Materialen
1. Introductie
- Taxonomie materialen
1.1. Material Property Chart
- Verdeling in families
Metals en alloys
Engineering ceramics & glasses
Engineering polymers & elastomers
Composite materials
- Young’s modulus denisity chart
Data van eenzelfde familie weergegeven in 1 cluster
- Termen
Isotroop = eigenschappen van het materiaal zijn identiek in elke richting
Anisotroop = eigenschappen van het materiaal hangen of van de richting
Bv. Hout , met de nerf mee is het hout sterker, dan tegen de nerf in
,2. Natuurlijke Polymeren
2.1 Inleiding
Natuurlijke polymeer =
Materiaal die geen
Chemische elementen
Oliebasis elementen
Maar wel een combinatie van:
Vezels cellulose
Vezels collageen
- Gebruik
Constructiemateriaal
Vooral in de kap
- Soorten hout
Naaldhout -> naaldbossen
Tropisch hardhout -> oerwoud
Loofhout -> loofbossen
Gemengd hout
2.2 Materiaaleigenschappen
- Groei
Lengterichting
Dikte
Jaar of groeiringen
- Samenstelling
Niet homogeen
- Processen na kappen
Lichter
Krimpen
o Tangentiële richting -> grootst
o Radiale richting -> helft
o Axiale richting -> zeer gering
Manier van verzagen heeft dus invloed op krimp
Zwellen: vochtopname
Bij verbinden moet met deze processen rekening gehouden worden
Verbindingen van langs-en dwarshout kennen verschillen in krimp
- Zagen
Dosse hout = langs zijkant gezaagd
Vlammen en kunnen kromtrekken/krimpen
Kwartiershout = rechtlijnig evenwijdig gezaagd
Krimpt minder (enkel breedte), niet kromtrekken
,2.2.1. Houtopbouw
Veronderstel niet kennen
2.2.2. Hardwoods and Softwoods (Loofhout en Naaldhout)
- Categorieën volgens botanische classificatie
Hardhout -> loofhout
Zachthout -> naaldhout
- Fout in het systeem
Balsa -> hardhout -> maquettebouw, zacht materiaal
Taxus -> zachthout -> sterk en duurzaam materiaal
2.2.3. Knots (Knoest)
Knoest = Deel van een boom gevormd waar de takken de stam raken. Wanneer de tak dood is wordt
een dode knoest gevormd.
- Eigenschappen
Zorgt voor zwakte
Slecht om mee te werken
Loofhout -> uit dode knoest loopt hars
2.2.4. Vocht en Vervorming
- Rijpingsproces
Buitenkant van hout droogt sneller uit dan binnenkant -> vervorming, kromtrekken, scheure
2.3 Houtsoorten
- Loofhout
Berken
Beuken
Ceder
Eiken
Meranti, rode
Merbau
Populieren
, - Naaldhout
Grenen
Vuren
2.4 Producten
2.4.1. De ontwikkeling van houtachtige plaatmaterialen
- Waarom
Grotere gesloten oppervlakken
Stabieler qua krimpen en zwellen
Economisch
Ecologisch: verwerken van restmateriaal
- Kunstharslijm
Fenol: basis voor veel kunstharslijm
Zorgt voor weersbestendigheid
Basis voor vele coatings
2.4.2. Fineer
- Eigenschappen
Dunste houtproduct
Modelbouw en triplexproductie
Snijden of schillen van een stam
2.4.3. Meubelplaat
- Eigenschappen
Opgebouwd uit een kern van latten of staafjes met een laag fineer afgewerkt
Meubels
Weegt weinig
- Crossbandplaat
Kern van laten die aan boven en onderzijde is voorzien van twee lagen fineer
2.4.4. Triplex/ Multiplex
- Eigenschappen
Kern van meerdere lagen fineer
Oneven aantal lagen fineer die kruiselings op elkaar worden gelijmd
- Soorten
Naaldhouttriplex
Loofhouttriplex
o Berkentriplex
o Dwarsfineer
o Berken en berken betontriplex: betonbouw door stootvastheid
o Okoumé: vlakheid, gelijkmatige structuur, afwerkingsmogelijkheden, goed volumegewicht
o Mixed hardwood plywood: veel toepassingsmogelijkheden
1. Introductie
- Taxonomie materialen
1.1. Material Property Chart
- Verdeling in families
Metals en alloys
Engineering ceramics & glasses
Engineering polymers & elastomers
Composite materials
- Young’s modulus denisity chart
Data van eenzelfde familie weergegeven in 1 cluster
- Termen
Isotroop = eigenschappen van het materiaal zijn identiek in elke richting
Anisotroop = eigenschappen van het materiaal hangen of van de richting
Bv. Hout , met de nerf mee is het hout sterker, dan tegen de nerf in
,2. Natuurlijke Polymeren
2.1 Inleiding
Natuurlijke polymeer =
Materiaal die geen
Chemische elementen
Oliebasis elementen
Maar wel een combinatie van:
Vezels cellulose
Vezels collageen
- Gebruik
Constructiemateriaal
Vooral in de kap
- Soorten hout
Naaldhout -> naaldbossen
Tropisch hardhout -> oerwoud
Loofhout -> loofbossen
Gemengd hout
2.2 Materiaaleigenschappen
- Groei
Lengterichting
Dikte
Jaar of groeiringen
- Samenstelling
Niet homogeen
- Processen na kappen
Lichter
Krimpen
o Tangentiële richting -> grootst
o Radiale richting -> helft
o Axiale richting -> zeer gering
Manier van verzagen heeft dus invloed op krimp
Zwellen: vochtopname
Bij verbinden moet met deze processen rekening gehouden worden
Verbindingen van langs-en dwarshout kennen verschillen in krimp
- Zagen
Dosse hout = langs zijkant gezaagd
Vlammen en kunnen kromtrekken/krimpen
Kwartiershout = rechtlijnig evenwijdig gezaagd
Krimpt minder (enkel breedte), niet kromtrekken
,2.2.1. Houtopbouw
Veronderstel niet kennen
2.2.2. Hardwoods and Softwoods (Loofhout en Naaldhout)
- Categorieën volgens botanische classificatie
Hardhout -> loofhout
Zachthout -> naaldhout
- Fout in het systeem
Balsa -> hardhout -> maquettebouw, zacht materiaal
Taxus -> zachthout -> sterk en duurzaam materiaal
2.2.3. Knots (Knoest)
Knoest = Deel van een boom gevormd waar de takken de stam raken. Wanneer de tak dood is wordt
een dode knoest gevormd.
- Eigenschappen
Zorgt voor zwakte
Slecht om mee te werken
Loofhout -> uit dode knoest loopt hars
2.2.4. Vocht en Vervorming
- Rijpingsproces
Buitenkant van hout droogt sneller uit dan binnenkant -> vervorming, kromtrekken, scheure
2.3 Houtsoorten
- Loofhout
Berken
Beuken
Ceder
Eiken
Meranti, rode
Merbau
Populieren
, - Naaldhout
Grenen
Vuren
2.4 Producten
2.4.1. De ontwikkeling van houtachtige plaatmaterialen
- Waarom
Grotere gesloten oppervlakken
Stabieler qua krimpen en zwellen
Economisch
Ecologisch: verwerken van restmateriaal
- Kunstharslijm
Fenol: basis voor veel kunstharslijm
Zorgt voor weersbestendigheid
Basis voor vele coatings
2.4.2. Fineer
- Eigenschappen
Dunste houtproduct
Modelbouw en triplexproductie
Snijden of schillen van een stam
2.4.3. Meubelplaat
- Eigenschappen
Opgebouwd uit een kern van latten of staafjes met een laag fineer afgewerkt
Meubels
Weegt weinig
- Crossbandplaat
Kern van laten die aan boven en onderzijde is voorzien van twee lagen fineer
2.4.4. Triplex/ Multiplex
- Eigenschappen
Kern van meerdere lagen fineer
Oneven aantal lagen fineer die kruiselings op elkaar worden gelijmd
- Soorten
Naaldhouttriplex
Loofhouttriplex
o Berkentriplex
o Dwarsfineer
o Berken en berken betontriplex: betonbouw door stootvastheid
o Okoumé: vlakheid, gelijkmatige structuur, afwerkingsmogelijkheden, goed volumegewicht
o Mixed hardwood plywood: veel toepassingsmogelijkheden