SV Financieel management
Inhoud
H1. Inleiding tot financieel management................................................................3
De taken van een financieel manager.................................................................3
Kapitaalbudgettering........................................................................................ 3
Kapitaalstructuur.............................................................................................. 3
Beheer van bedrijfskapitaal of werkkapitaal (= korte termijn).........................5
Het doel van financieel management..................................................................6
Mogelijke doelstellingen................................................................................... 6
HOOFDDOEL van financieel management........................................................7
Een algemene formulering...............................................................................7
Vergelijking profitsector met non-profitsector.....................................................9
H2. Investeringsanalyse....................................................................................... 11
Inleiding............................................................................................................ 11
Definitie en classificatie.................................................................................... 11
Definitie.......................................................................................................... 11
Classificatie.................................................................................................... 11
Het investeringsbeslissingsproces.....................................................................12
Bepaling van de relevante kasstromen (evaluatiefase)....................................13
Basisprincipes................................................................................................ 13
Opsplitsing van de kasstromen in 3 fasen:.....................................................14
Overzicht van uitgaande & inkomende kasstromen.......................................17
Extra oefeningen op het bepalen van de relevante kasstromen....................18
De investeringsselectiemethoden (5)................................................................18
Selectiemethodes........................................................................................... 18
Methode 1: de terugverdientijdmethode (pay back)......................................18
Methode 2: gemiddeld boekhoudkundig rendement (R.O.I)...........................19
Overgang naar methodes die actualiseren....................................................20
Methode 3: Net Present Value methode (NPV)...............................................20
Methode 4: Internal Rate of Return (IRR).......................................................22
Methode 5: de Winstgevendheidsindex of Profitability Index.........................23
Evaluatie van de gebruikte methodes............................................................23
Bijkomende herhalingsoefeningen op de investeringsanalyse..........................24
H3. Kas- of financiële planning op korte termijn...................................................25
Definitie en doelstellingen van een kasplanning...............................................25
Stap 1: geprojecteerde resultatenrekening....................................................26
Stap 2: projectie kasbudget...........................................................................27
1
, Stap 3: projectie eindbalans...........................................................................29
Toepassing: voorbeeldoefening.....................................................................29
Bijkomende oefening kasplanning op korte termijn.......................................29
Extra oefening op RR en kasplanning.............................................................29
H4. Break-evenanalyse......................................................................................... 30
Relevante kostenconcepten en kostenclassificaties..........................................30
Algemene indeling......................................................................................... 30
Op basis van de kostensoort..........................................................................30
Op basis van de bedrijfsdrukte.......................................................................30
Op basis VAN toerekenbaarheid.....................................................................31
Andere kostenbegrippen................................................................................32
Break-evenanalyse............................................................................................ 33
Formule 1 : Bepaling van break-even afzet (hoeveelheid).............................34
Formule 2 : Bepaling van break-even omzet..................................................35
Formule 3 : De contributiemarge...................................................................35
Formule 4 : Het ondernemingsrisicopercentage............................................35
Formule 5 : Alternatieve berekening van contributiemarge (naar
bestemming).................................................................................................. 35
Formule 6 : De veiligheidsmarge...................................................................36
Formule 7 : winstmarge op basis v/d contributiemarge & veiligheidsmarge..36
Voordelen....................................................................................................... 37
Welke veronderstellingen?.............................................................................37
Winstelasticiteit berekenen............................................................................39
Toepassingsmogelijkheden break-evenanalyse.............................................39
2
,H1. INLEIDING TOT FINANCIEEL MANAGEMENT
Financiële kennis en inzicht dragen bij tot het nemen van onderbouwde
managementbeslissingen.
DE TAKEN VAN EEN FINANCIEEL MANAGER
Vroeger => registreren en rapporteren financiële gegevens
Nu => strategischer, onderbouwen van toekomstige beleidsbeslissingen
3 groepen:
- Kapitaalbudgettering
- Kapitaalstructuur
- Beheer van het bedrijfskapitaal en het werkkapitaal
KAPITAALBUDGETTERING
= het plannen en beheren van lange termijn investeringen
investeringen vinden die voor onderneming meer opleveren dan ze kosten
OF de activa meer liquide middelen genereren
dan erin geïnvesteerd
essentie => beoordelen van de omvang, het tijdstip en het risico van
toekomstig kapitaal
Examen: meerkeuze wat in welke kolom hoort
Materiële vaste Immateriële vaste Financiële vaste activa
activa activa
Terreinen en Patenten / octrooien, DUURZAME RELATIE/BAND
gebouwen licenties, merken, Deelnemingen in:
Installaties, know how
Verbonden
machines en Good will = meerprijs ondernemingen (50% of
uitrusting bovenop zaak bij meer)
Meubilair en rollend overname op de
Ondernemingen
materiaal waarde van actief –
waarmee een
passief voor de naam,
Leasing en deelnemingsverhouding
faam en reputatie van
soortgelijke rechten bestaat (10% -> 50%)
de zaak
Andere (<10%)
Overname (100%)
Examen: hoe je aan Good will komt begrijpen
Waarde activa bestanddelen 200 000
Waarde passiva bestanddelen 125 000
- _______
75 000
Verkoopprijs van de zaak = 125 000
Goodwill = 50 000 = meerwaarde
KAPITAALSTRUCTUUR
= Verhouding tussen eigen en vreemd vermogen op lange termijn waarmee de
onderneming de bedrijfsactiviteiten financiert. (= verhouding EV/VV)
3
, Keuze op basis van de beste verhouding tss EV en VV (Beste verhouding 1/3
EV 2/3 VV)
Termijn, kosten en zekerheden verbonden aan schulden spelen een rol bij de
keuze!
4
Inhoud
H1. Inleiding tot financieel management................................................................3
De taken van een financieel manager.................................................................3
Kapitaalbudgettering........................................................................................ 3
Kapitaalstructuur.............................................................................................. 3
Beheer van bedrijfskapitaal of werkkapitaal (= korte termijn).........................5
Het doel van financieel management..................................................................6
Mogelijke doelstellingen................................................................................... 6
HOOFDDOEL van financieel management........................................................7
Een algemene formulering...............................................................................7
Vergelijking profitsector met non-profitsector.....................................................9
H2. Investeringsanalyse....................................................................................... 11
Inleiding............................................................................................................ 11
Definitie en classificatie.................................................................................... 11
Definitie.......................................................................................................... 11
Classificatie.................................................................................................... 11
Het investeringsbeslissingsproces.....................................................................12
Bepaling van de relevante kasstromen (evaluatiefase)....................................13
Basisprincipes................................................................................................ 13
Opsplitsing van de kasstromen in 3 fasen:.....................................................14
Overzicht van uitgaande & inkomende kasstromen.......................................17
Extra oefeningen op het bepalen van de relevante kasstromen....................18
De investeringsselectiemethoden (5)................................................................18
Selectiemethodes........................................................................................... 18
Methode 1: de terugverdientijdmethode (pay back)......................................18
Methode 2: gemiddeld boekhoudkundig rendement (R.O.I)...........................19
Overgang naar methodes die actualiseren....................................................20
Methode 3: Net Present Value methode (NPV)...............................................20
Methode 4: Internal Rate of Return (IRR).......................................................22
Methode 5: de Winstgevendheidsindex of Profitability Index.........................23
Evaluatie van de gebruikte methodes............................................................23
Bijkomende herhalingsoefeningen op de investeringsanalyse..........................24
H3. Kas- of financiële planning op korte termijn...................................................25
Definitie en doelstellingen van een kasplanning...............................................25
Stap 1: geprojecteerde resultatenrekening....................................................26
Stap 2: projectie kasbudget...........................................................................27
1
, Stap 3: projectie eindbalans...........................................................................29
Toepassing: voorbeeldoefening.....................................................................29
Bijkomende oefening kasplanning op korte termijn.......................................29
Extra oefening op RR en kasplanning.............................................................29
H4. Break-evenanalyse......................................................................................... 30
Relevante kostenconcepten en kostenclassificaties..........................................30
Algemene indeling......................................................................................... 30
Op basis van de kostensoort..........................................................................30
Op basis van de bedrijfsdrukte.......................................................................30
Op basis VAN toerekenbaarheid.....................................................................31
Andere kostenbegrippen................................................................................32
Break-evenanalyse............................................................................................ 33
Formule 1 : Bepaling van break-even afzet (hoeveelheid).............................34
Formule 2 : Bepaling van break-even omzet..................................................35
Formule 3 : De contributiemarge...................................................................35
Formule 4 : Het ondernemingsrisicopercentage............................................35
Formule 5 : Alternatieve berekening van contributiemarge (naar
bestemming).................................................................................................. 35
Formule 6 : De veiligheidsmarge...................................................................36
Formule 7 : winstmarge op basis v/d contributiemarge & veiligheidsmarge..36
Voordelen....................................................................................................... 37
Welke veronderstellingen?.............................................................................37
Winstelasticiteit berekenen............................................................................39
Toepassingsmogelijkheden break-evenanalyse.............................................39
2
,H1. INLEIDING TOT FINANCIEEL MANAGEMENT
Financiële kennis en inzicht dragen bij tot het nemen van onderbouwde
managementbeslissingen.
DE TAKEN VAN EEN FINANCIEEL MANAGER
Vroeger => registreren en rapporteren financiële gegevens
Nu => strategischer, onderbouwen van toekomstige beleidsbeslissingen
3 groepen:
- Kapitaalbudgettering
- Kapitaalstructuur
- Beheer van het bedrijfskapitaal en het werkkapitaal
KAPITAALBUDGETTERING
= het plannen en beheren van lange termijn investeringen
investeringen vinden die voor onderneming meer opleveren dan ze kosten
OF de activa meer liquide middelen genereren
dan erin geïnvesteerd
essentie => beoordelen van de omvang, het tijdstip en het risico van
toekomstig kapitaal
Examen: meerkeuze wat in welke kolom hoort
Materiële vaste Immateriële vaste Financiële vaste activa
activa activa
Terreinen en Patenten / octrooien, DUURZAME RELATIE/BAND
gebouwen licenties, merken, Deelnemingen in:
Installaties, know how
Verbonden
machines en Good will = meerprijs ondernemingen (50% of
uitrusting bovenop zaak bij meer)
Meubilair en rollend overname op de
Ondernemingen
materiaal waarde van actief –
waarmee een
passief voor de naam,
Leasing en deelnemingsverhouding
faam en reputatie van
soortgelijke rechten bestaat (10% -> 50%)
de zaak
Andere (<10%)
Overname (100%)
Examen: hoe je aan Good will komt begrijpen
Waarde activa bestanddelen 200 000
Waarde passiva bestanddelen 125 000
- _______
75 000
Verkoopprijs van de zaak = 125 000
Goodwill = 50 000 = meerwaarde
KAPITAALSTRUCTUUR
= Verhouding tussen eigen en vreemd vermogen op lange termijn waarmee de
onderneming de bedrijfsactiviteiten financiert. (= verhouding EV/VV)
3
, Keuze op basis van de beste verhouding tss EV en VV (Beste verhouding 1/3
EV 2/3 VV)
Termijn, kosten en zekerheden verbonden aan schulden spelen een rol bij de
keuze!
4