsbevoegdheid heeft en welke
opsporingshandelingen kunnen worden verricht)
Strafrecht wordt vervolgens opgedeeld in het strafrecht van gemeen recht en de bijzondere
strafwetten
 Strafrecht van gemeen recht: houdt het Sw. in met begrip van de wetten die het
sindsdien hebben gewijzigd of aangevuld alsook de complementaire strafwetten
 De bijzondere strafwetten: definiëren en sanctioneren misdrijven die niet in het
strafrecht van gemeen recht zijn opgenomen. Bijzondere strafwetten zijn
afzonderlijke wetten. Kunnen wetten in de brede betekenis van het woord zijn:
wetten, decreten, ordonnanties, verordeningen of besluiten.

Strafrecht van gemeen recht
- Gemeen recht = het essentieel en permanent deel van het positief strafrecht
- Biedt bescherming aan juridische waarden die wezenlijk worden geacht voor de
maatschappelijke orde
- De toepassingssfeer van gemeen recht is algemeen, naar de personen en naar de
plaats

a. Het strafwetboek
Toen BE in 1830 onafhankelijk werd, was de Franse Code Pénal van 1810 van toepassing. Ons
eigen strafwetboek kwam pas in 1867 tot stand. Dit strafwetboek is doordrongen van de
principes van de klassieke school.
Klassieke leer
- denkrichting die haar hoogtepunt heeft gehad in de eerste helft van de 19e E
- volgens deze leer is de mens een rationeel wezen

6

, - de verantwoording van de straf ligt in de morele schuld van dat wezen
- schuld wordt gezien in het licht van de wilsvrijheid => de mens treft schuld omdat
hij kan kiezen tussen goed en kwaad en omdat hij, door een misdrijf te plegen,
voor het kwade heeft gekozen
De Nederlandse tekst van het Sw. kwam tot stand bij de wet van juli 1964. Het enige artikel
ervan bepaalt dat twistvragen gegrond op het verschil tussen de Ned. en Fra. Teksten worden
beslist naar wil van de wetgever die bepaalt wordt volgens de gewone interpretatieregels,
zonder voorrang van de ene tekst op de andere.

Het strafwetboek bevat 2 boeken:
Boek I: betreft misdrijven en bestraffing in het algemeen (art. 1-100ter Sw.). Bevat de
algemene beginselen m.b.t. het strafbaar stellen en de bestraffing die van toepassing zijn op
alle misdrijven bepaald in zowel Boek II als in de bijzondere wetten, BEHOUDENS
toepassing van art. 100 Sw. en de afwijkende bepalingen!

Zo zijn er een 11-tal hoofdstukken. Na deze hoofstukken volgen nog een 3-tal ‘algemene
bepalingen’:
Artikel 100 Sw. => regelt de toepasselijkheid van de algemene beginselen op de misdrijven
die strafbaar gesteld zijn bij bijzondere wetten en reglementen
Artikel 100bis Sw. => regelt de toepasselijkheid van de algemene beginselen op personen die
niet aan de militaire strafwetten zijn onderworpen maar die deelgenomen hebben aan een
misdaad of wanbedrijf omschreven in het Militair Strafwetboek
Artikel 100ter Sw. => de term “minderjarige” definieert als elk persoon die de leeftijd van 18
jaar nog niet heeft bereikt

Boek II: betreft de misdrijven en hun bestraffing in het bijzonder (art. 101-566 Sw.). in Boek II
worden de verschillende misdrijven omschreven, samen met de toepasselijke straf.
Boek II bestaat uit 10-tal hoofdstukken.

Strafwetboek 1867 is tot op heden nog van toepassing, uiteraard met de nodige
aanpassingen en wijzigingen. Na meerdere pogingen is uiteindelijk een nieuw Sw. ingevoerd
door twee wetten van de Wet van 29 februari 2024. Het nieuw Sw. zal in werking treden 2
jaar na de bekendmaking (dus op 8 april 2026).

We bekijken naar het vigerende, huidige, algemene strafrecht van vandaag de dag. Doch
worden in deze grijze kaders de belangrijkste wijzigingen die het nieuw Sw. zal bevatten
besproken worden.


b. Complementaire wetten
Sinds de invoering van het Sw. zijn verschillende complementaire wetten uitgevaardigd. Vaak
om bepaalde standpunten van bepaalde denkrichtingen in te leiden in het positief strafrecht
(zoals bv. het sociaal verweer).

De beginselen in de complementaire wetten hebben een algemeen karakter. Desondanks
dergelijke beginselen niet in het Sw. werden gelast, wordt er wel aangenomen dat die wetten
deel uitmaken van het strafrecht van gemeen recht.


7

,Historische voorbeelden en actuele opvolgers:
Bv. wet 31 mei 1888 op de voorwaardelijke invrijheidstelling en de voorwaardelijke
veroordeling, beide aspecten vervangen door een latere wet.
Bv. wet 15 mei 1912 op kinderbescherming, ook later vervangen.
Bv. wet 9 april 1930 tot bescherming van de maatschappij tegen abnormale en de
gewoontemisdadigers, vervangen door 2 later opvolgende wetten.

Bijzondere strafwetten
Naast het strafrecht van gemeen recht, bestaan er ook een groot aantal bijzondere wetten in
het strafrecht.
Bijzondere strafwetten hebben betrekking op bijzondere materies of bepaalde categorieën
van personen. Meestal werden ze opgevat en opgesteld onder invloed van economische,
sociale of politieke aard en buiten de traditionele wetstechnieken om.
 Verklaard hun vaak uiteenlopend en onsamenhangend karakter
Sommige bijzondere wetten vormen een afzonderlijk strafrechtelijk systeem en hebben de
vorm van een wetboek aangenomen. Bv. Militair Sw., Sociaal Sw., Boek XV
(rechtshandhaving) van WER.

Bijzondere wetten kunnen ofwel grotendeels of zelfs uitsluitend het strafrecht aanbelangen
(bv. Drugswet 1921). Vaak gaat het evenwel om wetten uit andere rechtstakken die slechts
enkele strafbepalingen bevatten (bv. milieurecht en financieel recht).

Er zijn ontelbaar veel bijzondere strafwetten. Nulla lex sine poena (= er is geen wet zonder
dat er een strafbepaling bestaat). Deze vaststelling zet aan tot reflectie over de praktische
toepasbaarheid van al deze bijzondere wetten.

Toepasselijkheid van het strafrecht van gemeen recht op de bijzondere strafwetten
Art. 100 Sw.:
“Bij gebreke van andersluidende bepalingen in bijzondere wetten en verordeningen, worden
de bepalingen van het eerste boek van dit wetboek toegepast op de misdrijven die bij die
wetten of verordeningen strafbaar zijn gesteld, met uitzondering van HVII en art. 85 Sw.”
Uitgangspunt: bepalingen van Boek I zijn van toepassing op zowel de misdrijven opgesomd in
Boek II, als op de misdrijven strafbaar gesteld bij bijzondere strafwetten. => 3 UITZ.

Uitzondering 1: de bijzondere wet of verordening bevat een afwijkende bepaling
 Indien dit het geval is wordt de afwijkende bepaling toegepast, en niet Boek I. Zo
komt het wel eens voor dat er in bijzondere wetgeving soms wordt afgeweken van de
bepalingen van strafbare poging, herhaling of nog de samenloop van misdrijven.

Uitzondering 2: de bepalingen van hoofdstuk VII (art. 66-69 Sw.)
 H7 betreft de deelneming van verscheidene personen aan eenzelfde misdaad of
wanbedrijf
 Mededaders en medeplichtigen
 Wanneer meerdere personen hebben deelgenomen aan een misdaad of wanbedrijf
dat strafbaar is gesteld bij een bijzondere wet of verordening  dan zullen zij in


8

, beginsel niet strafbaar zijn wegens deelneming tenzij de bijzondere wet of
verordening die deelneming uitdrukkelijk strafbaar stelt

Uitzondering 3: artikel 85 Sw.
 Dit artikel betreft de toepassing van verzachtende omstandigheden (VO) op
correctionele straffen. In beginsel is er geen toepassing van VO voor wanbedrijven in
bijzondere wetten tenzij die wetten uitdrukkelijk bepalen dat art. 85 Sw., aldus de VO,
wél mag worden toegepast.

!! UITZ. 2 en 3 moeten worden bekeken in historische context. De wetgever in 1867 maakte
een onderscheid tussen misdrijven van het Sw. en misdrijven van bijzondere wetten. De
bijzondere wetten waren volgens hem louter materiële misdrijven die geen moreel
bestanddeel vereisen. Het louter materieel karakter van deze misdrijven is strijdig met de
idee van bewuste en gewilde deelneming. VO werden ook uitgesloten omdat ze in de 19ᵉ E
hun oorsprong vonden in de morele ingesteldheid van de dader.
In 1867 waren de auteurs van oordeel dat het niet aangewezen was om het invoeren van
sancties voor deelneming aan misdrijven – die vaak als minder ernstig werden beschouwd –
en het wegens VO verminderen van straffen – die reeds als laag werden beschouwd – tot
algemene regel te verheffen.
Het was beter om, moest er toch aanleiding toe bestaan, het aan de wetgever over te laten
om zich in elk afzonderlijk geval daarover uit te spreken.

Disclaimer: zo goed als alle bijzondere wetten bevatten een bepaling waarbij hoofdstuk VII en
art. 85 Sw. WEL een toepassing kennen, omdat er thans geen wezenlijk verschil meer bestaat
tussen de misdrijven uit het Sw. en uit de bijzondere wetten.
Disclaimer: Maar toch bij ontbreken van een dergelijke bepaling in de bijzondere strafwet is
de toepassing van hoofdstuk VII en art. 85 Sw. ALSNOG uitgesloten.

Art. 77 nieuw Sw. stelt dat de bepalingen van Boek I zonder uitzondering van toepassing zijn
op de misdrijven die in bijzondere wetten en verordeningen strafbaar worden gesteld,
BEHOUDENS andersluidende bepalingen in die bijzondere wetten of verordeningen. Dit
omdat de historische ratio legis voor de uitzondering op vlak van strafbare deelneming en
VO bij wanbedrijven immers is weggevallen.

Alle bijzondere strafbepalingen van het oude Sw. moeten worden omgezet conform het
nieuwe Sw.
Indien een bijzondere strafbepaling nog niet is aangepast moet je i.p.v. dat, dit lezen… zie
het conversiemechanisme (omzetting)
Art. 78, §4 en 5 nieuw Sw.: conversiemechanisme voor bijzondere strafwetten die niet zijn
aangepast aan de bepalingen van het nieuwe Boek I Sw.
De inleiding is nu afgehandeld.




9

, Hoofdstuk II: Het positief strafrecht
A. De strafwet
I. Algemene beginselen
Het legaliteitsbeginsel
- Art. 15 IVBPR en art. 7 EVRM bepalen dat niemand kan worden veroordeeld
wegens het handelen of nalaten, dat geen strafbaar feit was naar (inter)nationaal
recht ten tijde dat het handelen of nalaten plaatsvond.
- Art. 12, 2e lid Gw. en art. 14 Gw. bepalen dat niemand kan worden vervolgd dan in
de gevallen die bij wet zijn bepaald en dat er geen straf kan worden ingevoerd of
toegepast dan krachtens de wet.
 Deze internationaalrechtelijke normen en grondwettelijke regels vormen het
legaliteitsbeginsel van de strafbaarstelling en van de straffen, wat ten grondslag ligt
aan het BE strafrecht.
- Strafrecht is een geschreven recht, een legaal recht
- Strafbaar stellen van een bepaalde gedraging en opleggen van straffen kan enkel
krachtens de wet: nullum crimen nulla poena sine lege (= geen misdrijf zonder
wet, geen straf zonder wet)
- Art. 2, 1ste lid Sw. omvat een bevestiging van het legaliteitsbeginsel:
“Geen misdrijf kan worden gestraft met straffen die bij de wet niet waren gesteld voordat het
misdrijf werd gepleegd.”
Deze bepaling heeft in principe enkel betrekking op de legaliteit van de straf. Maar het wordt
algemeen aanvaard dat deze bepaling ook van toepassing is op de strafbaarstelling.

Art. 1, 1ste en 2de lid nieuw Sw. zal zowel de legaliteit van de strafbaarstelling als van de straf
uitdrukkelijk verwoorden.
Art. 1, 3de lid nieuw Sw. voegt hier wel een voorbehoud aan toe: een en ander verhindert
niet dat er berechting en bestraffing van iemand die schuldig is aan een handelen of
nalaten, dat ten tijde van het handelen of nalaten een misdrijf was conform de algemene
beginselen die door de internationale volkerengemeenschap wordt erkend.
 Dit is de zgn. Neuremberg-clausule die ook werd vervat in art. 7.2 EVRM

Draagwijdte legaliteitsbeginsel
- Legaliteitsbeginsel vereist niet dat alle bepalingen die gedragingen strafbaar
stellen en er straffen op stellen door de WM zelf zouden worden uitgevaardigd
Maar het vereist wel dat ze worden genomen krachtens de wet
- Naast wetten in formele betekenis van het woord, kunnen misdrijven en straffen
evengoed worden omschreven in tal van andere normatieve teksten
- Men moest na de staatshervorming vooreerst rekening houden met decreten en
ordonnanties
- Materieel strafrecht is in principe een gereserveerde bevoegdheid die de
grondwetgever toekent aan de wetgever. (art. 12, 2de lid en art. 14 Gw.)
o DOCH mag de decreetgever zich ook op dit voorgehouden domein
begeven (art. 11 BWHI)

10

Beoordelingen van geverifieerde kopers

Alle reviews worden weergegeven
3 maanden geleden

4,0

1 beoordelingen

5
0
4
1
3
0
2
0
1
0
Betrouwbare reviews op Stuvia

Alle beoordelingen zijn geschreven door echte Stuvia-gebruikers na geverifieerde aankopen.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
yanaramaekers Vrije Universiteit Brussel
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
50
Lid sinds
3 jaar
Aantal volgers
20
Documenten
6
Laatst verkocht
4 dagen geleden

4,7

3 beoordelingen

5
2
4
1
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen