Verpleegkundig methodiek 4 – circulatie
Circulatie
Inleiding
Perifere circulatie
Veneus systeem + capilair netwerk
Groot circuleren volume
Lage druk
Trage flow
Observati e
Capillaire refill
Kleur van de extremiteiten
Huidtemperatuur
Plethymografie (vullingstijd oppervlakkige venen)
Centrale circulatie
Hart + arteriële bloedvaten
Klein circuleren volume
Snelle flow
Observati e
Bewustzijn
Pols
Diurese
Hartritmebewaking en ECG
Arteriële bloeddruk
Centraal veneuze druk
Drukmetingen in het hart
,Het bewustzijn
Veranderd bewustzijn = ernstig onderliggend lijden
-> centrale circulatie kan in het gedrang komen
Meetinstrumenten
Glasgow Coma Scale
< 8 punten: ernstig hersenletstel of comateuze toestand
o EMV-score
AVPU-score
o Snelle inschatting
o Bij zuigelingen en jonge kinderen
AVPU-score
Alert = is alert en zich bewust van zijn omgeving
Vocal = reageert op aanspreken
Pain = reageert alleen op pijnprikkels
Unresponsive = reageert in het geheel niet op prikkels van buitenaf
De pols
Manueel
Continu meten via elektroden
Aspecten
o Frequentie
o Regelmaat
o Kracht
Normaalwaarden
o Volwassenen: 50-100 slagen per minuut
o Baby: 150 slagen per minuut
De diurese
Hypotensie -> hypoperfusie van de nefronen -> oligurie
Minimum: 0,5mg/kgLG/uur
<75ml/4u = snelle achteruitgang
Slechte centrale citrculatie = diurese laag
,Hartritmebewaking en ECG
Efficiënte werking hartspier afhankelijk van
o Prikkelvorming in de sinusknoop
o Snelheid
o Regelmaat
Observatie via ECG
Afwijkingen = ritmestoornissen
-> verminderen hemodynamisch kwaliteit
Wet van Frank Starling
Output van het hart is evenredig met eind diastolische volume (hoe goed en hoe goed slecht de
vulling is van de linkerventrikel, hoe sterker hij gaat samentrekken en meer bloed in de aorta en dan
grote de arteriële bloeddruk)
Belang van veneuze retour
Goede vulling atria
Atriale contractie
Bepaalt vulling ventrikels
Hoe beter, hoe krachtiger contractie ventrikel
, De arteriële bloeddruk
= om het bloe din het lichaam te doen circuleren, moet er een zekere druk bestaan aan het
beginpunt van de stroom (linker hart en aorta)
-> mechanische activiteit van het hart
Meetmethodes
Niet-invasie meting
Invasief en continu meten met een aterielijn
Katheter in a.radialis of a.femoralis
Drukbestendige leiding: verbinding met druktransducer
Druktransducer: zet de gemeten druk om in een elektrische waarde
Monitor
o Geeft de gemeten waarde weer
o Drukcurve
o Zo nodig alarm
Doorspoelsysteem= flush-systeem
o a.d.h.v een drukzak, zorgt voor de doorgankelijkheid van de katheter
De wet van Pascal
= De druk op een vloeistof plant zich in alle richtingen en naar alle zijden evenredig voort
Transducer moet niet in het hart geplaatst worden
Voorwaarden
Transducer op dezelfdehoogte als het hart
Drukbestendige leiding
Gesloten verbindng bloedvat – transducer
!! Arteriële drukcurve !!
A: snelle stijging van systeische druk door contractie LiV= systole
B: maximale druk in aorta door systole (systolische bloeddruk)
C: Eindsystolische fase van ventrikel
D: Dicrotic nodge= aortaklep sluit
E: diastolische fase
F: einddiastole (diastolische bloeddruk)
Elke hartslag = nieuwe curven
Circulatie
Inleiding
Perifere circulatie
Veneus systeem + capilair netwerk
Groot circuleren volume
Lage druk
Trage flow
Observati e
Capillaire refill
Kleur van de extremiteiten
Huidtemperatuur
Plethymografie (vullingstijd oppervlakkige venen)
Centrale circulatie
Hart + arteriële bloedvaten
Klein circuleren volume
Snelle flow
Observati e
Bewustzijn
Pols
Diurese
Hartritmebewaking en ECG
Arteriële bloeddruk
Centraal veneuze druk
Drukmetingen in het hart
,Het bewustzijn
Veranderd bewustzijn = ernstig onderliggend lijden
-> centrale circulatie kan in het gedrang komen
Meetinstrumenten
Glasgow Coma Scale
< 8 punten: ernstig hersenletstel of comateuze toestand
o EMV-score
AVPU-score
o Snelle inschatting
o Bij zuigelingen en jonge kinderen
AVPU-score
Alert = is alert en zich bewust van zijn omgeving
Vocal = reageert op aanspreken
Pain = reageert alleen op pijnprikkels
Unresponsive = reageert in het geheel niet op prikkels van buitenaf
De pols
Manueel
Continu meten via elektroden
Aspecten
o Frequentie
o Regelmaat
o Kracht
Normaalwaarden
o Volwassenen: 50-100 slagen per minuut
o Baby: 150 slagen per minuut
De diurese
Hypotensie -> hypoperfusie van de nefronen -> oligurie
Minimum: 0,5mg/kgLG/uur
<75ml/4u = snelle achteruitgang
Slechte centrale citrculatie = diurese laag
,Hartritmebewaking en ECG
Efficiënte werking hartspier afhankelijk van
o Prikkelvorming in de sinusknoop
o Snelheid
o Regelmaat
Observatie via ECG
Afwijkingen = ritmestoornissen
-> verminderen hemodynamisch kwaliteit
Wet van Frank Starling
Output van het hart is evenredig met eind diastolische volume (hoe goed en hoe goed slecht de
vulling is van de linkerventrikel, hoe sterker hij gaat samentrekken en meer bloed in de aorta en dan
grote de arteriële bloeddruk)
Belang van veneuze retour
Goede vulling atria
Atriale contractie
Bepaalt vulling ventrikels
Hoe beter, hoe krachtiger contractie ventrikel
, De arteriële bloeddruk
= om het bloe din het lichaam te doen circuleren, moet er een zekere druk bestaan aan het
beginpunt van de stroom (linker hart en aorta)
-> mechanische activiteit van het hart
Meetmethodes
Niet-invasie meting
Invasief en continu meten met een aterielijn
Katheter in a.radialis of a.femoralis
Drukbestendige leiding: verbinding met druktransducer
Druktransducer: zet de gemeten druk om in een elektrische waarde
Monitor
o Geeft de gemeten waarde weer
o Drukcurve
o Zo nodig alarm
Doorspoelsysteem= flush-systeem
o a.d.h.v een drukzak, zorgt voor de doorgankelijkheid van de katheter
De wet van Pascal
= De druk op een vloeistof plant zich in alle richtingen en naar alle zijden evenredig voort
Transducer moet niet in het hart geplaatst worden
Voorwaarden
Transducer op dezelfdehoogte als het hart
Drukbestendige leiding
Gesloten verbindng bloedvat – transducer
!! Arteriële drukcurve !!
A: snelle stijging van systeische druk door contractie LiV= systole
B: maximale druk in aorta door systole (systolische bloeddruk)
C: Eindsystolische fase van ventrikel
D: Dicrotic nodge= aortaklep sluit
E: diastolische fase
F: einddiastole (diastolische bloeddruk)
Elke hartslag = nieuwe curven