economisch recht
8.1 Inleiding
8.1.1 Algemeen
Ondernemingsrecht omvat ook de regelgeving van toepassing op ondernemingen in moeilijkheden.
Onderneming in moeilijkheden voldoen aan faillissementsvoorwaarden = zal in principe worden
onderworpen aan de faillissementsprocedure.
Maar: als de moeilijkheden niet van die aard zijn dat de continuïteit van de onderneming
definitief verloren is, kan er alsnog toepassing worden gemaakt van de procedure van
gerechtelijke reorganisatie.
→ Wet 11 augustus 2017: beide procedures zijn ingevoerd in Boek XX WER.
De bepalingen van Boek XX WER zijn slechts van toepassing op procedures geopend
vanaf 1 mei 2018 (en dus de op die datum nog lopende procedures onderworpen
blijven aan de vroegere bepalingen van Faillissementswet of WCO) behandelt het
huidig boek enkel nog de bepalingen van Boek XX.
8.1.2 De internationale regelgeving
Europees vlak: verordening (EG) nr. 1346/2000 vervangen door verordening (EU) nr. 2015/848 van
het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures.
België: deze verordening is van toepassing op:
- De gerechtelijke reorganisatie door een minnelijk akkoord
- De gerechtelijke reorganisatie door een collectief akkoord
- De gerechtelijke reorganisatie door een overdracht onder gerechtelijk gezag
- De collectieve schuldenregeling
- De vrijwillige vereffening
- De gerechtelijke vereffening
- De voorlopige ontneming van beheer krachtens de faillissementswetgeving
De verordening regelt een aantal aspecten van IPR, waaronder o.m.:
I. De toepassing van een hoofdinsolventieprocedure, geopend in de lidstaat waar het centrum
van de voornaamste belangen van de SA gelegen is, tov lokale procedures van toepassing op
vermogensbestanddelen die zich in de lidstaat van deze lokale procedure bevinden, en
II. De regeling van het toepasselijke recht, zakelijke rechten van derden, mogelijkheden tot
verrekening (schuldvergelijking)
e.d.
Doel verordening: proberen het universaliteitsbeginsel (zijnde het overwicht van de hoofdprocedure
met universele strekking) te verzoenen met de bescherming van de plaatselijke belangen
8.1.3. Inleiding gerechtelijke reorganisatie en faillissement
De procedures van gerechtelijke reorganisatie en faillissement zijn de archetypes van continuïteits-
en vereffeningsbewind van toepassing op ondernemingen (ondernemingen in de zin van boek 1 wer).
,Vereffening (=vereffeningprocedure) en collectieve schuldenregeling (continuïteitsbehoudende
procedure) zijn ook insolventie geconnecteerde procedures --> maar die gaan we niet zien (weet
gewoon dat er nog andere continuïteits- en vereffeningsprocedures kunnen zijn)
Morele en economische vraagstukken bij de procedures van gerechtelijke reorganisatie en
faillissement:
− De vraagstukken bij faillissement vinden we ook terug bij Primitieve rechtsstelsels: 12tafelen
(romeins recht) --> als iemand zijn schulden niet kan voldoen dan staat hij met zijn lichaam in
tot verdeling tav de SE’rs (betekent symbolisch dat je met je hele vermogen instaat voor
schulden)
− Actualiteit van ‘debt relief’ debat (= kwijtschelding schulden)
o Vraag naar debt relief van lidstaten van EU: in welke mate kon Griekenland
kwijtschelding van haar schulden bekomen?
o Actueel in kader van corona crisis
− In welke mate zijn een opschorting van verplichting tot betaling/ gespreide
betalingsmogelijkheid en zelfs mogelijkheid tot kwijtschelding schulden afdwingbaar tav
(zekere) schuldeisers
o In welke mate moeten SE’rs ondergaan dat hun SA opschorting van betaling bekomt,
slechts gespreid moet betalen of zelfs kwijtschelding kan bekomen van zijn schuld
− Kwijtschelding bij faillissement (‘fresh start’ doctrine)
o Fresh start doctrine = dat men door toe te laten dat een onderneming kwijtschelding
bekomt van schuld dat hij daardoor opnieuw geïntensiveerd w om met een nieuwe
onderneming te starten en dus met een clean slate een fresh start kan nemen
o Hierdoor w waarde gecreëerd voor de economie door waarde te vernietigen doordat
SE’rs hun schuldvorderingen definitief verloren gaan
8.2 Het faillissement
Faillissement is (>< de procedure van gerechtelijke reorganisatie) gericht op het vereffenenen van het
vermogen eerder dan op de continuïteit van de ondernemer. De focus verschilt volledig. Faillissement
gericht op vereffening vermogen & om de betaling/ opbrengst van de vereffening die de curator
ontvangt ingevolge de realisatie van de activa te gaan verdelen onder de schuldeisers.
Gaan niet alles tot in detail behandelen, bespreken in de les alleen de hoofdlijnen en die hoofdlijnen
moeten gekend zijn voor het examen.
Er zal telkens onder elke titel duidelijk staan wat er in de les werd gezegd en wat er in het boek staat
(wat dan uitgebreider is en dus niet helemaal te kennen is), en wat er niet werd behandeld in de les.
Soms zal er staan ‘boek + les:’ dit is dus het boek aangevuld met notities, maar telkens ervoor staat er
‘les:’ zodat het zeer duidelijk is wat te kennen is
8.2.1 Algemene begrippen
8.2.1.1 Bepaling
XX.99 WER: grondvoorwaarden van het faillissement: “de onderneming, die op duurzame wijze
heeft opgehouden te betalen en wiens krediet geschokt is, bevindt zich in staat van faillissement.”
,Het faillissement is een procedure van collectieve vereffening, waarvan de meeste regels de
openbare orde raken, omdat zij de eerbiediging van de gelijkheid dat schuldeisers beogen.
➔ Faillissement is (in tegenstelling tot de gerechtelijke reorganisatie) niet gericht op een
doorstart
➔ Faillissement is het einde van uw ondernemingsactiviteit (want je ziet in tegenstelling tot de
gerechtelijke reorganisatie geen uitweg meer)
8.2.1.2 Principes waaraan het faillissement onderworpen is
--> niet gezien in de les
Alle niet-bevoorrechte SE’s moeten op voet van gelijkheid worden behandeld. Zij vormen 1 massa, 1
boedel.
Deze regel heeft tot gevolg dat:
− De gewone schuldeisers pondspondsgewijze zullen w uitbetaald naar rata van de
beschikbare activa
− Een verdachte periode vóór het faillissement w ingesteld:
o Tijdens deze periode: abnormale verrichtingen, waardoor bepaalde SE’s werden
bevoordeeld, in het belang van alle SE’s, op verzoek van de curator door de
rechtbank niet-tegenwerpbaar aan de boedel kunnen worden verklaard.
In dat geval worden de bevoordeelde SE’s veroordeeld tot teruggave aan de boedel
van hetgeen zij ontvangen hebben
8.2.2 Voorwaarden van het faillissement
Er zijn grondvoorwaarden en er zijn vormvoorwaarden
8.2.2.1 Grondvoorwaarden
Boek +les:
XX.99 WER: grondvoorwaarden van het faillissement: “de onderneming, die op duurzame wijze
heeft opgehouden te betalen en wiens krediet geschokt is, bevindt zich in staat van faillissement.”
Grondvoorwaarden:
- Statuut van onderneming
- Staking van betalen (op duurzame wijze)
- Geschokt krediet
8.2.2.1.1 De hoedanigheid van onderneming
Boek + les:
Onder vroegere Faillissementswet: enkel handelaars konden failliet worden verklaard.
Nu: 1e grondvw: men moet het statuut/hoedanigheid hebben van onderneming
, Boek XX WER: alle ondernemingen vallen onder het toepassingsgebied van de
faillissementswetgeving. (voor ondernemingsbegrip: zie Deel 1 handboek.)
Veel discussie over: in welke mate is een bestuurder van een venn op zich ook een onderneming?
Dat is van belang omdat in veel gevallen, behalve het faillissement van de venn zelf ook het
faillissement van de bestuurder aan de orde kan zijn, en dan is het van groot belang om te weten of
een bestuurder van een venn voldoet aan de criteria om als ondernemer die failliet kan verklaard w
in aanmerking te komen.
➔ Weet dat de vraag of men onderneming is van belang is om de vraag naar mogelijk
faillissement te beantwoorden
8.2.2.1.2 De betrokken onderneming heeft op duurzame wijze opgehouden te betalen en haar krediet
is geschokt
8.2.2.1.2.1 Algemeen
Les:
2e grondvw: staking van betalen (op duurzame wijze)
De staking van betalen/faillissement is gelinkt aan de vraag naar liquiditeit:
Heeft men voldoende liquide middelen om schulden te betalen? Zo neen, dan verkeert men in staat
van faillissement.
Het faillissement heeft maw niets te maken met solvabiliteit:
Kan vb dat onderneming verschillende onr goederen heeft en verschillende waardevolle activa, maar
die niet direct te gelde kunnen w gemaakt en er daarom niet voldoende liquide middelen zijn om de
schulden te betalen. Dan w die onderneming in staat van faillissement verklaard hoewel er een actief
is dat mogelijks het volledig passief/de schuld kan dekken maar waarbij er geen liquide middelen zijn
om de schulden te voldoen.
Maar als men kan aantonen dat men op korte termijn bepaalde activa kan realiseren, dat het gebrek
aan liquiditeit dus geen structureel probleem is, kan men nog ontsnappen aan het failissement.
➔ Staking van betalen slaat dus op het liquiditeitsprobleem
3e grondvw: geschokt krediet
Het geschokt krediet is ook gelinkt aan het liquiditeit:
Want het is door een gebrek aan krediet dat men die liquide middelen niet meer heeft om de
schulden te betalen.
Geschokt krediet vbn:
- Geschokt leverancierskrediet: de leveranciers willen niet meer aan de onderneming
uitstel van betaling te verlenen, ze eisen onmiddellijke betaling --> op dat vlak is
krediet geschokt
- Banken hebben kredieten beëindigd
➔ Het geschokt krediet slaat dus op het liquiditeitsprobleem