Smaak- geur, extero- en
interoreceptoren
1 SMAAKORGAAN - SMAAKKNOPPEN
Zitten op tongpapillen
3 celsoorten:
Steuncellen:
- Donkere cellen met donkere kern
- Microvilli
- ++ organellen
- GAG-granules porus
Smaakreceptorcellen:
- Bleke, smalle, lange cellen met een heldere
kern
- Microvilli
- ++ organellen
- Neuro-epitheliale cellen basaal contact met afferente zenuwuiteinden
Basale cellen:
- Tegen basale wand
- Weinig gedifferentieerd
- Reservecellen voor smaakcellen en steuncellen
Smaaksensaties:
Soorten: Mechanisme:
- Zoet - Voorbijgaande binding van opgeloste
- Zout stoffen met GAG
- Zuur - Prikkelregistratie
- Bitter - Wegwassing door sereuze vocht van
- Umami (glutaminezuur) Von Ebnerklieren
2 REUKORGAAN – OLFACTORISCH EPITHEEL
In dak neusholte, over bovenzijde concha superior en septum
Mucosa:
Epitheel:
- 3 celsoorten: reuk-, steun- en basale cellen
- Geen slijmbekercellen
- Pseudomeerlagig
Reukcellen:
- Bipolaire zenuwcellen
, - Regelmatige over reukepitheel verspreid
- Kern basaal
- Reukkegel = bolvormig topje
- Cilia olfactoria = 10 lange flagellen
- Fila olfactoria = (niet gemey) axonen verenigen zich in
kleine bundels i/d LP en gaan zo naar bulbus olfactorius
Steuncellen:
- Lange cilindrische cellen
- Verbonden met junctiecomplex
- Kern in bovenste 1/3
- Microvilli en korte basale uitlopers
Basale cellen:
- Tegen basale membraan
- Bereiken vrije oppervlak niet
- Weinig celorganellen
- Vervangcellen voor reukcellen en steuncellen
Lamina propria:
Glandula olfactoriae (= klieren van Bowman):
- Eigen ductus
- Gemengde seromuceuze klieren
Sereuze cellen: helder, eiwit secreet
Muceuze cellen: steroïd-achtig product
- Fctie: helpen bij reukperceptie
3 TASTORGAAN – EXTERORECEPTOREN
Types receptoren:
- Mechanoreceptoren: aanraking, druk, trillingen
- Thermoreceptoren: temperatuur
- Nocireceptoren: pijn
Registratie: dmv vrije zenuwuiteinden en gespecialiseerde eindlichaampjes
interoreceptoren
1 SMAAKORGAAN - SMAAKKNOPPEN
Zitten op tongpapillen
3 celsoorten:
Steuncellen:
- Donkere cellen met donkere kern
- Microvilli
- ++ organellen
- GAG-granules porus
Smaakreceptorcellen:
- Bleke, smalle, lange cellen met een heldere
kern
- Microvilli
- ++ organellen
- Neuro-epitheliale cellen basaal contact met afferente zenuwuiteinden
Basale cellen:
- Tegen basale wand
- Weinig gedifferentieerd
- Reservecellen voor smaakcellen en steuncellen
Smaaksensaties:
Soorten: Mechanisme:
- Zoet - Voorbijgaande binding van opgeloste
- Zout stoffen met GAG
- Zuur - Prikkelregistratie
- Bitter - Wegwassing door sereuze vocht van
- Umami (glutaminezuur) Von Ebnerklieren
2 REUKORGAAN – OLFACTORISCH EPITHEEL
In dak neusholte, over bovenzijde concha superior en septum
Mucosa:
Epitheel:
- 3 celsoorten: reuk-, steun- en basale cellen
- Geen slijmbekercellen
- Pseudomeerlagig
Reukcellen:
- Bipolaire zenuwcellen
, - Regelmatige over reukepitheel verspreid
- Kern basaal
- Reukkegel = bolvormig topje
- Cilia olfactoria = 10 lange flagellen
- Fila olfactoria = (niet gemey) axonen verenigen zich in
kleine bundels i/d LP en gaan zo naar bulbus olfactorius
Steuncellen:
- Lange cilindrische cellen
- Verbonden met junctiecomplex
- Kern in bovenste 1/3
- Microvilli en korte basale uitlopers
Basale cellen:
- Tegen basale membraan
- Bereiken vrije oppervlak niet
- Weinig celorganellen
- Vervangcellen voor reukcellen en steuncellen
Lamina propria:
Glandula olfactoriae (= klieren van Bowman):
- Eigen ductus
- Gemengde seromuceuze klieren
Sereuze cellen: helder, eiwit secreet
Muceuze cellen: steroïd-achtig product
- Fctie: helpen bij reukperceptie
3 TASTORGAAN – EXTERORECEPTOREN
Types receptoren:
- Mechanoreceptoren: aanraking, druk, trillingen
- Thermoreceptoren: temperatuur
- Nocireceptoren: pijn
Registratie: dmv vrije zenuwuiteinden en gespecialiseerde eindlichaampjes