2024-2025
JEUGDHULP &
JEUGDRECHT
RUDI ROOSE
,INLEIDING
1. Interventiegronden
➢ Als hulpverleners komen we in de jeugdhulp actueel tussen op basis van volgende 3 interventiegronden:
1. Op vraag van kinderen en/of ouders
2. Verontrustende Opvoedingssituaties (VOS)
3. Jeugddelicten
2. Arrangementen
➢ Deze interventies zijn georganiseerd in specifieke arrangementen van jeugdhulp , voornamelijk
geregeld via het decreet integrale jeugdhulp (2013), het decreet jeugddelinquentierecht (2019) en recent
het decreet Vroeg en Nabij (2024)
➢ Interventies kunnen vrijwillig (buitengerechtelijk) dan wel gedwongen (gerechtelijk) zijn
➢ Interventies zijn ambulant (thuis), semi-ambulant (kan naar huis) en residentieel (24/24 opvang)
➢ Met zeer verschillende intensiteit (kan lang, kort, … duren)
3. De contouren van het huidige stelsel
➢ Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
• Kinderen en jongeren kunnen er op eigen initiatief – of dat van hun ouders – terecht
• laagdrempelig
➢ Niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
• Kinderen en jongeren kunnen hier enkel terecht via de intersectorale toegangspoort of een
jeugdrechter (gedwongen)
• Intensiever, ingrijpender en duurder
➢ Parket = openbaar ministerie
• Signaleren van problemen
- Het parket ontvangt meldingen van ernstige situaties. Deze meldingen kunnen afkomstig zijn van
verschillende instanties, zoals de politie, het onderwijs, jeugdzorginstellingen, of particulieren (zoals ouders
of familieleden). Het parket onderzoekt deze meldingen en bepaalt of er verdere stappen nodig zijn.
• Toezicht op gedwongen jeugdhulp
- Wanneer blijkt dat vrijwillige hulpverlening niet voldoende is of niet meer werkt, kan het parket besluiten
om een gedwongen maatregel te vragen aan de jeugdrechtbank. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren in
situaties van: mishandeling of verwaarlozing, jeugdcriminaliteit of zorgwekkende opvoedingssituaties
• Toezicht op uitvoering van maatregel
• Samenwerking met andere instanties
➢ Gemandateerde voorzieningen
• Wanneer de vrijwillige jeugdhulp niet voldoende is en er sprake is van situaties waarin de rechten
van het kind of de jongere ernstig in gevaar zijn. (mandaat van overheid om in te grijpen)
1. Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ)
- Als er een vermoeden is van verontrustende opvoedingssituaties (verwaarlozing,
mishandeling, gedragsproblemen, ...)
2. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK)
- Richt zich specifiek op gevallen van (fysiek, psychisch of seksuele) kindermishandeling
1
, ➢ Gerechtelijke jeugdhulp
• Jeugdrechter:
- Een gespecialiseerde rechter die bevoegd is om beslissingen te nemen over kinderen en
jongeren in situaties waar vrijwillige hulpverlening niet meer voldoende is of niet werkt.
Dit kan gebeuren bij zowel problematische opvoedingssituaties (POS) als bij
jeugddelinquentie (MOF: misdrijf omschreven feit)
- Taken:
1. Beslissen over gedwongen maatregel
2. Opleggen van maatregel: onder toezichtstelling, uithuisplaatsing, plaatsing in een
gesloten instelling (gemeenschapsinstelling: georganiseerd door de Vlaamse
gemeenschap/overheid)
3. Begeleiden van jeugddelinquenten
4. Regelmatig evaluatie van de maatregel
• Sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulp (SDJ):
- Een gespecialiseerde dienst die werkt onder de verantwoordelijkheid van de jeugdrechter
en de jeugdrechtbank
- Doet sociaal onderzoek, geeft advies en voert de maatregelen uit die door de
jeugdrechtbank zijn opgelegd
➢ Intersectorale toegangspoort
• het team indicatiestelling: de dossierbeheerder buigt zich over de aanvragen voor een
persoonlijke assistentiebudget, individuele materiële bijstand en specifieke acties. Daarnaast
beoordeelt de dossierbeheerder - als de contactpersoon aanmelder dit uitdrukkelijk vraagt - de
hulpvraag en situatie van de jongere en bepaalt hij welke vorm van jeugdhulp het meest geschikt
is. Het team indicatiestelling heeft 30 werkdagen om het indicatiestellingsverslag op te maken.
• het team jeugdhulpregie: een jeugdhulpregisseur zoekt uit wie de hulpverlening effectief zal
uitvoeren. Binnen de 15 werkdagen werkt hij een jeugdhulpverleningsvoorstel uit.
➢ Niet-rechtstreeks ≠ dwang
• Niet-rechtstreeks: dit is een vorm van jeugdhulpverlening waar een jongere of gezin pas toegang
toe krijgt na een grondige indicatiestelling en diagnostiek. Er is dus een doorverwijzing nodig via
de intersectorale toegangspoort. (het is vrijwillig, ouders en kinderen stemmen ermee in)
• Dwang: worden opgelegd door de jeugdrechtbank of door de overheid (parket) wanneer de
situatie ernstig is en er geen vrijwillige overeenstemming is tussen de betrokkenen.
3.1 Grote etappes in de jeugdhulp
Afhandeling VOS Afhandeling Jeugddelict Centrale noties
Wet kinderbescherming 1912 Wet kinderbescherming 1912 Pre-delinquentie
Wet jeugdbescherming 1965 Wet jeugdbescherming 1965 Kind in gevaar
Decreten bijzondere jeugdbijstand Wet jeugdbescherming 1965 POS - MOF
1990 Wet jeugdbescherming 2006
Decreet integrale jeugdhulp 2013 Decreet jeugddelinquentierecht VOS - jeugddelict
2019
Decreet Vroeg en Nabij 2024: Geïntegreerd jeugd- en gezinsbeleid
In 1980: staatshervorming: gemeenschappen krijgen meer bevoegdheden in jeugdhulp → splitsing
tussen POS en MOF
Verschil tussen wet en decreet: decreet is op gemeenschapsniveau/gemeenschapsmaterie, wet is
Belgische materie
Noties verschuiven doorheen de jaren
2
, 3.2 Discours van vooruitgang
Afhandeling VOS Afhandeling Jeugddelict Centrale noties
Wet kinderbescherming 1912 Wet kinderbescherming 1912 Interventierecht: sterk
moraliserend en dwang
Wet jeugdbescherming 1965 Wet jeugdbescherming 1965 Meer nadruk op participatie
ouders, maar met stok achter de
deur (niet meewerken, toch
dwingen)
Decreten bijzondere jeugdbijstand Wet jeugdbescherming 1965 Sterkere scheiding vrijwilligheid en
1990 Wet jeugdbescherming 2006 dwang
Bijstandsnotie ipv bescherming
Decreet integrale jeugdhulp 2013 Decreet jeugddelinquentierecht Recht op hulp in decreet
2019 Scheiding delinquentie – non
delinquentie
3.2.1 Vooruitgang
➢ Jeugdhulp: een verhaal van vooruitgang
• Van bescherming naar participatie
• Van dwang naar recht op hulp
• Van deficit georiënteerd naar krachtgericht
• Van individueel werken naar netwerken
• ….
➢ Vooruitgang?
• Vaststellingen van gebrek aan transparantie (zaken delen met cliënt)
• Vaststelling van gebrek aan continuïteit
• Vaststelling van selectieve interventies tav gezinnen in armoede
• Vaststelling van negatieve impact van diagnostiek
• …
”De verhullende macht van de taal”? (retoriek van vraag gestuurd en democratisch werken →
vaak te maken met de wijze waarop we zaken organiseren)
➢ Gebrekkige implementatie? → nee ook logica’s
• Reden voor problemen wordt vaak gelegd bij gebrekkige implementatie van regelgeving/beleid
- We hebben niet genoeg middelen (wachtlijsten)
- We werken niet genoeg samen (nood aan netwerken)
- We hebben niet voldoende goede methodieken (meer evidence based werken)
- We komen niet vroeg genoeg tussen (detectie en preventie)
- …
➢ Problematische logica’s!
• Voorgaande implementatieproblemen kunnen mogelijk (soms) terecht worden aangehaald, maar
er is meer/iets anders aan de hand
➔ Problemen van de jeugdhulp hebben (ook) te maken met de logica’s van waaruit de
jeugdhulp werkt
o Het is bv. niet omdat er meer middelen zouden zijn dat probleem opgelost is, er is geen evidentie
o Bv. er is geen vraag dus we kunnen niet helpen
➢ Enkele Voorbeelden van problematische logica’s
• Bijvoorbeeld:
o Vertaling maatschappelijke problemen in pedagogische/klinische problemen
o Het geloof in diagnostiek
o De verwachting van motivatie
o …
3
JEUGDHULP &
JEUGDRECHT
RUDI ROOSE
,INLEIDING
1. Interventiegronden
➢ Als hulpverleners komen we in de jeugdhulp actueel tussen op basis van volgende 3 interventiegronden:
1. Op vraag van kinderen en/of ouders
2. Verontrustende Opvoedingssituaties (VOS)
3. Jeugddelicten
2. Arrangementen
➢ Deze interventies zijn georganiseerd in specifieke arrangementen van jeugdhulp , voornamelijk
geregeld via het decreet integrale jeugdhulp (2013), het decreet jeugddelinquentierecht (2019) en recent
het decreet Vroeg en Nabij (2024)
➢ Interventies kunnen vrijwillig (buitengerechtelijk) dan wel gedwongen (gerechtelijk) zijn
➢ Interventies zijn ambulant (thuis), semi-ambulant (kan naar huis) en residentieel (24/24 opvang)
➢ Met zeer verschillende intensiteit (kan lang, kort, … duren)
3. De contouren van het huidige stelsel
➢ Rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
• Kinderen en jongeren kunnen er op eigen initiatief – of dat van hun ouders – terecht
• laagdrempelig
➢ Niet-rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp
• Kinderen en jongeren kunnen hier enkel terecht via de intersectorale toegangspoort of een
jeugdrechter (gedwongen)
• Intensiever, ingrijpender en duurder
➢ Parket = openbaar ministerie
• Signaleren van problemen
- Het parket ontvangt meldingen van ernstige situaties. Deze meldingen kunnen afkomstig zijn van
verschillende instanties, zoals de politie, het onderwijs, jeugdzorginstellingen, of particulieren (zoals ouders
of familieleden). Het parket onderzoekt deze meldingen en bepaalt of er verdere stappen nodig zijn.
• Toezicht op gedwongen jeugdhulp
- Wanneer blijkt dat vrijwillige hulpverlening niet voldoende is of niet meer werkt, kan het parket besluiten
om een gedwongen maatregel te vragen aan de jeugdrechtbank. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren in
situaties van: mishandeling of verwaarlozing, jeugdcriminaliteit of zorgwekkende opvoedingssituaties
• Toezicht op uitvoering van maatregel
• Samenwerking met andere instanties
➢ Gemandateerde voorzieningen
• Wanneer de vrijwillige jeugdhulp niet voldoende is en er sprake is van situaties waarin de rechten
van het kind of de jongere ernstig in gevaar zijn. (mandaat van overheid om in te grijpen)
1. Ondersteuningscentrum Jeugdzorg (OCJ)
- Als er een vermoeden is van verontrustende opvoedingssituaties (verwaarlozing,
mishandeling, gedragsproblemen, ...)
2. Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK)
- Richt zich specifiek op gevallen van (fysiek, psychisch of seksuele) kindermishandeling
1
, ➢ Gerechtelijke jeugdhulp
• Jeugdrechter:
- Een gespecialiseerde rechter die bevoegd is om beslissingen te nemen over kinderen en
jongeren in situaties waar vrijwillige hulpverlening niet meer voldoende is of niet werkt.
Dit kan gebeuren bij zowel problematische opvoedingssituaties (POS) als bij
jeugddelinquentie (MOF: misdrijf omschreven feit)
- Taken:
1. Beslissen over gedwongen maatregel
2. Opleggen van maatregel: onder toezichtstelling, uithuisplaatsing, plaatsing in een
gesloten instelling (gemeenschapsinstelling: georganiseerd door de Vlaamse
gemeenschap/overheid)
3. Begeleiden van jeugddelinquenten
4. Regelmatig evaluatie van de maatregel
• Sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulp (SDJ):
- Een gespecialiseerde dienst die werkt onder de verantwoordelijkheid van de jeugdrechter
en de jeugdrechtbank
- Doet sociaal onderzoek, geeft advies en voert de maatregelen uit die door de
jeugdrechtbank zijn opgelegd
➢ Intersectorale toegangspoort
• het team indicatiestelling: de dossierbeheerder buigt zich over de aanvragen voor een
persoonlijke assistentiebudget, individuele materiële bijstand en specifieke acties. Daarnaast
beoordeelt de dossierbeheerder - als de contactpersoon aanmelder dit uitdrukkelijk vraagt - de
hulpvraag en situatie van de jongere en bepaalt hij welke vorm van jeugdhulp het meest geschikt
is. Het team indicatiestelling heeft 30 werkdagen om het indicatiestellingsverslag op te maken.
• het team jeugdhulpregie: een jeugdhulpregisseur zoekt uit wie de hulpverlening effectief zal
uitvoeren. Binnen de 15 werkdagen werkt hij een jeugdhulpverleningsvoorstel uit.
➢ Niet-rechtstreeks ≠ dwang
• Niet-rechtstreeks: dit is een vorm van jeugdhulpverlening waar een jongere of gezin pas toegang
toe krijgt na een grondige indicatiestelling en diagnostiek. Er is dus een doorverwijzing nodig via
de intersectorale toegangspoort. (het is vrijwillig, ouders en kinderen stemmen ermee in)
• Dwang: worden opgelegd door de jeugdrechtbank of door de overheid (parket) wanneer de
situatie ernstig is en er geen vrijwillige overeenstemming is tussen de betrokkenen.
3.1 Grote etappes in de jeugdhulp
Afhandeling VOS Afhandeling Jeugddelict Centrale noties
Wet kinderbescherming 1912 Wet kinderbescherming 1912 Pre-delinquentie
Wet jeugdbescherming 1965 Wet jeugdbescherming 1965 Kind in gevaar
Decreten bijzondere jeugdbijstand Wet jeugdbescherming 1965 POS - MOF
1990 Wet jeugdbescherming 2006
Decreet integrale jeugdhulp 2013 Decreet jeugddelinquentierecht VOS - jeugddelict
2019
Decreet Vroeg en Nabij 2024: Geïntegreerd jeugd- en gezinsbeleid
In 1980: staatshervorming: gemeenschappen krijgen meer bevoegdheden in jeugdhulp → splitsing
tussen POS en MOF
Verschil tussen wet en decreet: decreet is op gemeenschapsniveau/gemeenschapsmaterie, wet is
Belgische materie
Noties verschuiven doorheen de jaren
2
, 3.2 Discours van vooruitgang
Afhandeling VOS Afhandeling Jeugddelict Centrale noties
Wet kinderbescherming 1912 Wet kinderbescherming 1912 Interventierecht: sterk
moraliserend en dwang
Wet jeugdbescherming 1965 Wet jeugdbescherming 1965 Meer nadruk op participatie
ouders, maar met stok achter de
deur (niet meewerken, toch
dwingen)
Decreten bijzondere jeugdbijstand Wet jeugdbescherming 1965 Sterkere scheiding vrijwilligheid en
1990 Wet jeugdbescherming 2006 dwang
Bijstandsnotie ipv bescherming
Decreet integrale jeugdhulp 2013 Decreet jeugddelinquentierecht Recht op hulp in decreet
2019 Scheiding delinquentie – non
delinquentie
3.2.1 Vooruitgang
➢ Jeugdhulp: een verhaal van vooruitgang
• Van bescherming naar participatie
• Van dwang naar recht op hulp
• Van deficit georiënteerd naar krachtgericht
• Van individueel werken naar netwerken
• ….
➢ Vooruitgang?
• Vaststellingen van gebrek aan transparantie (zaken delen met cliënt)
• Vaststelling van gebrek aan continuïteit
• Vaststelling van selectieve interventies tav gezinnen in armoede
• Vaststelling van negatieve impact van diagnostiek
• …
”De verhullende macht van de taal”? (retoriek van vraag gestuurd en democratisch werken →
vaak te maken met de wijze waarop we zaken organiseren)
➢ Gebrekkige implementatie? → nee ook logica’s
• Reden voor problemen wordt vaak gelegd bij gebrekkige implementatie van regelgeving/beleid
- We hebben niet genoeg middelen (wachtlijsten)
- We werken niet genoeg samen (nood aan netwerken)
- We hebben niet voldoende goede methodieken (meer evidence based werken)
- We komen niet vroeg genoeg tussen (detectie en preventie)
- …
➢ Problematische logica’s!
• Voorgaande implementatieproblemen kunnen mogelijk (soms) terecht worden aangehaald, maar
er is meer/iets anders aan de hand
➔ Problemen van de jeugdhulp hebben (ook) te maken met de logica’s van waaruit de
jeugdhulp werkt
o Het is bv. niet omdat er meer middelen zouden zijn dat probleem opgelost is, er is geen evidentie
o Bv. er is geen vraag dus we kunnen niet helpen
➢ Enkele Voorbeelden van problematische logica’s
• Bijvoorbeeld:
o Vertaling maatschappelijke problemen in pedagogische/klinische problemen
o Het geloof in diagnostiek
o De verwachting van motivatie
o …
3