WERKPLEKLEREN IN DE KLAS 2
1. BS, OBSERVATIE OBSERVEREN, BS IVB LPD
SPELEN
Wat is spelen?
× Gebeurt vanuit de kinderen en niet volgens de regels vd LK
× Sociale emotionele en ondernemende vh sterker te ontwikkelen
× Spelen moet niet aangeleerd worden
× Wereld rond
× Imiteren onderzoek plannen nemen verantwoordelijkheid en vaardigheden ontw
× Kleuters opdrachten wiskundige concepten maar ook binnen spel leren ze veel
(zwaartekracht, geometrie, etc)
× Werken samen, leren luisteren, problemen oplossen, leren vertellen wat ze doen
× Fouten maken en doorzetten, succeservaringen
× Universeel
Waarom spelen kinderen?
= Verbaal en non – verbale communicatie
= Kinderen ontdekken de wereld al spelend en onderzoekend – draagt bij aan hun
kontwikkeling
VOORWAARDEN SPELEN
× Plezier merkbaar
× Vrijheid van denken en handelen
× Regels die de kinderen zelf verzinnen of ontlenen aan de situatie die ze spelen
× Sprake van vrijwilligheid
× Open en flexibele bezigheid
SPELEND LEREN ZINVOL WERKEN VRIJ SPELEN OF KLEUTERINITIATIEF
× Spanningsveld tussen × Freinet × Incidenteel + intentioneel
spelen en leren × Werk bij kinderen = handelen = doelgerichter
× Pedagogisering van het natuurlijk × Gradaties van verplichte of
spel cf. rol van de lk? × Spelend = zinvol werken beperkte keuze
× Realistische en × Eigenheid kinderen
betekenisvolle contexten × Leren van elkaar
× Al doende en spelend leren × Stimuleert alle
ontwikkelingsgebieden
SPEL EN ONDERWIJS – BIJLAGE
= Door te spelen krijg je een blik op de wereld – vat op de werkelijkheid
Spelen betekent altijd dat kinderen een zekere mate van vrijheid hebben – ze hebben ruimte
voor keuze, eigen interpretaties en om eigen doelen te stellen id activiteit
1. SOCIALISATIE
= Grip op de wereld en geven er een persoonlijke betekenis aan
, 2. KWALIFICATIE
= Vat krijgen op de wereld, hoe zit die in elkaar?
Kinderen stellen zichzelf doelen – nieuwsgierig naar nieuwe materialen en willen
weten waar die voor zijn + ermee kunnen handelen
3. SUBJECTWORDING
= Kind toont wie hij is, wat hij kan en durft - als LK een veilige omgeving voor
voorzien
Spelen biedt een veilige context om ervaringen op te doen met mens – zijn
à ZNO (zone van de naaste ontwikkeling)
WAAR LK EN KINDEREN ELKAAR ONTMOETEN
LK =
× Veilige basis
× Beschikbaar
× Helpt kinderen om ervaringen en gedachten uit te drukken, de ander en zichzelf
beter te gaan begrijpen
× Sensitie + responsieve houding
Maken kinderen nieuwsgierig, inspiratie bieden, helpen kinderen eigen ideeën te
formuleren, dagen hen uit, etc
“Scaffolding” = bouwen van ‘steigers’ om in het moment de ervaring te bevestigen,
verdiepen en verrijken
Wat doet een LK?
× Kinderen ontmoeten in hun spel
× Observeringen
× In interactie gaan
KRACHT VAN INTERACTIE?
× INTERACTIE TUSSEN KINDEREN
1STE PEDAGOOG VOOR EEN KIND ZIJN DE ANDERE KINDEREN
Kinderen ontdekken door naar elkaar te kijken en samen dingen te doen – ze richten
zich op elkaar, maar ze kunnen ook van elkaar leren
× INTERACTIE MET DE LK
2DE PEGAGOOG VOOR EEN KIND ZIJN DE VOLWASSENEN
De ouder of de leerkracht die het kind
= Observeert en stimuleert
= Kijkt en luisters en stemt af zonder overnemen
, × INTERACTIE MET DE OMGEVING
3DE PEDAGOOG IS RUIMTE EN MATERIALEN
= Binnenkomen via zintuigen – de ruimte – wekt exploratiedrang op
= Kinderen rechtstreeks contact met de buitenwereld
MEESPELEN = VERKENNEN, VERBINDEN EN VERRIJKEN
Verzamelen van waardevolle informatie over kinderen, ideeën, mogelijkheden of interesses
(!) Door interactie gaat vaak een wereld open die tijdens geleide activiteit aan tafels of kring
niet zichtbaar is – je leert kls op een andere manier kennen en daarom is het zo een
krachtige manier om die rol als LK op te nemen
FOCUS
× Of meespelen succesvol is, of spel onderbreekt/ ondersteunt, hangt dus af vd manier
waarop je meespeelt
× Verbinding maken met kinderen
× Verplaatsen in hun perspectief
× Openstelt voor hun ideeën
× Het spel verrijken
à REFLECTIE
, BEGINSITUATIE VAN DE KINDEREN
OBSERVEREN VAN WELBEVINDEN EN BETROKKENHEID
Welbevinden Genieten, plezier beleven, ontspannen, durft zichzelf te zijn
Betrokkenheid Geconcentreerd, energiek, vertoont voldoening
BEGINSITUATIE IN FUNCTIE VAN DE LEERPLANDOELEN
LEERPLANDOELEN
× Voor je LPD gekregen hebt
- Per LG gegevens rond BS noteren in schrift
- Via observatie + bevragen van mentor
× Duid belangrijke woorden aan in LPD (= ww of begrippen) – wat wil je nu net van
informatie achterhalen?
× Lijst leerplandoelen OVSG/GO – Stage accent op de klas (= mentor maakt selectie voor
stage)
HOE BRENG JE BS PER LPD IN KAART?
× Duidelijk beeld van de BS van de kinderen in functie van de na te streven
leerplandoelen
× Per doel, verzamel je dus zo concreet en relevant mogelijk informatie vanuit
verschillende bronnen (observatie, bevraging, observatiegegevens)
- Wat is de BS voor een specifiek leerplandoel?
- Wat hebben ze al gezien, wat weten ze al?
1. BS, OBSERVATIE OBSERVEREN, BS IVB LPD
SPELEN
Wat is spelen?
× Gebeurt vanuit de kinderen en niet volgens de regels vd LK
× Sociale emotionele en ondernemende vh sterker te ontwikkelen
× Spelen moet niet aangeleerd worden
× Wereld rond
× Imiteren onderzoek plannen nemen verantwoordelijkheid en vaardigheden ontw
× Kleuters opdrachten wiskundige concepten maar ook binnen spel leren ze veel
(zwaartekracht, geometrie, etc)
× Werken samen, leren luisteren, problemen oplossen, leren vertellen wat ze doen
× Fouten maken en doorzetten, succeservaringen
× Universeel
Waarom spelen kinderen?
= Verbaal en non – verbale communicatie
= Kinderen ontdekken de wereld al spelend en onderzoekend – draagt bij aan hun
kontwikkeling
VOORWAARDEN SPELEN
× Plezier merkbaar
× Vrijheid van denken en handelen
× Regels die de kinderen zelf verzinnen of ontlenen aan de situatie die ze spelen
× Sprake van vrijwilligheid
× Open en flexibele bezigheid
SPELEND LEREN ZINVOL WERKEN VRIJ SPELEN OF KLEUTERINITIATIEF
× Spanningsveld tussen × Freinet × Incidenteel + intentioneel
spelen en leren × Werk bij kinderen = handelen = doelgerichter
× Pedagogisering van het natuurlijk × Gradaties van verplichte of
spel cf. rol van de lk? × Spelend = zinvol werken beperkte keuze
× Realistische en × Eigenheid kinderen
betekenisvolle contexten × Leren van elkaar
× Al doende en spelend leren × Stimuleert alle
ontwikkelingsgebieden
SPEL EN ONDERWIJS – BIJLAGE
= Door te spelen krijg je een blik op de wereld – vat op de werkelijkheid
Spelen betekent altijd dat kinderen een zekere mate van vrijheid hebben – ze hebben ruimte
voor keuze, eigen interpretaties en om eigen doelen te stellen id activiteit
1. SOCIALISATIE
= Grip op de wereld en geven er een persoonlijke betekenis aan
, 2. KWALIFICATIE
= Vat krijgen op de wereld, hoe zit die in elkaar?
Kinderen stellen zichzelf doelen – nieuwsgierig naar nieuwe materialen en willen
weten waar die voor zijn + ermee kunnen handelen
3. SUBJECTWORDING
= Kind toont wie hij is, wat hij kan en durft - als LK een veilige omgeving voor
voorzien
Spelen biedt een veilige context om ervaringen op te doen met mens – zijn
à ZNO (zone van de naaste ontwikkeling)
WAAR LK EN KINDEREN ELKAAR ONTMOETEN
LK =
× Veilige basis
× Beschikbaar
× Helpt kinderen om ervaringen en gedachten uit te drukken, de ander en zichzelf
beter te gaan begrijpen
× Sensitie + responsieve houding
Maken kinderen nieuwsgierig, inspiratie bieden, helpen kinderen eigen ideeën te
formuleren, dagen hen uit, etc
“Scaffolding” = bouwen van ‘steigers’ om in het moment de ervaring te bevestigen,
verdiepen en verrijken
Wat doet een LK?
× Kinderen ontmoeten in hun spel
× Observeringen
× In interactie gaan
KRACHT VAN INTERACTIE?
× INTERACTIE TUSSEN KINDEREN
1STE PEDAGOOG VOOR EEN KIND ZIJN DE ANDERE KINDEREN
Kinderen ontdekken door naar elkaar te kijken en samen dingen te doen – ze richten
zich op elkaar, maar ze kunnen ook van elkaar leren
× INTERACTIE MET DE LK
2DE PEGAGOOG VOOR EEN KIND ZIJN DE VOLWASSENEN
De ouder of de leerkracht die het kind
= Observeert en stimuleert
= Kijkt en luisters en stemt af zonder overnemen
, × INTERACTIE MET DE OMGEVING
3DE PEDAGOOG IS RUIMTE EN MATERIALEN
= Binnenkomen via zintuigen – de ruimte – wekt exploratiedrang op
= Kinderen rechtstreeks contact met de buitenwereld
MEESPELEN = VERKENNEN, VERBINDEN EN VERRIJKEN
Verzamelen van waardevolle informatie over kinderen, ideeën, mogelijkheden of interesses
(!) Door interactie gaat vaak een wereld open die tijdens geleide activiteit aan tafels of kring
niet zichtbaar is – je leert kls op een andere manier kennen en daarom is het zo een
krachtige manier om die rol als LK op te nemen
FOCUS
× Of meespelen succesvol is, of spel onderbreekt/ ondersteunt, hangt dus af vd manier
waarop je meespeelt
× Verbinding maken met kinderen
× Verplaatsen in hun perspectief
× Openstelt voor hun ideeën
× Het spel verrijken
à REFLECTIE
, BEGINSITUATIE VAN DE KINDEREN
OBSERVEREN VAN WELBEVINDEN EN BETROKKENHEID
Welbevinden Genieten, plezier beleven, ontspannen, durft zichzelf te zijn
Betrokkenheid Geconcentreerd, energiek, vertoont voldoening
BEGINSITUATIE IN FUNCTIE VAN DE LEERPLANDOELEN
LEERPLANDOELEN
× Voor je LPD gekregen hebt
- Per LG gegevens rond BS noteren in schrift
- Via observatie + bevragen van mentor
× Duid belangrijke woorden aan in LPD (= ww of begrippen) – wat wil je nu net van
informatie achterhalen?
× Lijst leerplandoelen OVSG/GO – Stage accent op de klas (= mentor maakt selectie voor
stage)
HOE BRENG JE BS PER LPD IN KAART?
× Duidelijk beeld van de BS van de kinderen in functie van de na te streven
leerplandoelen
× Per doel, verzamel je dus zo concreet en relevant mogelijk informatie vanuit
verschillende bronnen (observatie, bevraging, observatiegegevens)
- Wat is de BS voor een specifiek leerplandoel?
- Wat hebben ze al gezien, wat weten ze al?