Consumentenmarkten en koopgedrag van
consumenten
Customer journey
= wat een klant ervaart tijdens het oriënteren, kopen en gebruiken van
een product of dienst.
- Wat kopen consumenten?
- Hoeveel kopen ze?
- Waar kopen ze?
- Wanneer?
- Waarom kopen? -> als marketeers de bovenstaande vragen willen
beïnvloeden moeten ze inzicht hebben in waarom -> effectieve inzet
van marketinginstrumenten.
Multidisciplinair onderzoeksgebied:
- Klassieke economie
- Psychologie
- Sociologie
- Antropologie
- Neurowetenschappen -> brein + 5 zintuigen ( hoe je naar
bepaalde zaken ook kijkt )
Stimulus – responsmodel:
Kenmerken die van invloed zijn op consumenten
gedrag
Factoren:
- Cultureel ( sociale klasse, subcultuur,… )
- Sociaal ( gezin, status, …)
- Persoonlijk ( leeftijd en levensfase, beroep, levensstijl, zelfbeeld, .. )
- Psychologisch ( motivatie, leren, overtuigingen, … )
- Koper
1.2.1 Cultuur
- Waarden en normen
, - Uitingen via taal, symbolen, kleuren,…
- Opgelet -> interculturele marketing fails ( tesco die een nieuwe
smaak promoot tijdens de Ramadan )
Subcultuur:
= Groep mensen met sterk overeenkomende waardestelsels op grond van
vergelijkbare levenservaring. ( gedeelde opvattingen, waarden, normen,…)
bv muziek voorkeur.
Skaters = subcultuur ( kleding, … )
Sociale klasse:
= maatschappelijke, hiërarchische geordende categorieën met
gemeenschappelijke waarden en gedrag.
bv: Levi’s
1.2.2 Sociaal
Referentiegroepen:
- Allemaal beïnvloed door groepen ( grote + kleine )
- Of we er nu deel van uitmaken of ni
Primair = Regelmatig en informele interactie
secundair = minder frequent en formele interactie
Bv: Jupiler -> grote groep ( Belgen ) – ‘mama baas’ ( membership groep )
online magazine + blog ( groep voor mama’s )
Gezin:
Invloedrijkste groep want grootste beïnvloeder van koopgedrag
( partner, kinderen, andere familieleden )
bv: voor een auto of televisie aan te kopen
Rol en status:
- Elk individu behoort tot bepaalde groepen
- De positie binnen elke groep kan worden afgeleid aan de hand van
de rol en status.
Rol= de activiteiten die iemand volgens de mensen uit zijn omgeving
verwacht wordt te verrichten
Status = een afspiegeling van het respect van de maatschappij voor die
rol.
Bv ( Nivea men + care ) -> rol + BMW ‘ opeens weet de baas je naam’ ->
status
1.2.3 persoonlijk
consumenten
Customer journey
= wat een klant ervaart tijdens het oriënteren, kopen en gebruiken van
een product of dienst.
- Wat kopen consumenten?
- Hoeveel kopen ze?
- Waar kopen ze?
- Wanneer?
- Waarom kopen? -> als marketeers de bovenstaande vragen willen
beïnvloeden moeten ze inzicht hebben in waarom -> effectieve inzet
van marketinginstrumenten.
Multidisciplinair onderzoeksgebied:
- Klassieke economie
- Psychologie
- Sociologie
- Antropologie
- Neurowetenschappen -> brein + 5 zintuigen ( hoe je naar
bepaalde zaken ook kijkt )
Stimulus – responsmodel:
Kenmerken die van invloed zijn op consumenten
gedrag
Factoren:
- Cultureel ( sociale klasse, subcultuur,… )
- Sociaal ( gezin, status, …)
- Persoonlijk ( leeftijd en levensfase, beroep, levensstijl, zelfbeeld, .. )
- Psychologisch ( motivatie, leren, overtuigingen, … )
- Koper
1.2.1 Cultuur
- Waarden en normen
, - Uitingen via taal, symbolen, kleuren,…
- Opgelet -> interculturele marketing fails ( tesco die een nieuwe
smaak promoot tijdens de Ramadan )
Subcultuur:
= Groep mensen met sterk overeenkomende waardestelsels op grond van
vergelijkbare levenservaring. ( gedeelde opvattingen, waarden, normen,…)
bv muziek voorkeur.
Skaters = subcultuur ( kleding, … )
Sociale klasse:
= maatschappelijke, hiërarchische geordende categorieën met
gemeenschappelijke waarden en gedrag.
bv: Levi’s
1.2.2 Sociaal
Referentiegroepen:
- Allemaal beïnvloed door groepen ( grote + kleine )
- Of we er nu deel van uitmaken of ni
Primair = Regelmatig en informele interactie
secundair = minder frequent en formele interactie
Bv: Jupiler -> grote groep ( Belgen ) – ‘mama baas’ ( membership groep )
online magazine + blog ( groep voor mama’s )
Gezin:
Invloedrijkste groep want grootste beïnvloeder van koopgedrag
( partner, kinderen, andere familieleden )
bv: voor een auto of televisie aan te kopen
Rol en status:
- Elk individu behoort tot bepaalde groepen
- De positie binnen elke groep kan worden afgeleid aan de hand van
de rol en status.
Rol= de activiteiten die iemand volgens de mensen uit zijn omgeving
verwacht wordt te verrichten
Status = een afspiegeling van het respect van de maatschappij voor die
rol.
Bv ( Nivea men + care ) -> rol + BMW ‘ opeens weet de baas je naam’ ->
status
1.2.3 persoonlijk