Psychologie samenvatting
HS1: psychologie als wetenschap
1. Wat is psychologie
Definitie: de wetenschappelijke studie van het menselijk gedrag en de mentale processen die daar
aan de grondslag liggen.
Doel: Methodisch:
Kennis verzamelen Doelgericht
Verklaringen zoeken Betrouwbaar
Wetmatigheden vinden: voorspelbaar maken & Systematisch
beïnvloeden
Vooroordelen uitsluiten
verzamelen analyse publiceren
hypothese onderzoek
gegevens gegevens (falcificatie)
2 soorten onderzoek:
Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek
Voorspellen Beschrijven (ervaringen)
Zoeken naar feiten & verbanden In de diepte
Meten van hypothesen ‘Wat maakt dat’
Exacte wetenschap
Cijfers
S–O–R
S= prikkel/ stimuli: prikkels van anderen, omgeving, situatie
O= organisme: wat erbinnen in gebeurt, niet rechtstreeks waarneembaar
R= reactie/ respons: uiterlijk waarneembaar gedragen
2. Sub domeinen
Functieleer: algemene cognitieve processen
Persoonlijkheidsleer: verschillen tussen (persoonlijkheid van) mensen
Neuropsychologie: functies brein en zenuwstelsel + invloed op gedrag
Sociale psychologie: sociale invloed (van anderen) op gedrag
Levenslooppsychologie: ontwikkeling en gedrag van conceptie tot de dood
,Theoretische en toegepaste psychologie:
Theoretische psychologie: kennis en inzicht verwerven via methodisch onderzoek
Toegepaste psychologie: antwoord bieden op problemen, toepassen van theorie
HS2: Stromingen
Elke stroming kijkt anders naar menselijk gedrag
Soms moeten we de meest juiste bril zoeken of andere bril opzetten = kijken door
verschillende denkkaders
Eclectische benadering = verschillende onderdelen uit verschillende benaderingen samen
gebruiken.!!!
3 stromingen om te kennen:
Psychodynamische stroming
De behavioristische stroming (of leer theoretische)
De systeemtheoretische stroming
2.1Psychodynamische stroming
Ook genoemd: psychoanalyse
Grondlegger: Sigmund Freud 19e eeuw
Gedrag wordt bekeken vanuit de dynamiek binnen en tussen mensen
Freudiaanse benadering: “een individu zien dat door instincten gedreven is die tegengesteld is aan
zijn omgeving”. Psychodynamische stroming gaat opzoek naar het mechanisme dat achter een
reactie zit.
“De mens is primair een driftwezen dat altijd opzoek is naar bevrediging van lust”: driftenleer.
Zoeken naar het onderbewuste (behoeften en conflicten)
Bewuste: iets waar je controle over hebt, weet van
jezelf en bewust kan kiezen: ik weet het nog
Voorbewuste: overgangsmodus tussen bewuste en
on(der)bewuste, kan met moeite terug opgehaald
worden: ik kan het terug ophalen
Onderbewuste: nooit bewust geworden driften
en verdrongen inhouden. Of onaangename
gedachten die je wilt weghouden (lust > onlust):
verdrongen gedachten die niet zomaar
ophaalbaar zijn
Doel van Freud: het onbewuste naar het bewuste te brengen.
, Uitgangspunten:
Mens is driftwezen zoeken naar lust bevrediging
Onbewuste speelt prominente rol in denken en handelen
S-O-R: als we gedrag willen begrijpen moeten we ons bezig houden met onbewuste mentale
processen (organisme)
Vrije associatie:
Alles uitspreken wat in gedachten komt
Freudiaanse lapsus (verspreking)
Driftenleer: Eros en Thanatos (2 basisdriften)
Eros Thanatos
Levensdrift of libido Doodsdrift of agressie
Constructieve driften Destructieve driften
Gericht op zelfbehoud, overleving en creatie Gericht op vermijden van spanning of
emotionele pijn
Streven naar bevrediging Eros = lustprincipe
Voorbeelden: seks, honger, slaap Voorbeelden: sadisme, (zelf)destructie,
grensoverschrijdend gedrag
Streven naar evenwicht tussen Eros en Thanatos, waar Eros de bovenhand neemt, is essentieel
voor een gezonde ontwikkeling
Theorie Freud over ontwikkeling persoonlijkheid, onderscheidt Freud 2 parallel verlopende
ontwikkelingsprocessen: De psychoseksuele ontwikkeling en de ontwikkeling van het Ich
Persoonlijkheidsstructuur met 3 componenten: ES – ICH – UBERICH
Es: Primitief systeem:
Gaat elke vorm van bewustzijn vooraf
Onbewust systeem met 1 doel: streven naar onmiddellijke bevrediging van driften, geen
rekening houdend met de omgeving
Ich: ego:
Ontwikkeld zich vanaf 2 jaar
Bewuste, gecontroleerde gedachten en handelingen
Wanneer Es niet aanvaardbare impulsen geeft gaat het Ich deze verwerpen
Uberich: superego
Wordt gevormd door eisen en verwachtingen van omgeving
Doet zich afvragen of we iets kunnen of mogen
Gebeurt niet steeds bewust
Het Ich (bewust denken) is een voortdurend compromis tussen het Es en Uberich
HS1: psychologie als wetenschap
1. Wat is psychologie
Definitie: de wetenschappelijke studie van het menselijk gedrag en de mentale processen die daar
aan de grondslag liggen.
Doel: Methodisch:
Kennis verzamelen Doelgericht
Verklaringen zoeken Betrouwbaar
Wetmatigheden vinden: voorspelbaar maken & Systematisch
beïnvloeden
Vooroordelen uitsluiten
verzamelen analyse publiceren
hypothese onderzoek
gegevens gegevens (falcificatie)
2 soorten onderzoek:
Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek
Voorspellen Beschrijven (ervaringen)
Zoeken naar feiten & verbanden In de diepte
Meten van hypothesen ‘Wat maakt dat’
Exacte wetenschap
Cijfers
S–O–R
S= prikkel/ stimuli: prikkels van anderen, omgeving, situatie
O= organisme: wat erbinnen in gebeurt, niet rechtstreeks waarneembaar
R= reactie/ respons: uiterlijk waarneembaar gedragen
2. Sub domeinen
Functieleer: algemene cognitieve processen
Persoonlijkheidsleer: verschillen tussen (persoonlijkheid van) mensen
Neuropsychologie: functies brein en zenuwstelsel + invloed op gedrag
Sociale psychologie: sociale invloed (van anderen) op gedrag
Levenslooppsychologie: ontwikkeling en gedrag van conceptie tot de dood
,Theoretische en toegepaste psychologie:
Theoretische psychologie: kennis en inzicht verwerven via methodisch onderzoek
Toegepaste psychologie: antwoord bieden op problemen, toepassen van theorie
HS2: Stromingen
Elke stroming kijkt anders naar menselijk gedrag
Soms moeten we de meest juiste bril zoeken of andere bril opzetten = kijken door
verschillende denkkaders
Eclectische benadering = verschillende onderdelen uit verschillende benaderingen samen
gebruiken.!!!
3 stromingen om te kennen:
Psychodynamische stroming
De behavioristische stroming (of leer theoretische)
De systeemtheoretische stroming
2.1Psychodynamische stroming
Ook genoemd: psychoanalyse
Grondlegger: Sigmund Freud 19e eeuw
Gedrag wordt bekeken vanuit de dynamiek binnen en tussen mensen
Freudiaanse benadering: “een individu zien dat door instincten gedreven is die tegengesteld is aan
zijn omgeving”. Psychodynamische stroming gaat opzoek naar het mechanisme dat achter een
reactie zit.
“De mens is primair een driftwezen dat altijd opzoek is naar bevrediging van lust”: driftenleer.
Zoeken naar het onderbewuste (behoeften en conflicten)
Bewuste: iets waar je controle over hebt, weet van
jezelf en bewust kan kiezen: ik weet het nog
Voorbewuste: overgangsmodus tussen bewuste en
on(der)bewuste, kan met moeite terug opgehaald
worden: ik kan het terug ophalen
Onderbewuste: nooit bewust geworden driften
en verdrongen inhouden. Of onaangename
gedachten die je wilt weghouden (lust > onlust):
verdrongen gedachten die niet zomaar
ophaalbaar zijn
Doel van Freud: het onbewuste naar het bewuste te brengen.
, Uitgangspunten:
Mens is driftwezen zoeken naar lust bevrediging
Onbewuste speelt prominente rol in denken en handelen
S-O-R: als we gedrag willen begrijpen moeten we ons bezig houden met onbewuste mentale
processen (organisme)
Vrije associatie:
Alles uitspreken wat in gedachten komt
Freudiaanse lapsus (verspreking)
Driftenleer: Eros en Thanatos (2 basisdriften)
Eros Thanatos
Levensdrift of libido Doodsdrift of agressie
Constructieve driften Destructieve driften
Gericht op zelfbehoud, overleving en creatie Gericht op vermijden van spanning of
emotionele pijn
Streven naar bevrediging Eros = lustprincipe
Voorbeelden: seks, honger, slaap Voorbeelden: sadisme, (zelf)destructie,
grensoverschrijdend gedrag
Streven naar evenwicht tussen Eros en Thanatos, waar Eros de bovenhand neemt, is essentieel
voor een gezonde ontwikkeling
Theorie Freud over ontwikkeling persoonlijkheid, onderscheidt Freud 2 parallel verlopende
ontwikkelingsprocessen: De psychoseksuele ontwikkeling en de ontwikkeling van het Ich
Persoonlijkheidsstructuur met 3 componenten: ES – ICH – UBERICH
Es: Primitief systeem:
Gaat elke vorm van bewustzijn vooraf
Onbewust systeem met 1 doel: streven naar onmiddellijke bevrediging van driften, geen
rekening houdend met de omgeving
Ich: ego:
Ontwikkeld zich vanaf 2 jaar
Bewuste, gecontroleerde gedachten en handelingen
Wanneer Es niet aanvaardbare impulsen geeft gaat het Ich deze verwerpen
Uberich: superego
Wordt gevormd door eisen en verwachtingen van omgeving
Doet zich afvragen of we iets kunnen of mogen
Gebeurt niet steeds bewust
Het Ich (bewust denken) is een voortdurend compromis tussen het Es en Uberich