Fiscale procedures
Inhoudsopgave
1 Hoofdstuk 1................................................................................................2
1.1 Inleiding.................................................................................................................... 2
1.2 De verschillende fasen van de procedureregeling....................................................2
1.2.1 Aangifte.............................................................................................................. 2
1.2.1.1 Wie moet er aangifte doen?.........................................................................2
1.2.1.2 De aangifte inzake personenbelasting.........................................................4
1.2.1.3 Plaats van aangifte personenbelasting........................................................4
1.2.1.4 Uitreiking en ontvangst van de aangifte personenbelasting........................5
1.2.1.5 Geldigheid van de aangifte..........................................................................6
1.2.1.6 Waarde van de tijdige en regelmatige aangifte...........................................7
2 Hoofdstuk 2................................................................................................7
2.1 Het onderzoek van de aangifte (art. 14 WIB)............................................................8
2.1.1 Algemeen........................................................................................................... 8
2.1.1.1 Verschillende soorten onderzoek...............................................................11
2.1.1.2 Eigen controlemiddelen van de Administratie............................................12
2.1.1.3 Recht van onderzoek.................................................................................12
2.1.1.4 Verplichtingen van derden:........................................................................16
2.1.1.5 Begrenzingen aan het recht van onderzoek..............................................17
3 Hoofdstuk 3.............................................................................................. 23
3.1 Bewijsmiddelen van de administratie.....................................................................23
3.1.1 Algemeen......................................................................................................... 23
3.1.2 De door het gemeen recht toegelaten bewijsmiddelen, met inbegrip van de
PV’s van de ambtenaren van de FOD Financiën uitgezonderd de eed.......................24
3.1.2.1 Het schriftelijk bewijs.................................................................................24
3.1.2.2 Het bewijs door getuigen...........................................................................26
3.1.2.3 De vermoedens......................................................................................... 26
3.1.2.3.1 Wettelijke vermoedens........................................................................26
3.1.2.3.2 Feitelijke vermoedens.........................................................................28
3.1.2.4 De bekentenis............................................................................................ 28
3.1.2.5 De processen-verbaal opgesteld door de ambtenaren van de FOD
Financiën............................................................................................................... 28
4 Hoofdstuk 4.............................................................................................. 29
4.1 Wijziging van de aangifte en de aanslag van ambtswege.......................................29
4.1.1 Algemeen......................................................................................................... 29
4.1.2 Het bericht van wijziging van de aangifte.........................................................29
4.1.3 Antwoord van de belastingplichtige.................................................................30
4.1.3.1 Kennisgeving van beslissing tot taxatie (279T)..........................................30
4.1.4 De vestiging van de aanslag op grond van de gewijzigde gegevens................31
4.1.5 Opmerkingen.................................................................................................... 31
4.1.5.1 Achtereenvolgende BVW’en.......................................................................31
4.1.5.2 Gevallen waarin GEEN BVW dient verstuurd te worden.............................31
4.1.6 De aanslag van ambtswege.............................................................................31
5 Hoofdstuk 5.............................................................................................. 32
5.1 Vestiging van de aanslag........................................................................................32
,6 Hoofdstuk 6.............................................................................................. 34
6.1 Sancties.................................................................................................................. 34
6.1.1 Belastingverhogingen.......................................................................................34
6.1.1.1 Art. 225 KB/WIB 92....................................................................................35
6.1.1.2 Art. 226 KB/WIB 92....................................................................................36
6.1.2 Administratieve boeten....................................................................................37
7 Hoofdstuk 7.............................................................................................. 37
7.1 Het administratief beroep.......................................................................................37
7.1.1 Bezwaarprocedure............................................................................................ 37
7.1.1.1 Behandeling bezwaarschrift.......................................................................38
7.1.1.2 Termijn van indiening bezwaarschrift.........................................................38
7.1.1.3 Bewijslast................................................................................................... 39
7.1.2 Procedure van ontheffing van ambtswege.......................................................39
7.1.3 Onderzoek van het administratief beroep en beslissing van de directeur........42
1 Hoofdstuk 1
1.1 Inleiding
Wetgever heeft een aantal maatregelen getroffen om:
- De belastingplichtige te beschermen
- Om administratie ‘macht’ te geven
Procedureregeling
= geheel van wettelijke bepalingen
Niet naleven van procedureregeling:
Gevolgen voor de Staat een voor de bp
1.2 De verschillende fasen van de procedureregeling
1.2.1 Aangifte
1.2.1.1 Wie moet er aangifte doen?
Algemene regel (art. 305, 1ste lid WIB)
Belastingplichtigen zijn onderworpen aan:
- De personenbelasting
- De vennootschapsbelasting
- De rechtspersonenbelasting
, - De belasting der niet-inwoners
Bijzondere regel (art. 305, 2de lid WIB)
- Aangifte van overleden belastingplichtige
- Aangifte van wettelijk onbekwamen
- Aangifte van gefailleerden
o Gefailleerden moet nog altijd belastingaangifte indienen maar
kan door curator worden gedaan
- Aangifte van gehuwden of wettelijk samenwonen
o Regel: gemeenschappelijke aanslag op naam van beiden
o Afwijkingen:
Jaar van huwelijk/w.s.
Jaar na jaar feitelijke scheiding
Jaar van echtscheiding/beëindiging w.s. en scheiding van
tafel en bed
Jaar overlijden van 1 v/d echtgenoten
Internationale ambtenaren met BI > grensbedrag euro
Belastingplichtigen vrijgesteld van aangifteplicht: (art. 306 WIB)
- Regel:
1) Belastingplichtigen zonder beroepswerkzaamheid, indien belastbare
inkomsten < dan:
o BVS (afz. aangifte)
o Samengetelde BVS’en (gez. aangifte)
2) Belastingplichtigen die slechts enkele belastbare inkomsten moeten
aangeven:
o Onroerend inkomen, belastbaar ten belope van KI
o Bepaalde pensioenen (zoals rust- en overlevingspensioenen)
- Afwijkingen:
In afwijking van punt 2):
o Niet hertrouwde Weduwe/weduwenaar/vader/moeder met één
of meerdere KTL
o Bp met één of meerdere KTL < 3 jaar
o Bp voor het jaar van huwelijk, waarvan de echtgenoot NBM ≤
2830,00 EUR
o Weduwe/weduwnaar voor het jaar van overlijden van de
echtgenoot, indien echtgenoot NBM ≤ 2830,00 EUR
o Bp met: buitenlandse
inkomsten/belastingverminderingen/aftrekbare
bestedingen/voorafbetalingen/aftrekbare intresten
Voorstellen van vereenvoudigde aangifte
, - Alle info die gekend is door de Administratie
- Omgezet in een berekening
- Aangevuld door een antwoordbrief
Gevolgen voor de taxatiewerkzaamheden:
- Reactiemogelijkheden van de bp:
o Bp is akkoord
Ø Niets doen, automatische inkohiering
o Bp is niet akkoord
Ø Antwoordbrief invullen en terugzenden (uiterlijk
30/06/AJ)
Ø Of via tax-on-web (uiterlijk 15/07/AJ)
Waarde van het voorstel
= waarde van een aangifte
Zelfde sancties indien onregelmatig en laattijdig
Verwerking van de niet-akkoorden
Bij ontvangst van een niet-akkoord uiterlijk
op 30/06/AJ kunnen de volgende situaties zich
voordoen:
- Ontvangen niet-akkoord is terecht
- Ontvangen niet-akkoord is onduidelijk/onvoldoende
- Ontvangen niet-akkoord is niet terecht
o Wijzigingsprocedure => bericht van wijziging wordt verzonden
- Normale aanslagtermijn
- Buitengewone aanslagtermijn (3 jaar) indien verschuldigde bel. >
verschuldigde bel. volgens voorstel
1.2.1.2 De aangifte inzake personenbelasting
- Papieren aangifte
- Elektronische aangifte
- Invulling van de aangifte met behulp van een ambtenaar van de FOD
Financiën
- De bijlagen bij de aangifte
1.2.1.3 Plaats van aangifte personenbelasting
- Plaats van indienen van de aangifte
Scanningscentra: Gent of Namen
- Plaats waar de aanslag gevestigd wordt (bevoegde taxatiedienst)
Centraal taxatiekantoor of Controle
Principe
Inhoudsopgave
1 Hoofdstuk 1................................................................................................2
1.1 Inleiding.................................................................................................................... 2
1.2 De verschillende fasen van de procedureregeling....................................................2
1.2.1 Aangifte.............................................................................................................. 2
1.2.1.1 Wie moet er aangifte doen?.........................................................................2
1.2.1.2 De aangifte inzake personenbelasting.........................................................4
1.2.1.3 Plaats van aangifte personenbelasting........................................................4
1.2.1.4 Uitreiking en ontvangst van de aangifte personenbelasting........................5
1.2.1.5 Geldigheid van de aangifte..........................................................................6
1.2.1.6 Waarde van de tijdige en regelmatige aangifte...........................................7
2 Hoofdstuk 2................................................................................................7
2.1 Het onderzoek van de aangifte (art. 14 WIB)............................................................8
2.1.1 Algemeen........................................................................................................... 8
2.1.1.1 Verschillende soorten onderzoek...............................................................11
2.1.1.2 Eigen controlemiddelen van de Administratie............................................12
2.1.1.3 Recht van onderzoek.................................................................................12
2.1.1.4 Verplichtingen van derden:........................................................................16
2.1.1.5 Begrenzingen aan het recht van onderzoek..............................................17
3 Hoofdstuk 3.............................................................................................. 23
3.1 Bewijsmiddelen van de administratie.....................................................................23
3.1.1 Algemeen......................................................................................................... 23
3.1.2 De door het gemeen recht toegelaten bewijsmiddelen, met inbegrip van de
PV’s van de ambtenaren van de FOD Financiën uitgezonderd de eed.......................24
3.1.2.1 Het schriftelijk bewijs.................................................................................24
3.1.2.2 Het bewijs door getuigen...........................................................................26
3.1.2.3 De vermoedens......................................................................................... 26
3.1.2.3.1 Wettelijke vermoedens........................................................................26
3.1.2.3.2 Feitelijke vermoedens.........................................................................28
3.1.2.4 De bekentenis............................................................................................ 28
3.1.2.5 De processen-verbaal opgesteld door de ambtenaren van de FOD
Financiën............................................................................................................... 28
4 Hoofdstuk 4.............................................................................................. 29
4.1 Wijziging van de aangifte en de aanslag van ambtswege.......................................29
4.1.1 Algemeen......................................................................................................... 29
4.1.2 Het bericht van wijziging van de aangifte.........................................................29
4.1.3 Antwoord van de belastingplichtige.................................................................30
4.1.3.1 Kennisgeving van beslissing tot taxatie (279T)..........................................30
4.1.4 De vestiging van de aanslag op grond van de gewijzigde gegevens................31
4.1.5 Opmerkingen.................................................................................................... 31
4.1.5.1 Achtereenvolgende BVW’en.......................................................................31
4.1.5.2 Gevallen waarin GEEN BVW dient verstuurd te worden.............................31
4.1.6 De aanslag van ambtswege.............................................................................31
5 Hoofdstuk 5.............................................................................................. 32
5.1 Vestiging van de aanslag........................................................................................32
,6 Hoofdstuk 6.............................................................................................. 34
6.1 Sancties.................................................................................................................. 34
6.1.1 Belastingverhogingen.......................................................................................34
6.1.1.1 Art. 225 KB/WIB 92....................................................................................35
6.1.1.2 Art. 226 KB/WIB 92....................................................................................36
6.1.2 Administratieve boeten....................................................................................37
7 Hoofdstuk 7.............................................................................................. 37
7.1 Het administratief beroep.......................................................................................37
7.1.1 Bezwaarprocedure............................................................................................ 37
7.1.1.1 Behandeling bezwaarschrift.......................................................................38
7.1.1.2 Termijn van indiening bezwaarschrift.........................................................38
7.1.1.3 Bewijslast................................................................................................... 39
7.1.2 Procedure van ontheffing van ambtswege.......................................................39
7.1.3 Onderzoek van het administratief beroep en beslissing van de directeur........42
1 Hoofdstuk 1
1.1 Inleiding
Wetgever heeft een aantal maatregelen getroffen om:
- De belastingplichtige te beschermen
- Om administratie ‘macht’ te geven
Procedureregeling
= geheel van wettelijke bepalingen
Niet naleven van procedureregeling:
Gevolgen voor de Staat een voor de bp
1.2 De verschillende fasen van de procedureregeling
1.2.1 Aangifte
1.2.1.1 Wie moet er aangifte doen?
Algemene regel (art. 305, 1ste lid WIB)
Belastingplichtigen zijn onderworpen aan:
- De personenbelasting
- De vennootschapsbelasting
- De rechtspersonenbelasting
, - De belasting der niet-inwoners
Bijzondere regel (art. 305, 2de lid WIB)
- Aangifte van overleden belastingplichtige
- Aangifte van wettelijk onbekwamen
- Aangifte van gefailleerden
o Gefailleerden moet nog altijd belastingaangifte indienen maar
kan door curator worden gedaan
- Aangifte van gehuwden of wettelijk samenwonen
o Regel: gemeenschappelijke aanslag op naam van beiden
o Afwijkingen:
Jaar van huwelijk/w.s.
Jaar na jaar feitelijke scheiding
Jaar van echtscheiding/beëindiging w.s. en scheiding van
tafel en bed
Jaar overlijden van 1 v/d echtgenoten
Internationale ambtenaren met BI > grensbedrag euro
Belastingplichtigen vrijgesteld van aangifteplicht: (art. 306 WIB)
- Regel:
1) Belastingplichtigen zonder beroepswerkzaamheid, indien belastbare
inkomsten < dan:
o BVS (afz. aangifte)
o Samengetelde BVS’en (gez. aangifte)
2) Belastingplichtigen die slechts enkele belastbare inkomsten moeten
aangeven:
o Onroerend inkomen, belastbaar ten belope van KI
o Bepaalde pensioenen (zoals rust- en overlevingspensioenen)
- Afwijkingen:
In afwijking van punt 2):
o Niet hertrouwde Weduwe/weduwenaar/vader/moeder met één
of meerdere KTL
o Bp met één of meerdere KTL < 3 jaar
o Bp voor het jaar van huwelijk, waarvan de echtgenoot NBM ≤
2830,00 EUR
o Weduwe/weduwnaar voor het jaar van overlijden van de
echtgenoot, indien echtgenoot NBM ≤ 2830,00 EUR
o Bp met: buitenlandse
inkomsten/belastingverminderingen/aftrekbare
bestedingen/voorafbetalingen/aftrekbare intresten
Voorstellen van vereenvoudigde aangifte
, - Alle info die gekend is door de Administratie
- Omgezet in een berekening
- Aangevuld door een antwoordbrief
Gevolgen voor de taxatiewerkzaamheden:
- Reactiemogelijkheden van de bp:
o Bp is akkoord
Ø Niets doen, automatische inkohiering
o Bp is niet akkoord
Ø Antwoordbrief invullen en terugzenden (uiterlijk
30/06/AJ)
Ø Of via tax-on-web (uiterlijk 15/07/AJ)
Waarde van het voorstel
= waarde van een aangifte
Zelfde sancties indien onregelmatig en laattijdig
Verwerking van de niet-akkoorden
Bij ontvangst van een niet-akkoord uiterlijk
op 30/06/AJ kunnen de volgende situaties zich
voordoen:
- Ontvangen niet-akkoord is terecht
- Ontvangen niet-akkoord is onduidelijk/onvoldoende
- Ontvangen niet-akkoord is niet terecht
o Wijzigingsprocedure => bericht van wijziging wordt verzonden
- Normale aanslagtermijn
- Buitengewone aanslagtermijn (3 jaar) indien verschuldigde bel. >
verschuldigde bel. volgens voorstel
1.2.1.2 De aangifte inzake personenbelasting
- Papieren aangifte
- Elektronische aangifte
- Invulling van de aangifte met behulp van een ambtenaar van de FOD
Financiën
- De bijlagen bij de aangifte
1.2.1.3 Plaats van aangifte personenbelasting
- Plaats van indienen van de aangifte
Scanningscentra: Gent of Namen
- Plaats waar de aanslag gevestigd wordt (bevoegde taxatiedienst)
Centraal taxatiekantoor of Controle
Principe