Werk en welzijn
Les 1: werkgeluk
Geschiedenis
Prehistorie
- Werk = (over)leven, dus geen onderscheid en geen verwachtingen
Landbouwrevolutie
- Sedentair + domesticeren (wolf wordt een hond, wilde kip wordt een
kip, …), opslag voor de winter
- Biologisch succes <> Psychologische nederlaag (plannen, vrezen…
daling QOL)
o De eerste taakverdeling is niet gezond geweest voor ons
lichaam, ze hebben zich letterlijk kapot gewerkt om te
overleven in die tijd
o Bij het werk komt een bepaalde druk om te kunnen overleven
als groep doordat je je niet gewoon kan gaan verplaatsen
- Werk = straf of vernedering
o Werken is voor mensen die in de lagere klassen zitten (want je
kan niet werken en gelukkig zijn, zei Aristoteles)
werk en geluk worden gescheiden
Aristoteles
wel geluk: buiten werken, oogst zien groeien, planten en
dieren verzorgen
- Vroeger bestond werken niet en vanaf dit tijdperk is er toch al een
negatieve connotatie rond gekomen
Steden en ambachten
- Naar de stad
o Gilden
o Werken voor geld blijft een vorm van straf of slavernij
o Waarschijnlijk wel vorm van trots, tevredenheid,
bestaanszekerheid
Omdat er zaken werden uitgevonden, was er niet zoveel
man meer nodig voor dezelfde arbeid.
Het is niet meer gewoon uitwisselen met elkaar, maar
met geld
- Karl Marx (19e E)
o Verlichtingsfilosoof: uit werk waardigheid en geluk halen
Eerste filosoof die zei dat arbeiders echt wel gelukkig
kunnen zijn binnen hun job
1
, o Randvoorwaarden:
Goede arbeidsomstandigheden
Eerlijk loon
Afwisselend werk
Werk dat betekenis heeft doordat ze het leed van
anderen verzacht of hun genot vergroot
o Hoop op gelukkig werkleven sijpelt door
Industriële revolutie 1800-1920
- In de steden ontstaan verdere ontwikkeling van machines
- Opdeling in kleine stapjes, iedereen is radartje in groot geheel ((kind
plukjes rapen, vrouw achter het machine)
o Eindproduct niet zichtbaar
o Weinig ambachtelijke kennis of vaardigheden, saai, repetitief,
gespecialiseerd, hoge tijdsdruk
- 6 op 7, shiften van 10 à 14u, geen vakantie
o Privé bestaat dus niet (zondag = kerk)
- Gevaarlijke omstandigheden
- Waarbij iemand in de tijd van de gilden trots kon zijn , heb je dat hier
niet meer. Je ziet niet wat je doet, je bent maar een klein
onderdeeltje
Tijdperk van tevredenheid 1950-1995
- Na de wereldoorlogen is er een verandering nodig vonden ze
- Ze moeten een welvaartstaat creëren
- Zodat er meer tevredenheid komt bij het werk zoals bijvoorbeeld een
13de maand
- Veiliger, minder werkuren, vakanties, hogere lonen
- Diensteneconomie vanaf ‘70
- Werk én privé gescheiden van elkaar (thuis was het werk afgelopen)
- Hoge tevredenheid op werk
- Labor
o afzien , zwaar werk, pijn , zwoegen
- Opus
o ook werk maar er zit meer verwezelijking, groei, positief,
vooruitgaan.
Latente deprivatie model (Marie Jahoda - 1982)
1. structuur in tijd
2. opportuniteiten tot sociaal contact
3. gedeeld doel, bijdrage tot de gemeenschap
4. sociale identiteit (hoe je naar jezelf kijkt) / sociale status (hoe
anderen naar je kijken)
2
, 5. zelfrealisatie, betekenisvolle activiteiten
+ Inkomen en andere materiële voordelen (manifest)
Ze heeft onderzoek gedaan in Duitsland
Er ging een fabriek failliet en dat had gevolgen voor heel het dorp
Ze is ze gaan bevragen om te weten wat er nu gebeurd als ze hun job
verliezen mensen worden toch ongelukkig. En ze is dan gaan
onderzoeken wat maakt dat die job meer is dan enkel geld verdienen
Geld is je manifeste functie MAAR voldoening, waardering krijgen en
geven, plezier, sociale contacten, iets met je talenten kunnen doen is er
ook LATENTE FUNCTIES (opsomming 1-5 hierboven)
Tegenkanting bij latente deprivatiemodel:
- werk is geen conditio sine qua non voor een goede (mentale)
gezondheid
- niet alle werk is fijn of goed: stress, overbelasting, onzekerheid,
stigma…
Bandarbeider in ploegensysteem kan ongelukkiger zijn dan de werkloze
- maar meestal niet:
o Levenstevredenheid ongewild werkloos 4,9/10 <> werkend
6,6/10 (20% hoger)
o Angst, woede, onmacht wordt 30% vaker gerapporteerd door
werklozen
Het wilt niet zeggen als je werk hebt, dat het een garantie is om gelukkig
te zijn. Het is nog steeds onder bepaalde omstandigheden ( Marx en
Jahoma)
Voordeel van werkgeluk voor bedrijf en individu
- Blijven gemiddeld 2j langer bij bedrijf
- Minder absenteïsme
- Broaden-and-build effect (Fredrickson, 2001)
o productiever en creatiever, breder blikveld/gedachten, meer
oplossingen, beter samenwerken
opbouw van mentale reserve/veerkracht voor mindere
momenten
o Gelukkiger zijn op het werk kan dus een positieve ‘loop’
creëren
3
, - Emotional spill-over (rechtstreeks effect)
o Ben je gelukkig op het werk, dan is de kans groter dat je thuis
je vrouw niet slaat of alcohol gaat gebruiken
o Ben je gelukkig thuis neem je die positieve houding mee naar
het werk
Tijdperk van hoge verwachtingen (1995-…)
- Werk biedt potentieel veel levensgeluk
- Verwachtingen:
o goed loon, extralegale voordelen (auto, maaltijdcheques,
ecocheques, fiets…) voldoende vakantie, leuke collega’s, toffe
job, promotie, bijleren, zinvolle job, weinig pendelen,
inspraak…
Werkgeluk
Genot = Hedon
- gericht op wat er zich nu aandient en op prettig werk = KT
- maximaliseren van plezier & minimaliseren van pijn
o geen grootse projecten of grote inspanningen
waarvoor je moet zwoegen om een levensdoel te
bereiken
- tijdelijk effect & minder effectief op termijn
Goede geest = Eu & Demon
- verwezenlijking van je inherent potentieel via zinvolle
activiteiten, betekenisgeving
- streven en ijveren, tijd en energie, zelfs pijn leiden om
deze te bereiken, beter worden
- niet altijd haalbaar in werkdomein, en niet iedereen heeft evenveel
behoefte
hedonistisch werkgeluk: tevredenheid
- Evaluatief proces: nadenken en oordelen
- Vereist een helikopterperspectief (niet voor iedereen
eenvoudig)
- Stabiel over jaren heen, niet afhankelijk van affect op
moment van vraag
4
Les 1: werkgeluk
Geschiedenis
Prehistorie
- Werk = (over)leven, dus geen onderscheid en geen verwachtingen
Landbouwrevolutie
- Sedentair + domesticeren (wolf wordt een hond, wilde kip wordt een
kip, …), opslag voor de winter
- Biologisch succes <> Psychologische nederlaag (plannen, vrezen…
daling QOL)
o De eerste taakverdeling is niet gezond geweest voor ons
lichaam, ze hebben zich letterlijk kapot gewerkt om te
overleven in die tijd
o Bij het werk komt een bepaalde druk om te kunnen overleven
als groep doordat je je niet gewoon kan gaan verplaatsen
- Werk = straf of vernedering
o Werken is voor mensen die in de lagere klassen zitten (want je
kan niet werken en gelukkig zijn, zei Aristoteles)
werk en geluk worden gescheiden
Aristoteles
wel geluk: buiten werken, oogst zien groeien, planten en
dieren verzorgen
- Vroeger bestond werken niet en vanaf dit tijdperk is er toch al een
negatieve connotatie rond gekomen
Steden en ambachten
- Naar de stad
o Gilden
o Werken voor geld blijft een vorm van straf of slavernij
o Waarschijnlijk wel vorm van trots, tevredenheid,
bestaanszekerheid
Omdat er zaken werden uitgevonden, was er niet zoveel
man meer nodig voor dezelfde arbeid.
Het is niet meer gewoon uitwisselen met elkaar, maar
met geld
- Karl Marx (19e E)
o Verlichtingsfilosoof: uit werk waardigheid en geluk halen
Eerste filosoof die zei dat arbeiders echt wel gelukkig
kunnen zijn binnen hun job
1
, o Randvoorwaarden:
Goede arbeidsomstandigheden
Eerlijk loon
Afwisselend werk
Werk dat betekenis heeft doordat ze het leed van
anderen verzacht of hun genot vergroot
o Hoop op gelukkig werkleven sijpelt door
Industriële revolutie 1800-1920
- In de steden ontstaan verdere ontwikkeling van machines
- Opdeling in kleine stapjes, iedereen is radartje in groot geheel ((kind
plukjes rapen, vrouw achter het machine)
o Eindproduct niet zichtbaar
o Weinig ambachtelijke kennis of vaardigheden, saai, repetitief,
gespecialiseerd, hoge tijdsdruk
- 6 op 7, shiften van 10 à 14u, geen vakantie
o Privé bestaat dus niet (zondag = kerk)
- Gevaarlijke omstandigheden
- Waarbij iemand in de tijd van de gilden trots kon zijn , heb je dat hier
niet meer. Je ziet niet wat je doet, je bent maar een klein
onderdeeltje
Tijdperk van tevredenheid 1950-1995
- Na de wereldoorlogen is er een verandering nodig vonden ze
- Ze moeten een welvaartstaat creëren
- Zodat er meer tevredenheid komt bij het werk zoals bijvoorbeeld een
13de maand
- Veiliger, minder werkuren, vakanties, hogere lonen
- Diensteneconomie vanaf ‘70
- Werk én privé gescheiden van elkaar (thuis was het werk afgelopen)
- Hoge tevredenheid op werk
- Labor
o afzien , zwaar werk, pijn , zwoegen
- Opus
o ook werk maar er zit meer verwezelijking, groei, positief,
vooruitgaan.
Latente deprivatie model (Marie Jahoda - 1982)
1. structuur in tijd
2. opportuniteiten tot sociaal contact
3. gedeeld doel, bijdrage tot de gemeenschap
4. sociale identiteit (hoe je naar jezelf kijkt) / sociale status (hoe
anderen naar je kijken)
2
, 5. zelfrealisatie, betekenisvolle activiteiten
+ Inkomen en andere materiële voordelen (manifest)
Ze heeft onderzoek gedaan in Duitsland
Er ging een fabriek failliet en dat had gevolgen voor heel het dorp
Ze is ze gaan bevragen om te weten wat er nu gebeurd als ze hun job
verliezen mensen worden toch ongelukkig. En ze is dan gaan
onderzoeken wat maakt dat die job meer is dan enkel geld verdienen
Geld is je manifeste functie MAAR voldoening, waardering krijgen en
geven, plezier, sociale contacten, iets met je talenten kunnen doen is er
ook LATENTE FUNCTIES (opsomming 1-5 hierboven)
Tegenkanting bij latente deprivatiemodel:
- werk is geen conditio sine qua non voor een goede (mentale)
gezondheid
- niet alle werk is fijn of goed: stress, overbelasting, onzekerheid,
stigma…
Bandarbeider in ploegensysteem kan ongelukkiger zijn dan de werkloze
- maar meestal niet:
o Levenstevredenheid ongewild werkloos 4,9/10 <> werkend
6,6/10 (20% hoger)
o Angst, woede, onmacht wordt 30% vaker gerapporteerd door
werklozen
Het wilt niet zeggen als je werk hebt, dat het een garantie is om gelukkig
te zijn. Het is nog steeds onder bepaalde omstandigheden ( Marx en
Jahoma)
Voordeel van werkgeluk voor bedrijf en individu
- Blijven gemiddeld 2j langer bij bedrijf
- Minder absenteïsme
- Broaden-and-build effect (Fredrickson, 2001)
o productiever en creatiever, breder blikveld/gedachten, meer
oplossingen, beter samenwerken
opbouw van mentale reserve/veerkracht voor mindere
momenten
o Gelukkiger zijn op het werk kan dus een positieve ‘loop’
creëren
3
, - Emotional spill-over (rechtstreeks effect)
o Ben je gelukkig op het werk, dan is de kans groter dat je thuis
je vrouw niet slaat of alcohol gaat gebruiken
o Ben je gelukkig thuis neem je die positieve houding mee naar
het werk
Tijdperk van hoge verwachtingen (1995-…)
- Werk biedt potentieel veel levensgeluk
- Verwachtingen:
o goed loon, extralegale voordelen (auto, maaltijdcheques,
ecocheques, fiets…) voldoende vakantie, leuke collega’s, toffe
job, promotie, bijleren, zinvolle job, weinig pendelen,
inspraak…
Werkgeluk
Genot = Hedon
- gericht op wat er zich nu aandient en op prettig werk = KT
- maximaliseren van plezier & minimaliseren van pijn
o geen grootse projecten of grote inspanningen
waarvoor je moet zwoegen om een levensdoel te
bereiken
- tijdelijk effect & minder effectief op termijn
Goede geest = Eu & Demon
- verwezenlijking van je inherent potentieel via zinvolle
activiteiten, betekenisgeving
- streven en ijveren, tijd en energie, zelfs pijn leiden om
deze te bereiken, beter worden
- niet altijd haalbaar in werkdomein, en niet iedereen heeft evenveel
behoefte
hedonistisch werkgeluk: tevredenheid
- Evaluatief proces: nadenken en oordelen
- Vereist een helikopterperspectief (niet voor iedereen
eenvoudig)
- Stabiel over jaren heen, niet afhankelijk van affect op
moment van vraag
4