BIJZONDERE OVEREENKOMSTEN
Examen: helft MC en helft open vragen (twee toepassingsvragen en één casus).
DEEL I: KOOP
Eerste les, eerste slide: algemeen verbintenisrehts blijft ook van toepassing op bijzondere
overeenkomsten.
Één van de basisprincipes: contractvrijheid. Maar als je een contract sluit dat beantwoord aan de
essentiële bestanddelen van één vd contracten die uitgewerkt is, in de bijzondere overeenkomsten,
dan moet je dat wel nog steeds volgen contractvrijheid gelimiteerd. Dan val je dus in een benoemde
overeenkomst (= telkens als een wet/decreet het statuut uitwerkt, staat dat in het BW is het een
bijzondere overeenkomst). Andere rechtsfiguren in de praktijk waar geen wettekst voor is bv.
franchising zijn onbenoemde overeenkomsten waar de contractvrijheid absoluut geldt.
Essentiële bestanddelen worden gebruikt om te determineren/kwalificeren. Soms blijkt het zo een
huurcontract, een dading te zijn,… Als het dus beantwoord aan andere essentiële bestanddelen dan
gaan we herkwalificeren naar het juiste contract. Zo kan soms een benoemde overeenkomst een
onbenoemde overeenkomst worden casus examen! Eerst en vooral: als je een feitelijke constellatie
krijgt, determineren en kwalificeren welk contract het is; een koop, huur, lastgeving en zeggen
waarom dat zo is volgens welke regel.
Bij het kwalificeren moet je ook rekening houden met de doelstelling van de WG; beschermen van
een partij bv. Dan moet er een alarmbel afgaan want contractvrijheid geldt dan mss niet, eerst de
beschermende wetgeving volgen.
Wat brengt de toekomst? We gaan spreken over bijzondere contracten ipv bijzondere
overeenkomsten en zal geplaatst worden in boek 7 van BW. De vier functies hiervan worden ook
herhaald:
1
,2
,HOOFDSTUK 1: WEZENLIJKE BESTANDDELEN
BEGRIP – SOORTEN
Koop is een wederkerige overeenkomst waarbij de ene partij (de verkoper) zich verbindt de
eigendom van een zaak aan de andere partij (de koper) over te dragen tegen een prijs in geld.
In art. 1582 BW vinden we een onvolledige omschrijving van het begrip koop. De definitie vermeldt
onder andere de eigendomsoverdracht niet.
Een koopovereenkomst kan aangegaan worden zowel bij een onderhandse als bij een authentieke
akte artikel 1582, tweede lid oud BW
De koopovereenkomst is een van de meest voorkomende overeenkomsten. Ze kan verschillende
modaliteiten vertonen. Het burgerlijk wetboek vernoemt er enkele:
• Koop bij gewicht, getal, maat (art. 1585 BW) = eerst wegen, tellen of meten voor een
prijs bepaald wordt
• Koop ad gustum (art. 1587 BW) = pas overeenkomst als de smaak goed zit
• Koop op proef (art. 1588 BW) =
• Consumentenkoop (art. 1649bis BW) = het goed is de essentie van de koop
• Digitale consumentenkoop (art. 1701/2-1702/19 oud BW) = essentie zijn de digitale
diensten zoals upgrades
• Verkoop op afbetaling (art. I.9, 46° WER) = consumentencredit
• Verkoop op afstand (art. I.8, 15° WER) = je koopt iets in andere ruimte dan verkoper
3
, Naast het nationaal kooprecht wordt er ook verwezen naar de regels die gelden bij een koop met
een internationaal aspect o.a.
• het Weens Koopverdrag/ CISG verkoop lichamelijke roerende goederen met
internationaal aspect
• het ontwikkelen van een facultatief gemeenschappelijk Europees kooprecht
Een wezenlijk bestanddeel is dat wat een instelling zo kenmerkt, dat indien het wegvalt de instelling
niet meer dezelfde is. De wezenlijke bestanddelen bij een koopovereenkomst zijn:
• Eigendomsoverdracht
• Tegen een prijs
EIGENDOMSOVERDRACHT
PRINCIPE
De eigendomsoverdracht is inherent aan de koop. Wanner de overeenkomst op zichzelf niet leidt tot
een eigendomsoverdracht dan is er geen sprake van koop maar van een andere rechtshandeling.
De verkoop is tussen partijen voltrokken en de koper verkrijgt van rechtswege de eigendom ten
aanzien van de verkoper, zodra er een wilsovereenstemming is over de zaak en de prijs (art. 1583 oud
BW). De eigendomsoverdracht geschiedt door de wilsovereenstemming, dit is het translatief karakter
van de koopovereenkomst.
AFWIJKING
De partijen mogen de eigendomsoverdracht uitstellen. Ze gaan het uitstel dan conventioneel
regelen door een beding van eigendomsvoorbehoud in de overeenkomst te plaatsen. Ze doen dit
meestal door middel van een opschortende voorwaarde. De meest voorkomende hebben verband
met de financiering.
De eigendomsoverdracht wordt soms uitgesteld door de aard van het verkochte goed of van de
overeenkomst:
o Soortzaken: specificering
4
Examen: helft MC en helft open vragen (twee toepassingsvragen en één casus).
DEEL I: KOOP
Eerste les, eerste slide: algemeen verbintenisrehts blijft ook van toepassing op bijzondere
overeenkomsten.
Één van de basisprincipes: contractvrijheid. Maar als je een contract sluit dat beantwoord aan de
essentiële bestanddelen van één vd contracten die uitgewerkt is, in de bijzondere overeenkomsten,
dan moet je dat wel nog steeds volgen contractvrijheid gelimiteerd. Dan val je dus in een benoemde
overeenkomst (= telkens als een wet/decreet het statuut uitwerkt, staat dat in het BW is het een
bijzondere overeenkomst). Andere rechtsfiguren in de praktijk waar geen wettekst voor is bv.
franchising zijn onbenoemde overeenkomsten waar de contractvrijheid absoluut geldt.
Essentiële bestanddelen worden gebruikt om te determineren/kwalificeren. Soms blijkt het zo een
huurcontract, een dading te zijn,… Als het dus beantwoord aan andere essentiële bestanddelen dan
gaan we herkwalificeren naar het juiste contract. Zo kan soms een benoemde overeenkomst een
onbenoemde overeenkomst worden casus examen! Eerst en vooral: als je een feitelijke constellatie
krijgt, determineren en kwalificeren welk contract het is; een koop, huur, lastgeving en zeggen
waarom dat zo is volgens welke regel.
Bij het kwalificeren moet je ook rekening houden met de doelstelling van de WG; beschermen van
een partij bv. Dan moet er een alarmbel afgaan want contractvrijheid geldt dan mss niet, eerst de
beschermende wetgeving volgen.
Wat brengt de toekomst? We gaan spreken over bijzondere contracten ipv bijzondere
overeenkomsten en zal geplaatst worden in boek 7 van BW. De vier functies hiervan worden ook
herhaald:
1
,2
,HOOFDSTUK 1: WEZENLIJKE BESTANDDELEN
BEGRIP – SOORTEN
Koop is een wederkerige overeenkomst waarbij de ene partij (de verkoper) zich verbindt de
eigendom van een zaak aan de andere partij (de koper) over te dragen tegen een prijs in geld.
In art. 1582 BW vinden we een onvolledige omschrijving van het begrip koop. De definitie vermeldt
onder andere de eigendomsoverdracht niet.
Een koopovereenkomst kan aangegaan worden zowel bij een onderhandse als bij een authentieke
akte artikel 1582, tweede lid oud BW
De koopovereenkomst is een van de meest voorkomende overeenkomsten. Ze kan verschillende
modaliteiten vertonen. Het burgerlijk wetboek vernoemt er enkele:
• Koop bij gewicht, getal, maat (art. 1585 BW) = eerst wegen, tellen of meten voor een
prijs bepaald wordt
• Koop ad gustum (art. 1587 BW) = pas overeenkomst als de smaak goed zit
• Koop op proef (art. 1588 BW) =
• Consumentenkoop (art. 1649bis BW) = het goed is de essentie van de koop
• Digitale consumentenkoop (art. 1701/2-1702/19 oud BW) = essentie zijn de digitale
diensten zoals upgrades
• Verkoop op afbetaling (art. I.9, 46° WER) = consumentencredit
• Verkoop op afstand (art. I.8, 15° WER) = je koopt iets in andere ruimte dan verkoper
3
, Naast het nationaal kooprecht wordt er ook verwezen naar de regels die gelden bij een koop met
een internationaal aspect o.a.
• het Weens Koopverdrag/ CISG verkoop lichamelijke roerende goederen met
internationaal aspect
• het ontwikkelen van een facultatief gemeenschappelijk Europees kooprecht
Een wezenlijk bestanddeel is dat wat een instelling zo kenmerkt, dat indien het wegvalt de instelling
niet meer dezelfde is. De wezenlijke bestanddelen bij een koopovereenkomst zijn:
• Eigendomsoverdracht
• Tegen een prijs
EIGENDOMSOVERDRACHT
PRINCIPE
De eigendomsoverdracht is inherent aan de koop. Wanner de overeenkomst op zichzelf niet leidt tot
een eigendomsoverdracht dan is er geen sprake van koop maar van een andere rechtshandeling.
De verkoop is tussen partijen voltrokken en de koper verkrijgt van rechtswege de eigendom ten
aanzien van de verkoper, zodra er een wilsovereenstemming is over de zaak en de prijs (art. 1583 oud
BW). De eigendomsoverdracht geschiedt door de wilsovereenstemming, dit is het translatief karakter
van de koopovereenkomst.
AFWIJKING
De partijen mogen de eigendomsoverdracht uitstellen. Ze gaan het uitstel dan conventioneel
regelen door een beding van eigendomsvoorbehoud in de overeenkomst te plaatsen. Ze doen dit
meestal door middel van een opschortende voorwaarde. De meest voorkomende hebben verband
met de financiering.
De eigendomsoverdracht wordt soms uitgesteld door de aard van het verkochte goed of van de
overeenkomst:
o Soortzaken: specificering
4
