social media I
Inhoudsopgave
INFORMATIE VS. VERHAAL (NARRATIVE).................................................................................................. 2
VERHAAL (NARRATIVE)....................................................................................................................................... 3
Verhaalvormen: mythes .......................................................................................................................... 6
Verhaalstructuur ..................................................................................................................................... 8
SELECTIE VAN NIEUWSBERICHTEN ......................................................................................................................... 9
ALTERNATIEVE NIEUWSWAARDEN ...................................................................................................................... 10
ALGEMEEN BELANG ......................................................................................................................................... 10
PROPAGANDAMODEL ...................................................................................................................................... 11
KRANTENKOPPEN............................................................................................................................................ 12
Krantenkoppen: kenmerken .................................................................................................................. 12
Krantenkoppen: doelen ......................................................................................................................... 12
INHOUDSANALYSE (CLASSICAL CONTENT ANALYSIS) .............................................................................. 13
ARGUMENTATIEANALYSE....................................................................................................................... 14
IDEOLOGIE ............................................................................................................................................. 16
AN IDEOLOGICAL MAP OF 10 NEWS MEDIA SOURCES .............................................................................................. 16
OBJECTIVITEIT, SUBJECTIVITEIT, BIAS ..................................................................................................... 16
OBJECTIVITEIT...............................................................................................FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
SUBJECTIVITEIT .............................................................................................FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
BIAS ............................................................................................................................................................. 19
CITEREN: STEM EEN PERSPECTIEF ........................................................................................................... 20
CONVERSATIEANALYSE (CA) ................................................................................................................... 20
, RETORISCHE ANALYSE ............................................................................................................................ 21
RETORISCHE ANALYSE: FASEN ............................................................................................................................ 21
HET BELANG VAN BEELDANALYSE .......................................................................................................... 22
HET ONDERSCHRIFT VAN EEN FOTO..................................................................................................................... 22
Tips ........................................................................................................................................................ 23
JUXTAPOSITIE VAN BEELDMATERIAAL .................................................................................................................. 23
IMAGOLOGIE ......................................................................................................................................... 24
Informatie vs. Verhaal (narrative)
Als we het over informatie hebben, dan willen we de objectiviteit en de feiten benadrukken. Het
is de communicatie van kennis die de uitbreiding van bestaande kennis mogelijk maakt.
Martínez Albertos definieert nieuws vanuit een sociologisch standpunt als “het feit dat wordt
meegedeeld aan een doelpubliek nadat het verzameld, geanalyseerd en geïnterpreteerd wordt door
de promotoren die het medium controleren dat wordt gebruikt voor verspreiding, voornamelijk
journalisten.” De journalisten zijn de filter tussen feiten en nieuws.
Nieuws vanuit een linguïstisch standpunt kunnen we interpreteren als het verhaal of het verslag
van een feit (dat anders ongepubliceerd zou blijven).
Albertos benadrukt ook dat er een verschil is tussen “gecommuniceerde waarheid” en
“informatieve waarheid”.
De werkelijkheid is breder dan “het verslag”. Het verslag is slechts de selectie aan feiten die
journalisten maken. In die selectie is er een effect van stilte zichtbaar. De journalist beslist namelijk
, om bepaalde elementen weg te laten, om zo een bepaalde vorm aan het verhaal te geven. Op die
manier kan het publiek mogelijks een ander beeld van de feiten krijgen. Dit “effect van stilte” is soms
onbewust, maar ook vaak opzettelijk aangebracht. Journalisten benaderen gebeurtenissen namelijk
met een verhaal reeds in hun achterhoofd. Ze zoeken naar gemeenschappelijke inzichten of gedeelde
verhalen. Hoe interessanter het verhaal, hoe meer mensen het zullen lezen.
Verhaal (narrative)
De verhaalstructuur die journalisten is een terugkerend fenomeen. Ze gebruiken enkele bekende
verhaalvormen of -structuren telkens opnieuw. Een verhaal is een reeks gebeurtenissen die op
verschillende manieren met elkaar verbonden zijn, zoals door tijd en plaats of door een oorzaak-
gevolgrelatie.
Conceptuele verhalen zijn dan weer verklaringen die wetenschappers uitwerken over een
onderzoeksobject. We kunnen deze verhalen in zowel journalistieke teksten als in academische
teksten vormgeven.
Ook beelden maken een verhaal krachtiger. Bekijk deze drie beelden en beslis hoe ze het verhaal
vorm kunnen geven. Let op! In de beelden is er vaak ook een “effect van stilte” aanwezig. Dit wil
zeggen dat er in een beeld ook elementen kunnen worden weggeknipt om het verhaal vorm te
geven.