Zelfstudie: tekstanalyse – 20/04/2020 (week 22 op canvas)
We doen aan tekstanalyse om inzicht te krijgen in de opbouw en de inhoud van teksten.
- Beter inzicht
- Goede beoordeling van teksten = belangrijk voor herschrijven
LEERPAD: STIJLDIMENSIES 1
Wat is stijl?
Wanneer we het hebben over de stijl van een tekst, dan hebben we het over de manier waarop de
tekst is vormgegeven. Aankleden van de boodschap op vlak van zinsbouw en woordkeuze
De rol van communicatief doel en doelpubliek
De stijl van een tekst moet aangepast worden aan het doelpubliek waar je voor schrijft alsook aan
het communicatieve doel
Om boodschap vorm te geven afhankelijk van je doelpubliek
- Wat is de voorkennis van mijn lezers?
- Wat is hun leeftijd en geslacht?
- Wat is mijn verhouding tot hen?
- Wat is hun opleidingsniveau?
- Hoe staan mijn lezers tegenover mijn boodschap
- Wat is hun culturele achtergrond?
- Wat zijn hun interesses en hun belangen?
Tekstdoelen
! een tekst kan meer dan één doel tegelijk hebben; vaak wordt er echter één hoofddoel
onderscheiden naast één of meerdere hoofddoelen
1
,Dimensies van stijl
Vier dimensies van stijl:
1. Moeilijkheid
2. Nauwkeurigheid
3. Bondigheid
4. Afstandelijkheid
Een tekst kan variëren op elk van die vier dimensies. Je kunt ze als een continuüm beschouwen. Zo
kan een tekst erg moeilijk te lezen zijn of net erg makkelijk of ergens tussen die twee uitersten. We
zouden die continua als volgt schematisch kunnen voorstellen:
Waar de tekst zicht bevindt, hangt af van factoren als doelpubliek en communicatief doel. Vb. een
kort krantenartikel
Moeilijkheid = eerder gemakkelijk breed publiek zonder veel voorkennis
Nauwkeurigheid = exact behoorlijke info rapporteren
Bondigheid = bondig kort
Afstandelijkheid = midden tussen afstandelijk en persoonlijk
Stijl gaat over het vormgeven van een boodschap. Dat betekent dat de boodschap eerst goed
uitgedacht en uitgewerkt moet zijn. Daarom besteed je best eerst aandacht aan de inhoud en de
structuur van je tekst vóór je aandacht besteedt aan de schrijfstijl van je tekst.
2
, LEERPAD: STIJLDIMENSIES 2
Makkelijk leesbaar is moeilijk schrijfbaar
M1 – moeilijke woorden
Wat een moeilijk woord is, hangt natuurlijk af van je lezer. Zo is het woord syntaxis niet zo
moeilijk voor taalkundigen, maar voor lezers met een andere achtergrond is zinsbouw een veel
begrijpelijkere term. Hou dus rekening met je doelpubliek en het soort tekst dat je schrijft. Zo is
het in een wetenschappelijke tekst voor specialisten best oké en zelfs aangewezen om af en toe
vakjargon te gebruiken. Dat laat de auteur toe zich precies uit te drukken.
Probeer over het algemeen woorden te vermijden die niet vaak voorkomen of die je lezers
niet vaak gebruiken. Vermijd bijvoorbeeld een woord als abundantie en gebruik in de
plaats overdaad.
M2 – naamwoordstijl
Naamwoordstijl = het gebruik van zelfstandige naamwoorden in de plaats van werkwoorden
(bv. het schrijven van een boek i.p.v. een boek schrijven)
Overdreven gebruik van naamwoorden maakt een tekst vaak moeilijker leesbaar. Kies vaker
voor werkwoorden en maak de tekst zo makkelijker te volgen.
3