Zelf inschrijven voor het examen!! → canvas → doelgroepen→ uurrooster examen zie link
Doelgroepen
Algemeen
Wat verstaan we onder een doelgroep?
Doelgroep = een specifieke groep mensen met vergelijkbare behoeften, uitdagingen,
kenmerken en hulp -en ondersteuningsvraag.
Een beperking hoeft geen handicap te zijn
Beperking = een hindernis, aangeboren of verworven door omstandigheden dei de persoon
ondervindt (op fysiek, cognitief of sensorieel vlak, en die het functioneren van een individu
op één of meer gebieden beïnvloedt.
Handicap = afstemmingsprobleem tussen persoon met beperking en omgeving.
Vier richtingsvragen volgens ‘Van Os’
Vertrekpunt voor ondersteuning als orthopedagogisch begeleider?
- Actief luisteren
→ cliënt is een volwaardige burger die zelf weet wat hij/zij wil.
De 4 vragen van os
- Wat is er met jou gebeurd?
▪ Cliënt: ruimte om diens verhaal te delen
▪ OTB: persoonlijke achtergrond, context van cliënt verkennen en begrijpen
- Wat zijn je kwetsbaarheden (zwaktes) en weerbaarheden (sterktes)?
▪ Welke factoren belemmeren de vooruitgang van de cliënt?
▪ Welke factoren bevorderen de vooruitgang van de cliënt en/of kunnen de
kwetsbaarheden verminderen?
- Waar wil je naar toe?
▪ Gewenste toekomst situatie?
▪ Cliënt gaat zelf (of wordt betrokken bij) het doel formuleren
▪ Mee dirigeren leidt tot motivatie, verandering en groei
- Wat heb je nodig?
▪ Cliënt geeft aan (of wordt betrokken bij) welke hulpmiddelen of
hulpstrategieën nodig zijn om de gewenste situatie (doel) te bereiken.
▪ Ook hier: meer dirigeren zorgt voor meer motivatie, verandering en groei.
-
,Zelf inschrijven voor het examen!! → canvas → doelgroepen→ uurrooster examen zie link
Wisselwerking tussen de persoon en diens omgeving
Het netwerk van de cliënt is niet enkel het gezin of de korte familie.
Een voorbeeld netwerk:
Brussen
= broers en zussen van kinderen met brussen
een chronische ziekte, beperking of stoornis
Gezin
school ouders
Persoon
met
Organisaties beperking
Sociale netwerk
Oma
Voetbal en opa
(g-sport)
vrienden
,Zelf inschrijven voor het examen!! → canvas → doelgroepen→ uurrooster examen zie link
Verstandelijke beperking
intelectueel vermogen
adaptieve vaardigheden
in de schoenen van de persoon met VB
de ontwikkelingsperiode
blijvende toestand
weinige ondersteuningsnood
elke persoon met VB is uniek matige ondersteuningsnood
grote ondersteuningsnood
constante ondersteuningsnood
chromosomaal, genetisch
oorzaken van een VB
pre-peri-postnataal
in kaart brengen aanvangssituatie bij
AAIDD-model
VB
, Zelf inschrijven voor het examen!! → canvas → doelgroepen→ uurrooster examen zie link
1. In de schoenen van de persoon met een verstandelijke beperking
Een persoon met een verstandelijke beperking heeft beperktheden
- in het intellectueel functioneren
- én in het adaptief functioneren op conceptueel, sociaal en praktisch vlak
Een VB is:
• ontstaan tijdens de ontwikkeling (ontwikkelingsstoornis)
• blijvend
Dit heeft invloed op het algemeen dagelijks functioneren van de persoon!
1.1. Intelectueel functioneren
= bekwaamheid om informatie op te doen, te begrijpen, te verwerken, erover na te
denken en te gebruiken om problemen op te lossen. (ruimer dan IQ alleen)
1.2. Adaptief functioneren
= Vaardigheden die een persoon nodig heeft
• om zich aan te passen aan het dagelijks leven
• en om zelfstandig te functioneren
= Drie soorten adaptieve vaardigheden:
PRAKTISCHE SOCIALE CONCEPTUELE
Alledaagse taken en Effectief communiceren, In verschillende situaties
handelingen nodig voor relaties uitbouwen, abstracte informatie
zelfzorg en onafhankelijk interacties aangaan, begrijpen, verwerken en
functioneren (ADL) begrijpen en toepassen toepassen (schoolse
sociale normen & regels vaardigheden)
persoonlijke hygiëne, aan- en luisteren, non-verbale begrip van tijd, geld, tellen,
uitkleden, eten, drinken, communicatie, empathie, sociale meten, kleuren, vormen,
toiletgebruik, huishoudelijke signalen begrijpen, vriendschap letters en cijfers, …
taken, geldbeheer, … onderhouden, … (onderwijs)
Doelgroepen
Algemeen
Wat verstaan we onder een doelgroep?
Doelgroep = een specifieke groep mensen met vergelijkbare behoeften, uitdagingen,
kenmerken en hulp -en ondersteuningsvraag.
Een beperking hoeft geen handicap te zijn
Beperking = een hindernis, aangeboren of verworven door omstandigheden dei de persoon
ondervindt (op fysiek, cognitief of sensorieel vlak, en die het functioneren van een individu
op één of meer gebieden beïnvloedt.
Handicap = afstemmingsprobleem tussen persoon met beperking en omgeving.
Vier richtingsvragen volgens ‘Van Os’
Vertrekpunt voor ondersteuning als orthopedagogisch begeleider?
- Actief luisteren
→ cliënt is een volwaardige burger die zelf weet wat hij/zij wil.
De 4 vragen van os
- Wat is er met jou gebeurd?
▪ Cliënt: ruimte om diens verhaal te delen
▪ OTB: persoonlijke achtergrond, context van cliënt verkennen en begrijpen
- Wat zijn je kwetsbaarheden (zwaktes) en weerbaarheden (sterktes)?
▪ Welke factoren belemmeren de vooruitgang van de cliënt?
▪ Welke factoren bevorderen de vooruitgang van de cliënt en/of kunnen de
kwetsbaarheden verminderen?
- Waar wil je naar toe?
▪ Gewenste toekomst situatie?
▪ Cliënt gaat zelf (of wordt betrokken bij) het doel formuleren
▪ Mee dirigeren leidt tot motivatie, verandering en groei
- Wat heb je nodig?
▪ Cliënt geeft aan (of wordt betrokken bij) welke hulpmiddelen of
hulpstrategieën nodig zijn om de gewenste situatie (doel) te bereiken.
▪ Ook hier: meer dirigeren zorgt voor meer motivatie, verandering en groei.
-
,Zelf inschrijven voor het examen!! → canvas → doelgroepen→ uurrooster examen zie link
Wisselwerking tussen de persoon en diens omgeving
Het netwerk van de cliënt is niet enkel het gezin of de korte familie.
Een voorbeeld netwerk:
Brussen
= broers en zussen van kinderen met brussen
een chronische ziekte, beperking of stoornis
Gezin
school ouders
Persoon
met
Organisaties beperking
Sociale netwerk
Oma
Voetbal en opa
(g-sport)
vrienden
,Zelf inschrijven voor het examen!! → canvas → doelgroepen→ uurrooster examen zie link
Verstandelijke beperking
intelectueel vermogen
adaptieve vaardigheden
in de schoenen van de persoon met VB
de ontwikkelingsperiode
blijvende toestand
weinige ondersteuningsnood
elke persoon met VB is uniek matige ondersteuningsnood
grote ondersteuningsnood
constante ondersteuningsnood
chromosomaal, genetisch
oorzaken van een VB
pre-peri-postnataal
in kaart brengen aanvangssituatie bij
AAIDD-model
VB
, Zelf inschrijven voor het examen!! → canvas → doelgroepen→ uurrooster examen zie link
1. In de schoenen van de persoon met een verstandelijke beperking
Een persoon met een verstandelijke beperking heeft beperktheden
- in het intellectueel functioneren
- én in het adaptief functioneren op conceptueel, sociaal en praktisch vlak
Een VB is:
• ontstaan tijdens de ontwikkeling (ontwikkelingsstoornis)
• blijvend
Dit heeft invloed op het algemeen dagelijks functioneren van de persoon!
1.1. Intelectueel functioneren
= bekwaamheid om informatie op te doen, te begrijpen, te verwerken, erover na te
denken en te gebruiken om problemen op te lossen. (ruimer dan IQ alleen)
1.2. Adaptief functioneren
= Vaardigheden die een persoon nodig heeft
• om zich aan te passen aan het dagelijks leven
• en om zelfstandig te functioneren
= Drie soorten adaptieve vaardigheden:
PRAKTISCHE SOCIALE CONCEPTUELE
Alledaagse taken en Effectief communiceren, In verschillende situaties
handelingen nodig voor relaties uitbouwen, abstracte informatie
zelfzorg en onafhankelijk interacties aangaan, begrijpen, verwerken en
functioneren (ADL) begrijpen en toepassen toepassen (schoolse
sociale normen & regels vaardigheden)
persoonlijke hygiëne, aan- en luisteren, non-verbale begrip van tijd, geld, tellen,
uitkleden, eten, drinken, communicatie, empathie, sociale meten, kleuren, vormen,
toiletgebruik, huishoudelijke signalen begrijpen, vriendschap letters en cijfers, …
taken, geldbeheer, … onderhouden, … (onderwijs)