leerlingen in het tweetalig onderwijsgemotiveerdere taalleerders?
Door Elzenga & De Graaff.
HET ONDERZOEK: onderzoeksvraag, waarom, theorie erachter
Het onderzoek gaat over de motivatie van leerlingen (LLN) in het
middelbaar voor het leren van Engels en Frans. Onderzoeksvragen:
Is er een verschil in motivatie tussen LLN in tweetalig onderwijs (tto)
en reguliere eentalige onderwijs (eto)?
Verandert de motivatie tussen het eerste en derde jaar?
Waarom dit onderzoek?
Motivatie is belangrijk bij het leren van een tweede taal
Tweetalig onderwijs is een belangrijke vernieuwing in taalonderwijs
Eerder onderzoek: focus op motivatie voor Engels in tto, nog geen
andere talen
Theorie achter het onderzoek: L2 Motivational Self System (L2MSS) werd
gebruikt. Dit is een model dat ervan uitgaat dat motivatie om een tweede
taal te leren komt door:
Ideal L2 Self: beeld dat je van jezelf hebt als je de taal goed spreekt
bv. ‘Ik wil Engels spreken voor mijn toekomstige job’
Ought-to L2 Self: dingen die je denkt te moeten kunnen in de taal
om negatieve gevolgen te vermijden bv. ‘Ouders vinden het
belangrijk dat ik goed ben in Frans’
L2 Learning Experience: hoe je het leren van de taal ervaart bv. of je
de lessen leuk vindt, of je zelfvertrouwen hebt in het spreken van de
taal etc.
DEELNEMERS EN METHODE
Wie waren de deelnemers?
LLN uit jaar 1 en 3 van twee scholen met tto én eto in Zuid-Holland
en Zeeland
Tto-LLN hadden helft van de vakken in het Engels, leerden ook Frans
Eto-LLN kregen les in het NL en leerden Engels en Frans als vreemde
talen
Hoe ging het onderzoek in zijn werk (methode)?
LLN vulden vragenlijst in met vragen over hun motivatie voor Engels
en Frans
Vragen: gebaseerd op L2MSS + verschillende aspecten van
motivatie (bv. hoe belangrijk ze de taal vonden, of ze het leuk
vonden om te leren)