100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Overig

inhoudstafel statistiek (schakelprogramma)

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
23
Geüpload op
22-03-2025
Geschreven in
2024/2025

Dit is een uitgebreide inhoudstafel per hoofdstuk van het OPO Statistiek voor schakelstudenten uit pedagogische wetenschappen. Het is handig bij het studeren om eerst de inhoudstafel te bekijken (eventueel aanvullend de ppt voor meer info) en daarna per hoofdstuk oefeningen te maken. De eerste hoofdstukken zijn iets beknopter maar naar het einde toe wordt de inhoudstafel meer een goed stappenplan met kleuren over wat je bij elk soort hoofdstuk verwacht wordt te doen/kennen. Je kan bij het bestuderen van het OPO de inhoudstafel eventueel wat aanvullen met definities zodat je een zeer beknopte maar voldoende samenvatting hebt voor wat je moet kennen voor het examen.

Meer zien Lees minder










Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
22 maart 2025
Aantal pagina's
23
Geschreven in
2024/2025
Type
Overig
Persoon
Onbekend

Voorbeeld van de inhoud

Inhoudstafel statistiek voor
pedagogen: HC
Hoofdstuk 1: verdeling van gegevens (1 variabele)

1. Het gegevensrooster
2. 2 types van variabelen
A. Onafhankelijke & afhankelijke variabelen
B. Discrete & continue variabelen
C. Kwalitatieve & kwantitatieve variabelen
hiërarchie: kwalordinaalkwant
3. Het beschrijven van 1 variabele
A. Via tabellen
 Frequentietabellen:
 f(X) = frequentie, hoe vaak komt score voor
 p(X)= relatieve frequentie/proportie v score op X (f(X)/n)
 F(X)= cumulatieve frequentie, totaal aantal scores ≤ die bep score
 Altijd eerst frequentie nodig!
 Bovenste getal in tabel = n
 P(X)= relatieve cumulatieve frequentie (F(X)/n
 Kwalitatieve gegevens:
 Stamdiagrammen: goede manier om individuele scores te laten zien

B. Weergeven in figuren
 Zie ook BOXPLOT
 Histogrammen (gegroepeerd of niet)
 Staafdiagrammen
 Taartdiagrammen
! let op eerlijke figuren: tips
C. Beschrijven ahv kengetallen= in 1 getal een samenvatting over data, kengetal kan betrekking hebben op 1
variabele

 Percentielen: score op X waaronder TEN MINSTE een specifiek % v scores gesitueerd is (≤ ≈ F(X))
 % komt niet voorscore erboven nemen (ditchsbijzijnde P(X)) groter dan percentiel
 % komt wel voorkijk nr Xinterval […,…[ (+ 1 hoger nemen)daar gemiddelde van nemen
 P100= hoogst geobserveerde score, P0= laagst geobserveerde score

 Centrum:
 Modus: score/categorie met hoogste frequentie—OP X-as zien, ook zien op stamloof
 Mediaan Q2: middelste waarde, dus minstens helft v score s ligt erboven en minstens helft eronder (P50)

,  Rekenkundig gemiddelde:
 formule 1 score
 formule voor alle scores frequentietabel . f(X) : n
 formule voor relatieve frequenties . p(X)hier weet je n niet dus zegt niet veel over data
 ! gemiddelde van lineair getransformeerde scores  lineaire transformatie op scores
kan je ook meteen toepassen op rekenkundig gemiddelde v ongetransformeerde scores

 Spreidingbeter beeld over data (aangezien Me of gemiddelde niet altijd alles zeggen)

 Bereik (nadeel: gevoelig vr uitschieters)dus interkwartielbereik (of interkwartielafstand)
 Variantie (hoe verspreid scores liggen rond gemiddelde) en
standaardafwijking/standaarddeviatie ( oorspronkelijke meeteenheid)
 Transformatie (+&- gn invloed), wel *& :
 Vergelijken met anderenSD standardiseren (gemiddelde=0, SD=1)
= standaardscore/z-score, hvl SD je boven/onder gemiddelde scoort
Hoe verhoudt X tov Y: bv beiden scores even extreem want zelfde SD

 Scheefheid: Wnnr gemiddelde en SD zelfde is kan 2 versch datasets er toch anders uitziendoor
scheefheid
 A3<0 negatief scheve verdeling of links scheve verdeling
 Unimodaal: gemiddeld < mediaan < modus
 a3=0 symmetrische verdeling
 unimodaal: gemiddeld = mediaan = modus
 a3>0 positief scheve verdeling of rechts scheve verdeling
 unimodaal: gemiddelde>mediaan>modus
 BOXPLOT (zowel voor kengetallen als figuren)
 Zegt iets over scheefheid
 P25 meer linksrechts positieve verdeling OF P25 meer rechterkant  links negatieve verdeling

D. Normale verdelingen
 Ideale verdeling grijpenmet functie (versch modellen, meest basic= normale verdeling bepaald door
gemiddelde en SD)

 Functievoorschrift
 Gebruik
 = tekenen v normale verdeling bovenop relatieve frequentiehistogram (= dichtheidskrommen)
 Opp berekenen:
 Variabele standaardnormaal verdeeldtabel A
 Variabele normaal verdeeldstandardiseren (Z-score) tabel A

, Hoofdstuk 2: relaties tussen 2 variabelen

1. Het beschrijven van 2 variabelen
A. Via Tabellen (kwalitatieve/ordinale variabelen) – kruistabel: voor 2 kwal var OF 2 kwant met bep aantal waarden
 Rijvariabele en kolomvariabele
 Gezamenlijke, marginale en totale frequentie
 Relatieve frequentie: 3 soorten
 Celsgewijze p(X) – celpercentages
 Rijsgewijze p(X) – rijpercentages
 Kolomsgewijze p(X) - kolompercentages

 Cumulatieve en relatieve cumulatieve frequentie
 Aflezen v samenhang uit een kruistabel
 Kan enkel via verschillende rij/kolomsgewijze condiotonele relatieve frequentieverdeling ((2) en 3))

 Samenhang en voorspelbaarheid
 Voorspelling enkel bij samenhang die leidt tot kleinste aantal fouten (zie C correlatie)

B. Via figuren
 Voor 2 kwalitatieve variabelen:
 Taartdiagrammen, gegroepeerd staafdiagram, gegevenskaarten

 Voor 1 kwalitatieve en 1 kwantitatieve variabele
 Histogrammen, zij-aan-zij boxplot

 Voor 2 kwantitatieve variabelen
 Spreidingsdiagram

C. Via kengetallen (correlatie)
 Pearson product- moment correlatiecoëfficiënt= maat voor lineaire samenhang tss 2
kwantitatieve variabelen
 Productensomco-variantieproduct-moment correlatiecoëfficiënt
 Eigenschap: RXX= 1 ; RXY= communatief

 Interpretatie pearson product moment correlatiecoefficient
 Waarde zegt iets over: aard, richting, sterkte
 Sterkte: 0-.20 (zwak), .20-.40 (matig), .40-1.00 (sterk)

 ! teken altijd grafiek want dataverdeling kan heel anders zijn bij zelfde r
 Misverstanden
 R is niet per definitie Transitief
 R is geen maat voor niet-lineaire samenhang
 R w niet beïnvloed door zuiver positief/negatief lineaire transformaties vd variabelen
 R zegt niets over mechanisme achter de lineaire samenhang (ze mogen dus niet causaal geïnterpreteerd
w)Versch mechanismen:
 Spurious correlation
€6,49
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
florinemostien

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
florinemostien Katholieke Hogeschool Leuven
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
3
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
0
Documenten
17
Laatst verkocht
7 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen