HOOFDSTUK 1 – EMOTIONELE ONTWIKKELING – ANTON DOŠEN
1.1 PSYCHODYNAMISCH ONTWIKKELINGSMODEL VAN DO ŠEN
Anton Došen = grondlegger
• Vaststelling: mensen met een verstandelijke beperking hebben grote kans tot het ontwikkelen van
psychische problemen
o Klassiek diagnostische instrumenten zoals DSM zijn ontoereikend
o Behandelmethodes zijn te weinig afgestemd op doelgroep
• Binnenkant vs. buitenkant van emoties en gedrag -> ijsbergmodel
o Gedrag, emoties, … die je ziet (buitenkant) kunnen pas begrepen worden als je weet wat er
achter zit (binnenkant)
o Gedrag begrijpen? Onderliggende betekenis!
➔ Discrepantie tussen cognitieve/kunnen en emotionele/aankunnen
o Emotionele ontwikkeling vertraagt, stopt of regresseert (regressie)
• Universeel model: doelgroep- en werkveldoverschrijdend
1.2 EMOTIONELE ONTWIKKELINGSFASEN
5 EO-fasen
• Fasische verloop krijgt wel kritiek -> simplificatie van complexe materie
➔ Emotionele ontwikkeling = de basis van de psychosociale ontwikkeling
• Leiden tot vorming van onze ‘persoonljkheid’ -> karakteristieke ‘gedragstrekken’ en spanningsvelden/
kwetsbaarheden
• Iedere nieuwe ontwikkelingsfase -> nieuwe persoonlijkheidsstructuur: nieuwe aanpassing aan de
omgeving
➔ Elke persoon doorloopt deze 5 fasen (leeftijdsgebonden) -> ook mensen met verstandelijke beperking
o Tempo is veel trager en stoppen veel vroeger in ontwikkeling
Wist je dat…?
• 90% van de psychische problemen bij mensen met een verstandelijke beperking/ernstige
gedragsproblemen te maken hebben met emotionele noden die aan de orde zijn in fase 1 – 3
• Emotionele ontwikkeling vooral gestimuleerd wordt door sensitieve responsiviteit
• Cliënten met een beperking zijn hierin benadeeld: vaak sprake van verminderde afleesbaarheid en
moeilijk om hun signalen juist te interpreteren
1
,1.2.1 ADAPTIEFASE-HOMEOSTASE
➔ Homeostase vs. disregulatie
• Van 0-6 maand – (diep: IQ <20)
o Fysiologische aanpassing: lichamelijke inspanningen
o Sensorische integratie via zintuigen
o Ontdekken van structuren van ruimte, tijd en personen
o Bereiken van ‘homeostase’ (evenwicht)
• Gedragskenmerken
o Heel snel té (veel of weinig)
o Prikkelgevoelig
o Fysiologische (dys)regulatie
o Functioneren volgens innerlijk spanningsniveau
o Meedeinen op/volledig overnemen van spanning en emoties van omgeving
o Snel vermoeid, alleen door alles te verwerken, zich aan te passen
o Inwisselbare andere
o Beginnend hechtingsgedrag
Begeleidingstips • Samen ZIJN, beschikbaarheid
• Nabijheid en responsiviteit
• Ingaan op de primaire behoeften
• Bieden van veiligheid
• Onvoorwaardelijke acceptatie
Communicatie • Focus op non-verbale taal
• Focus op het ‘hier en nu’
Activiteiten • Doseren van prikkels
• Basale belevingsgerichte activiteiten
Structuur en grenzen • Voorspelbaarheid & duidelijkheid
• Regelmaat en herkenbaarheid
• Begrenzen
1.2.2 EERSTE SOCIALISATIEFASE OF GEHECHTHEIDSFASE
➔ Vertrouwen vs. wantrouwen
• Hechting en basale veiligheid: 6 tot 18 maand – (ernstig: IQ 25 tot 35)
o Fase van de symbiose (samensmelting)
o Angst voor vreemden, separatieangst
o Hechting aan transitionele objecten
o Objectpermanentie
o Onderzoekt de omgeving
• Gedragskenmerken
o Gehechtheid, ‘samen’, ‘plakken’, symbiose
o Basis(on)veiligheid
o Afhankelijk van Belangrijke Anderen (BA)
o Ambivalentie (bv. aantrekken-afstoten)
o Moeilijke gedeelde aandacht (joint attention)
o Separatieangst en angst voor afwijzing
2
, Begeleidingstips • Nabijheid – (afstand)
• Transitionele objecten
• Geweldloze benadering!
Communicatie • Korte zinnen
• Lichaamstaal en intonatie!
• Hier en nu
Activiteiten • Eenvoudige, steeds terugkerende
activiteiten
• Samen doen!
Structuur en grenzen • Duidelijke afspraken
• Begrenzing
• Veiligheid bieden door structuur en
voorspelbaarheid in omgeving
1.2.3 INDIVIDUATIEFASE
➔ Autonomie vs. afhankelijkheid
• Van 18 tot 36 maand – (matig: IQ 35 tot 50)
o Overgang WE-dentity naar I-dentity
o Gevoel van overheersing over omgeving: basis voor de ego-ontwikkeling
o Separatie-individuatie fase
o Interesse in leeftijdsgenoten
o Beginnend normerend gedrag
• Gedragskenmerken
o Neen! – negativisme
o Ikke! – egocentrisme
o Zelf doen! Eigen wil – koppigheid -> exploreren
o Destructiviteit vanuit exploratie
o Angst voor autonomie-verlies
o Vraag naar nabijheid én afstand: nabijheid op afstand
o Aangeleerd hulpeloos: extreem volgzaam, sociaal wenselijk
Begeleidingstips • Begeleiding op afstand & als terugvalbasis
• Beschermen en stimuleren van gedrag
• Ruimte creëren voor (mis-)lukken
Communicatie • Humor
• Blijvende aandacht voor non-verbale
communicatie
Activiteiten • Deelverantwoordelijkheid
• Activiteiten: ZELF doen!
• Portret, ik-boek, levensboek
Structuur en grenzen • Regels en consequenties
• Nog geen gewetensvorming dus straffen is
niet aan de orde
3