Doelgroepen
Inleiding
Wat verstaan we onder een ‘doelgroep’
Doelgroep= specifieke groep mensen (kinderen, jongeren of volwassenen)
→ Met vergelijkbare behoeften, uitdagingen, kenmerken, hulp- of ondersteuningsvraag
4 doelgroepen:
1. Verstandelijke beperking
2. Autismespectrumstoornis
3. Fysieke beperking
4. Gedragsproblemen
Niet in hokjes plaatsen
→ elk persoon is een individu die nood heeft aan een passende en effectieve
ondersteuning
Een ‘beperking’ hoeft geen ‘handicap’ te zijn
Beperking Handicap
= moeilijkheid die iemand ondervindt op = ontstaat wanneer beperking van
fysiek, cognitief of sensorieel gebied. persoon moeilijk te combineren is met
= Hindernis omgeving waarin hij leeft.
- Aangeboren of verworven door = afstemmingsprobleem
omstandigheden - Tussen persoon met beperking en
- Functioneren van individu op één omgeving
of meer gebieden beïnvloedt - Hoe beter omgeving is aangepast
hoe minder handicap er is
,Vier richtvragen volgens ‘Jim Van Os’
Jim van Os:
- Nederlandse psychiater
- Vragen helpen om zowel sterktes en zwaktes van cliënt te begrijpen
1. Wat is er met jou gebeurd?
- Cliënt: ruimte om diens verhaal te delen
- OTB: persoonlijke achtergrond, context van cliënt verkennen en begrijpen
2. Wat zijn je kwetsbaarheden en weerbaarheden?
- Welke factoren belemmeren vooruitgang van de cliënt
- Welke krachten, talenten, …bevorderen vooruitgang van de cliënt en/ of kunnen
de kwetsbaarheden verminderen
3. Waar wil je naar toe?
- Gewenste toekomstige situatie?
- Cliënt gaat zelf (of betrokken wordt bij) het doel formuleren
- Mee dirigeren leidt tot motivatie, verandering en groei
4. Wat heb je nodig?
- Cliënt geeft aan (of wordt betrokken bij) welke hulpmiddelen of hulpstrategieën
nodig zijn om de gewenste situatie (doel) te bereiken.
- Ook hier: mee dirigeren → motivatie, verandering en groei
Opbouw:
,Wisselwerking tussen de persoon en diens omgeving
Het VAPH benadrukt dat het functioneren van persoon altijd een wisselwerking is tussen
persoon zelf en zijn of haar omgeving.
→ Persoonlijke factoren, zoals leeftijd en geslacht, en externe factoren, zoals
hulpmiddelen, beïnvloeden dit functioneren
Netwerk kan bestaan uit:
- Gezinsleden: ouders, brussen (broers en zussen van kinderen met een
chronische ziekte, beperking of stoornis)
- Vrienden: personen met wei de cliënt een sociale ban heeft
- Onderwijsinstellingen: Leraren, schoolbegeleiders, opvoeders
- Zorgverleners: huisartsen, therapeuten, maatschappelijk werkers
- Andere organisaties: vrijwilligersorganisaties, leefgroepen, vrijetijdsbesteding, …
→ Speelt cruciale rol in bieden van emotionele steun, praktische hulp en toegang tot
benodigde diensten en hulpmiddelen
Verstandelijke beperking (VB)
A) DE DOELGROEP BEGRIJPEN
1. In de schoenen van een persoon met een verstandelijke
beperking
VAPH= Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
1.1. Intellectueel functioneren
= bekwaamheid om informatie op te doen, te begrijpen, te verwerken, erover na te
denken en te gebruiken om problemen op te lossen.
→ Ruimer dan alleen IQ alleen
, 1.2. Het adaptief functioneren
= vaardigheden die een persoon nodig heeft
- Om zich aan te passen aan het dagelijks leven
- Om zelfstandig te functioneren
3 soorten vaardigheden:
PRAKTISCHE SOCIALE CONCEPTUELE
Uitleg Alledaagse taken en Effectief In verschillende
handelingen nodig voor communiceren, situaties abstracte
zelfzorg en onafhankelijk relaties uitbouwen, informatie begrijpen,
functioneren (ADL) interacties aangaan, verwerken en
begrijpen en toepassen (schoolse
toepassen sociale vaardigheden)
normen & regels
Bv. Persoonlijke hygiëne, Luisteren, non-verbale Begrip van tijd, geld,
aan- en uitkleden, eten, communicatie, tellen, meten,
drinken, toiletgebruik, empathie, sociale kleuren, vormen,
huishoudelijke taken, signalen begrijpen, letters en cijfers..
geldbeheer… vriendschap
onderhouden…
1.3. De ontwikkelingsperiode
Verstandelijke beperking wordt doorgaans gediagnostiseerd voor de kalenderleeftijd van
22 jaar.
Een verstandelijke beperking ontstaat tijdens de ontwikkeling (bij elke leeftijd horen
bepaalde vaardigheden)
→ Voornaamste ontwikkelingsgebieden:
- Fysieke of lichamelijke ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Emotionele ontwikkeling
- Sociale ontwikkeling
- Psychoseksuele ontwikkeling
Verstandelijk beperkte personen hebben een disharmonische ontwikkeling = de
kalenderleeftijd en de ontwikkelingsleeftijd lopen niet gelijk
Inleiding
Wat verstaan we onder een ‘doelgroep’
Doelgroep= specifieke groep mensen (kinderen, jongeren of volwassenen)
→ Met vergelijkbare behoeften, uitdagingen, kenmerken, hulp- of ondersteuningsvraag
4 doelgroepen:
1. Verstandelijke beperking
2. Autismespectrumstoornis
3. Fysieke beperking
4. Gedragsproblemen
Niet in hokjes plaatsen
→ elk persoon is een individu die nood heeft aan een passende en effectieve
ondersteuning
Een ‘beperking’ hoeft geen ‘handicap’ te zijn
Beperking Handicap
= moeilijkheid die iemand ondervindt op = ontstaat wanneer beperking van
fysiek, cognitief of sensorieel gebied. persoon moeilijk te combineren is met
= Hindernis omgeving waarin hij leeft.
- Aangeboren of verworven door = afstemmingsprobleem
omstandigheden - Tussen persoon met beperking en
- Functioneren van individu op één omgeving
of meer gebieden beïnvloedt - Hoe beter omgeving is aangepast
hoe minder handicap er is
,Vier richtvragen volgens ‘Jim Van Os’
Jim van Os:
- Nederlandse psychiater
- Vragen helpen om zowel sterktes en zwaktes van cliënt te begrijpen
1. Wat is er met jou gebeurd?
- Cliënt: ruimte om diens verhaal te delen
- OTB: persoonlijke achtergrond, context van cliënt verkennen en begrijpen
2. Wat zijn je kwetsbaarheden en weerbaarheden?
- Welke factoren belemmeren vooruitgang van de cliënt
- Welke krachten, talenten, …bevorderen vooruitgang van de cliënt en/ of kunnen
de kwetsbaarheden verminderen
3. Waar wil je naar toe?
- Gewenste toekomstige situatie?
- Cliënt gaat zelf (of betrokken wordt bij) het doel formuleren
- Mee dirigeren leidt tot motivatie, verandering en groei
4. Wat heb je nodig?
- Cliënt geeft aan (of wordt betrokken bij) welke hulpmiddelen of hulpstrategieën
nodig zijn om de gewenste situatie (doel) te bereiken.
- Ook hier: mee dirigeren → motivatie, verandering en groei
Opbouw:
,Wisselwerking tussen de persoon en diens omgeving
Het VAPH benadrukt dat het functioneren van persoon altijd een wisselwerking is tussen
persoon zelf en zijn of haar omgeving.
→ Persoonlijke factoren, zoals leeftijd en geslacht, en externe factoren, zoals
hulpmiddelen, beïnvloeden dit functioneren
Netwerk kan bestaan uit:
- Gezinsleden: ouders, brussen (broers en zussen van kinderen met een
chronische ziekte, beperking of stoornis)
- Vrienden: personen met wei de cliënt een sociale ban heeft
- Onderwijsinstellingen: Leraren, schoolbegeleiders, opvoeders
- Zorgverleners: huisartsen, therapeuten, maatschappelijk werkers
- Andere organisaties: vrijwilligersorganisaties, leefgroepen, vrijetijdsbesteding, …
→ Speelt cruciale rol in bieden van emotionele steun, praktische hulp en toegang tot
benodigde diensten en hulpmiddelen
Verstandelijke beperking (VB)
A) DE DOELGROEP BEGRIJPEN
1. In de schoenen van een persoon met een verstandelijke
beperking
VAPH= Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap
1.1. Intellectueel functioneren
= bekwaamheid om informatie op te doen, te begrijpen, te verwerken, erover na te
denken en te gebruiken om problemen op te lossen.
→ Ruimer dan alleen IQ alleen
, 1.2. Het adaptief functioneren
= vaardigheden die een persoon nodig heeft
- Om zich aan te passen aan het dagelijks leven
- Om zelfstandig te functioneren
3 soorten vaardigheden:
PRAKTISCHE SOCIALE CONCEPTUELE
Uitleg Alledaagse taken en Effectief In verschillende
handelingen nodig voor communiceren, situaties abstracte
zelfzorg en onafhankelijk relaties uitbouwen, informatie begrijpen,
functioneren (ADL) interacties aangaan, verwerken en
begrijpen en toepassen (schoolse
toepassen sociale vaardigheden)
normen & regels
Bv. Persoonlijke hygiëne, Luisteren, non-verbale Begrip van tijd, geld,
aan- en uitkleden, eten, communicatie, tellen, meten,
drinken, toiletgebruik, empathie, sociale kleuren, vormen,
huishoudelijke taken, signalen begrijpen, letters en cijfers..
geldbeheer… vriendschap
onderhouden…
1.3. De ontwikkelingsperiode
Verstandelijke beperking wordt doorgaans gediagnostiseerd voor de kalenderleeftijd van
22 jaar.
Een verstandelijke beperking ontstaat tijdens de ontwikkeling (bij elke leeftijd horen
bepaalde vaardigheden)
→ Voornaamste ontwikkelingsgebieden:
- Fysieke of lichamelijke ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling
- Emotionele ontwikkeling
- Sociale ontwikkeling
- Psychoseksuele ontwikkeling
Verstandelijk beperkte personen hebben een disharmonische ontwikkeling = de
kalenderleeftijd en de ontwikkelingsleeftijd lopen niet gelijk