SAMENVATTING KLINISCHE
AUDIOMETRIE BIJ VOLWASSENEN
Examen
- 100% mondeling examen (1u40 schriftelijke voorbereiding)
o 50% theorie
o 50% casus
- “Techniek van maskeren”
o Elke student krijgt theorievraag + toepassing op casus
o Niet gekend = niet geslaagd op OLOD
HOOFDSTUK 1 – TOONAUDIOMETRIE
Inhoud
- Frontale beengeleiding
- Pathologieën met afwijkingen aard GV
- Hoogfrequentaudiometrie
- Variabelen bij de patiënt
1. INLEIDING
Casus
- Vrouw van 43 jaar heeft sinds 2-tal jaren last van tinnitus rechts (continu, hoogfrequent)
- Sinds # maanden problemen met spraakverstaan, vooral in omgevingslawaai, met indruk dat dit vooral
rechteroor is
- Geen oorpijn, geen oorloop, geen vertigo
Otoscopie
- Bilateraal normale gehoorgang + trommelvliezen
- Besluit: geen directe aanwijzing voor MO-problematiek
Stemvorkproeven – Weber (500 Hz)
- Centraal
- Besluit: bilateraal normaal/symm gehoor (voor testfreq 500 Hz)
Stemvorkproeven – Rinne (500 Hz)
- Rechts: positief → perceptief (of normaal)
- Links: positief → normaal (of perceptief)
1
, → Besluit: unilateraal perceptief GV rechts
Tympanometrie
- Bilateraal type A tympanogram + normaal
oorkanaalvolume
- Besluit: bilateraal normaal + goed verlucht MO
Toonaudiometrie – BIAP
- Uni-/bilateraal: unilateraal rechts
- Aard
o Rechts: perceptieverlies
o Links: normaal
- Graad
o Rechts: 23 dBHL → licht GV
o Links: 4 dBHL → normaal gehoor
- Vorm
o Rechts: aflopend
o Links: vlak
- Besluit: unilateraal licht perceptief aflopend GV rechts
Spraakaudiometrie – BLU-lijst
- Rechts
o Curve is schuiner t.o.v. normaalkromme
o Gevoeligheidsverlies: 37 dB (te verwachten tss 5 + 25 dB, want LFI = 15 dBHL ± 10 dB)
o Max discriminatiescore: 60% op 70 dBSPL
o Discriminatieverlies: 40%
o Nadat max bereikt wordt, is er terugbuigende curve
- Links
o Curve even steil t.o.v. normaalkromme
2
, o Gevoeligheidsverlies: 7 dB (te verwachten tss -6 en 14 dB, want FI = 4 dBHL ± 10 dB)
o Max discriminatiescore: 100% op 40 dBSPL
o Discriminatieverlies: 0%
o Nadat max bereikt wordt, is er plateauvorming
- Besluit: normaal spraakverstaan links, rechts verminderd spraakverstaan, slechter dan verwacht vanuit
TA (spraak-toondissociatie), met groot discriminatieverlies + recruitment
Besluit casus
- Unilateraal licht aflopend perceptief GV rechts met abnormaal slecht spraakverstaan rechts +
hoogfrequente tinnitus rechts, indicatief voor retrocochleaire pathologie
Extra onderzoeken noodzakelijk voor differentiaaldiagnose
- Audiometrische onderzoeken
o Stapediusreflextesten: differentiatie endo-/retrocochleaire pathologie
o BERA: identificatie type perceptief GV
o Tinnitusanalyse: differentiatie endo-/retrocochleaire tinnitus
- Vestibulaire onderzoeken
o Screening a.d.h.v. statokinetische proeven, Frenzelbrilonderzoek, HIT
o Diagnostische onderzoeken afh van bovenstaande resultaten (VNG, vHIT, VEMP…)
- Medische onderzoeken
o Beeldvorming
▪ MRI hersenen (weke delen): identificatie/uitsluiting vestibulair schwannoom
▪ CT-scan (botstructuren): visualisatie benige delen gehoor-/evenwichtsorgaan
Algemeen besluit casus
- Unilateraal licht aflopend perceptief GV rechts met abnormaal slecht spraakverstaan rechts + tinnitus
rechts van retrocochleaire aard, t.g.v. vestibulair schwannoom t.h.v. meatus acusticus internus
2. FRONTALE BEENBEGELEIDING
A. TRANSDUCERS BIJ TOONAUDIOMETRIE
Welke transducers kunnen gebruikt worden voor afname toonaudiogram?
- Voor afname luchtgeleiding (LG)
o Koptelefoon
o Luidsprekers (vijveldaudiometrie)
- Voor afname beengeleiding (BG)
o Beengeleider
Plaatsing beengeleider
- Mastoïdplaatsing
- Frontale plaatsing
I. FRONTALE PLAATSING
Voor- en nadelen frontale BG
3
, Voordelen Nadelen
- Alternatieve plaatsing i.g.v. - 15 dB slechter frontaal t.o.v. mastoïd
rotsbeenfractuur, mastoïditis, ... (wegens te
pijnlijk)
- Minder intersubjectieve variaties
- Stabielere plaatsing
- Minder invloed van middenoorstoornissen
Opmerkingen + verklaringen
- Frontale beengeleiding is alternatieve plaatsing, maar waar dient men rekening mee te houden?
o Testing BG v/h beste oor
o Noodzaak om niet-testoor (NTO) te maskeren om overhoren tegen te gaan
- BG 15 dB slechter frontale t.o.v. mastoïdplaatsing
o Frontaal meer energie nodig om BO te bereiken
o Rekening houden met verschil tijdens afname toonaudiogram
o Sommige audiometers 2 kanalen voor BG → kalibratie noodzakelijk met correctiefactor voor
frontale BG → BG frontaal dan = BG mastoïdaal
- Minder invloed van MO-stoornissen bij frontale plaatsing
o Verklaring via inertiemechanisme beentjesketen
o Mechanisme heeft zijwaartse/links-rechts beweging + werkt dit mechanisme dus i/d hand
o Frontale plaatsing zorgt voor voor-achter beweging + dus wordt inertiemechanisme niet
geactiveerd
o Gevolg: betere BG bij mastoïdplaatsing voor f < 8000 Hz
o Maar, bij MO-stoornissen valt inertiemechanisme weg, hetgeen BG beïnvloedt → BG via
mastoïdplaatsing gelijk/slechter dan BG via frontale plaatsing (zuivere BG zonder
correctiefactoren)
3. PATHOLOGIEËN MET AFWIJKINGEN OP DE AARD VAN GV
- BG-mechanismen verklaren normale BG i.g.v. MO-stoornis (nl. BO kan bereikt worden zonder tsskomst
transmissieketen)
- Verstoring BG-mechanismen kan
o Schijnbaar slechtere BG geven dan werkelijkheid
▪ Otosclerose
▪ Fixatie beentjesketen
▪ Otitis media met effusie
o Schijnbaar betere BG geven dan werkelijkheid
▪ Large vestibular aqueduct (LVA)
▪ Semicirculair kanaal dehiscentie (SSCD)
→ Waardoor deze pathologieën (mogelijks) afwijken van de te verwachte aard van GV
Welke aard van GV verwacht men puur theoretisch bij volgende pathologieën en waarom?
- Otosclerose
- Fixatie beentjesketen
- Otitis media met effusie
4
AUDIOMETRIE BIJ VOLWASSENEN
Examen
- 100% mondeling examen (1u40 schriftelijke voorbereiding)
o 50% theorie
o 50% casus
- “Techniek van maskeren”
o Elke student krijgt theorievraag + toepassing op casus
o Niet gekend = niet geslaagd op OLOD
HOOFDSTUK 1 – TOONAUDIOMETRIE
Inhoud
- Frontale beengeleiding
- Pathologieën met afwijkingen aard GV
- Hoogfrequentaudiometrie
- Variabelen bij de patiënt
1. INLEIDING
Casus
- Vrouw van 43 jaar heeft sinds 2-tal jaren last van tinnitus rechts (continu, hoogfrequent)
- Sinds # maanden problemen met spraakverstaan, vooral in omgevingslawaai, met indruk dat dit vooral
rechteroor is
- Geen oorpijn, geen oorloop, geen vertigo
Otoscopie
- Bilateraal normale gehoorgang + trommelvliezen
- Besluit: geen directe aanwijzing voor MO-problematiek
Stemvorkproeven – Weber (500 Hz)
- Centraal
- Besluit: bilateraal normaal/symm gehoor (voor testfreq 500 Hz)
Stemvorkproeven – Rinne (500 Hz)
- Rechts: positief → perceptief (of normaal)
- Links: positief → normaal (of perceptief)
1
, → Besluit: unilateraal perceptief GV rechts
Tympanometrie
- Bilateraal type A tympanogram + normaal
oorkanaalvolume
- Besluit: bilateraal normaal + goed verlucht MO
Toonaudiometrie – BIAP
- Uni-/bilateraal: unilateraal rechts
- Aard
o Rechts: perceptieverlies
o Links: normaal
- Graad
o Rechts: 23 dBHL → licht GV
o Links: 4 dBHL → normaal gehoor
- Vorm
o Rechts: aflopend
o Links: vlak
- Besluit: unilateraal licht perceptief aflopend GV rechts
Spraakaudiometrie – BLU-lijst
- Rechts
o Curve is schuiner t.o.v. normaalkromme
o Gevoeligheidsverlies: 37 dB (te verwachten tss 5 + 25 dB, want LFI = 15 dBHL ± 10 dB)
o Max discriminatiescore: 60% op 70 dBSPL
o Discriminatieverlies: 40%
o Nadat max bereikt wordt, is er terugbuigende curve
- Links
o Curve even steil t.o.v. normaalkromme
2
, o Gevoeligheidsverlies: 7 dB (te verwachten tss -6 en 14 dB, want FI = 4 dBHL ± 10 dB)
o Max discriminatiescore: 100% op 40 dBSPL
o Discriminatieverlies: 0%
o Nadat max bereikt wordt, is er plateauvorming
- Besluit: normaal spraakverstaan links, rechts verminderd spraakverstaan, slechter dan verwacht vanuit
TA (spraak-toondissociatie), met groot discriminatieverlies + recruitment
Besluit casus
- Unilateraal licht aflopend perceptief GV rechts met abnormaal slecht spraakverstaan rechts +
hoogfrequente tinnitus rechts, indicatief voor retrocochleaire pathologie
Extra onderzoeken noodzakelijk voor differentiaaldiagnose
- Audiometrische onderzoeken
o Stapediusreflextesten: differentiatie endo-/retrocochleaire pathologie
o BERA: identificatie type perceptief GV
o Tinnitusanalyse: differentiatie endo-/retrocochleaire tinnitus
- Vestibulaire onderzoeken
o Screening a.d.h.v. statokinetische proeven, Frenzelbrilonderzoek, HIT
o Diagnostische onderzoeken afh van bovenstaande resultaten (VNG, vHIT, VEMP…)
- Medische onderzoeken
o Beeldvorming
▪ MRI hersenen (weke delen): identificatie/uitsluiting vestibulair schwannoom
▪ CT-scan (botstructuren): visualisatie benige delen gehoor-/evenwichtsorgaan
Algemeen besluit casus
- Unilateraal licht aflopend perceptief GV rechts met abnormaal slecht spraakverstaan rechts + tinnitus
rechts van retrocochleaire aard, t.g.v. vestibulair schwannoom t.h.v. meatus acusticus internus
2. FRONTALE BEENBEGELEIDING
A. TRANSDUCERS BIJ TOONAUDIOMETRIE
Welke transducers kunnen gebruikt worden voor afname toonaudiogram?
- Voor afname luchtgeleiding (LG)
o Koptelefoon
o Luidsprekers (vijveldaudiometrie)
- Voor afname beengeleiding (BG)
o Beengeleider
Plaatsing beengeleider
- Mastoïdplaatsing
- Frontale plaatsing
I. FRONTALE PLAATSING
Voor- en nadelen frontale BG
3
, Voordelen Nadelen
- Alternatieve plaatsing i.g.v. - 15 dB slechter frontaal t.o.v. mastoïd
rotsbeenfractuur, mastoïditis, ... (wegens te
pijnlijk)
- Minder intersubjectieve variaties
- Stabielere plaatsing
- Minder invloed van middenoorstoornissen
Opmerkingen + verklaringen
- Frontale beengeleiding is alternatieve plaatsing, maar waar dient men rekening mee te houden?
o Testing BG v/h beste oor
o Noodzaak om niet-testoor (NTO) te maskeren om overhoren tegen te gaan
- BG 15 dB slechter frontale t.o.v. mastoïdplaatsing
o Frontaal meer energie nodig om BO te bereiken
o Rekening houden met verschil tijdens afname toonaudiogram
o Sommige audiometers 2 kanalen voor BG → kalibratie noodzakelijk met correctiefactor voor
frontale BG → BG frontaal dan = BG mastoïdaal
- Minder invloed van MO-stoornissen bij frontale plaatsing
o Verklaring via inertiemechanisme beentjesketen
o Mechanisme heeft zijwaartse/links-rechts beweging + werkt dit mechanisme dus i/d hand
o Frontale plaatsing zorgt voor voor-achter beweging + dus wordt inertiemechanisme niet
geactiveerd
o Gevolg: betere BG bij mastoïdplaatsing voor f < 8000 Hz
o Maar, bij MO-stoornissen valt inertiemechanisme weg, hetgeen BG beïnvloedt → BG via
mastoïdplaatsing gelijk/slechter dan BG via frontale plaatsing (zuivere BG zonder
correctiefactoren)
3. PATHOLOGIEËN MET AFWIJKINGEN OP DE AARD VAN GV
- BG-mechanismen verklaren normale BG i.g.v. MO-stoornis (nl. BO kan bereikt worden zonder tsskomst
transmissieketen)
- Verstoring BG-mechanismen kan
o Schijnbaar slechtere BG geven dan werkelijkheid
▪ Otosclerose
▪ Fixatie beentjesketen
▪ Otitis media met effusie
o Schijnbaar betere BG geven dan werkelijkheid
▪ Large vestibular aqueduct (LVA)
▪ Semicirculair kanaal dehiscentie (SSCD)
→ Waardoor deze pathologieën (mogelijks) afwijken van de te verwachte aard van GV
Welke aard van GV verwacht men puur theoretisch bij volgende pathologieën en waarom?
- Otosclerose
- Fixatie beentjesketen
- Otitis media met effusie
4