Celmembraan
1 Belang van celmembraan
Celmembraan zorgt voor bescherming tegen stoffen, molecule en
bacterië
In de membraan bevindt zich gaten die ervoor zorgen dat water,
lucht en zuurstof naar de cel kunnen.
Een cel met beschadigde celmembraan: verlies zijn structuur,
verliest zijn organellen en gaat dood .
Rood op de foto.
Celmembraan is niet statisch die moet kunnen bewegen en past
zich aan de groei van de cel en is redelijk actief.
Celmembraan hangt aan het cytoskelet vast.
2 Structuur van membraan
1) Fosfolipide:
Ze vormen een dubbele laag
Een hydrofiele kop die naar boven is gericht ze komen in contact
met waterige mileu binnen en buiten de cel
Hydrofobe staarten naar binnen gericht
Verdeeld in 2:
, Glycerol-fosfolipiden (bv: fosfatidyl-choline, fosfatidyl-serine)
combinatie tussen lipiden en glycose
Sfingo-lipiden (bv: sfingomyeline, sfingosine)
Membraanlipiden zijn belangrijk voor de structuur
2) Eiwitten:
Er zijn 2 soorten eiwitten:
Integrale eiwitten: ze gaan door de fosfolipiden dubbellaag en heen
en kunnen bv fuctioneren als transportkanalen of receptoren.
Perifere eiwitten: ze bevinden zich aan de buitenkant of binnenkant
van de membraan en zijn betrokken bij celcommunicatie,
signaaloverdacht of het ondersteun van de membraanstructuur.
3) Cholesterol:
Helpt met het vloeibaarheid van het membraan te reguleren.
Voorkomt dat: membraan te stijf wordt bij lage temperaturen en te
vloeibaar bij hoge temperaturen.
4) Koolhydraten:
Verbonden aan eiwitten en lipiden aan de buitenkant van het
membraan.
Spelen een rol bij celherkenning en interacties met andere cellen.
1 Belang van celmembraan
Celmembraan zorgt voor bescherming tegen stoffen, molecule en
bacterië
In de membraan bevindt zich gaten die ervoor zorgen dat water,
lucht en zuurstof naar de cel kunnen.
Een cel met beschadigde celmembraan: verlies zijn structuur,
verliest zijn organellen en gaat dood .
Rood op de foto.
Celmembraan is niet statisch die moet kunnen bewegen en past
zich aan de groei van de cel en is redelijk actief.
Celmembraan hangt aan het cytoskelet vast.
2 Structuur van membraan
1) Fosfolipide:
Ze vormen een dubbele laag
Een hydrofiele kop die naar boven is gericht ze komen in contact
met waterige mileu binnen en buiten de cel
Hydrofobe staarten naar binnen gericht
Verdeeld in 2:
, Glycerol-fosfolipiden (bv: fosfatidyl-choline, fosfatidyl-serine)
combinatie tussen lipiden en glycose
Sfingo-lipiden (bv: sfingomyeline, sfingosine)
Membraanlipiden zijn belangrijk voor de structuur
2) Eiwitten:
Er zijn 2 soorten eiwitten:
Integrale eiwitten: ze gaan door de fosfolipiden dubbellaag en heen
en kunnen bv fuctioneren als transportkanalen of receptoren.
Perifere eiwitten: ze bevinden zich aan de buitenkant of binnenkant
van de membraan en zijn betrokken bij celcommunicatie,
signaaloverdacht of het ondersteun van de membraanstructuur.
3) Cholesterol:
Helpt met het vloeibaarheid van het membraan te reguleren.
Voorkomt dat: membraan te stijf wordt bij lage temperaturen en te
vloeibaar bij hoge temperaturen.
4) Koolhydraten:
Verbonden aan eiwitten en lipiden aan de buitenkant van het
membraan.
Spelen een rol bij celherkenning en interacties met andere cellen.
