- Wat?
o Strafprocesrecht (SpR.): 4 fases
§ Onderzoek: opsporen van misdrijven en van de vermoedelijke dader (Ops.O. + GO)
§ Vervolging: verdachten of inverdenkinggestelden voor de rechter brengen
§ BerechEng: besluitvorming van de feitenrechter
§ Strafuitvoering: de tenuitvoerlegging van de opgelegde straffen
o SpR. bevat eigenlijke procedureregels + R. en plichten van parEjen en organen die bij
procesfase zijn betrokken
- Doel?
o (Juridische) waarheid ontdekken + bereiken van een naar R. en gerechEgheid verantwoorde
beslissing omtrent bevoegdheid van strafrechter, ontvankelijkheid van strafvordering en
gegrondheid ervan (veroordeling of vrijspraak)
o DefiniEe geldt voor democraEsch regime naar BE opvaNng
§ Autoritair regime: instrumentele werking SpR (bruikbaarheid om waarheid te
achterhalen)
§ DemocraEsch regime: rechtsbeschermend SpR (eerbiedigen van mensenR.)
- Evenwicht?
o Tussen collecEeve belang van maatschappelijk en noodzakelijke waarborgen voor het individu
§ Waarde van systeem wordt getoetst aan
• Bruikbaarheid om waarheid te achterhalen
• Eerbied voor mensenR.
§ Is alEjd slingerbeweging = nu eens in richEng van instrumentaliteit, dan weer in
richEng van rechtsbescherming
o BE SpR realiseerd evenwicht door gemengd stelsel
§ Vooronderzoek: parEjen hadden hier vroeger weinig R. (inquisitoriaal systeem)
• SchriUelijk
• Niet tegensprekelijk
• Geheim
§ Rechtspleging ter ziNng: meer R. voor parEjen in GO (accusatorisch)
• Mondeling
• Tegenspreklijk
• Openbaar
o MAAR: GO heeU geheime karakter in grote mate verloren (sinds wet van 12 maart 1998) =>
vertoont ook accusatorische kenmerken
§ De rechtspleging vertoont ook inquisitoriale kenmerken
o Toont dat onderscheid tussen 2 vervaagt, toch wordt soms ander criterium gebruikt om
onderscheid te maken
§ AcEeve of passieve betrokkenheid van de rechter
§ ConEnentale rechtsstelsel ó Angelsaksische strafrechtsysteem
• ConEnentaal
o Vervolging an ambtswege ingesteld + rechter een acEeve rol
(inquisitoriaal)
o Bij ons kan de strafrechter nog acEef opzoek gaan naar bewijs en
vb. bevelen geven aan de poliEediensten (niet aan de PdK)
• Angelsaksisch
o Iedere burger kan strafvervolging instellen + rol rechter eerder een
passieve scheidsrechter (accusatorisch)
,Deel 1 – Organen en par0jen bij het strafproces betrokken
1.1 De poli*ediensten
1.1.1 Algemeen
- Termen Bestuurlijke poliEe (Bes.pol.) en Gerechtelijke poliEe (Ger.pol.) ≠ organieke termen
o = funcEonele termen
o U kunt er dus geen lid van zijn want het zijn geen organen MAAR als agent krijgt men wel
taken van bestuurlijke of gerechtelijke poliEe
- Pol.diensten kunnen 2 soorten taken uitvoeren
o Taken van administraEeve pol.
o Taken van gerechtelijke pol.
Bes.pol. Ger.pol.
Taak Handhaving OO (o.l.v. Min. van Binnenlandse Bewijzen verzamelen
Zaken) Misdrijven opsporen
Voorkomen van misdrijven Daders over leveren aan rb.
Bescherming personen en goederen Art. 8 Sv. + art. 15 WPA
Art. 14, lid 1 Wet 1992 WPA
Doel PrevenEeve taken/ ordehandhaving Repressieve taken (art. 28bis, §2 Sv.)
Gezag Bestuurlijke overheden (OH) (art. 5, lid 1 Gerechtelijke autoriteiten (= OH): Procureur
WPA) = Min. Binnenlandse zaken generaal (PG) HvB + Min. van Jus. (art. 367, lid 1
Sv.; 148 Ger.W. en 5, lid 2 WPA)
- Externe controle op de pol. door Comité P.
o InlichEngendiensten ≠ pol.diensten
§ InlichEngendienst = permanent vinger aan de pols in bepaalde milieus om te
vermijden dat het tot misdrijven zou kunnen komen
o Bestaat ook Comité I voor externe controle op inlichEngsdiensten
1.1.2 Structuur
- Vroeger bestonden hoofdzakelijk 3 korpsen:
o Gemeentepol.: administraEeve pol.
o Rijkswacht: repressieve pol.
o Ger.pol.: bij uitstek repressieve pol.
- 3 zijn nu verenigd door geïntegreerde pol.dienst (wet 1998), deze worden organiek georganiseerd op
lokaal en federaal (fed.) niveau
1.1.2.1 De lokale poli-e
- Juridische opdracht
o Art. 3, lid 2 WPG:
o BasispoliEezorg op lokaal niveau
§ = alle opdrachten van de Bes.pol. en Ger.pol. die nodig zijn voor het beheren van
lokale gebeurtenissen die zich voordoen op het grondgebied van de pol.zone
o Ondersteunende funcEe t.a.v. de fed.pol. (art. 61-64 WGP)
- Structuur
o Elke pol.zone heeU een lokaal pol.korps, samengesteld uit 1 of meerdere gemeenten (art. 9-
10 WGP)
o 1 gemeentezones: gemeenteraad + burgemeester bevoegd voor organisaEe en beheer lokale
pol.korps
o Meerdere gemeentezones:
§ Pol.raad en pol.college oefenen bevoegdheid uit
§ Pol.raad: evenredig samengesteld uit leden van de gemeenteraad van #
deelnemende gemeenten o.b.v. bevolkingcijfers (art. 12, lid 2 WGP)
§ Pol.college: burgemeester van # deelnemende gemeenten (art. 23, lid 1 WGP)
1.1.2.2 De federale poli-e
- Juridische opdracht
o Art. 3, lid 3 WPG
2
, o Ondersteunende opdrachten voor lokale pol.-diensten + pol.-OH
o Gespecialiseerde taken: Ger.pol. en Bes.pol. op grondgebied van rijk
§ Met in acht name van principes van specialiteit en subsidiariteit
• M.a.w. om bijz. taken, die niet kan gebeuren door lokale pol.
- Structuur
o Onder leiding van commissaris-generaal (art. 93, §4) en bestaat uit 3 direcEes:
§ Algemene direcEe Bes.pol
§ Algemene direcEe Ger.pol.
• Belast met (art. 102 WPG)
o Leiding en operaEonele coördinaEe van opdrachten Ger.pol. van
centrale diensten van fed.pol.
o OperaEonele coördinaEe, controle en ondersteuning van
gedeconcentreerde Ger. direcEes
• Controle en operaEonele coördinaEe van de gedeconcentreerde Ger.
direcEes (o.l.v. ger. directeur - art. 105, §1) = behoort tot de fed.pol., maar
gestaEoneerd per Ger. arrodindissementen
o Daarnaast ook centrale diensten van fed. pol. in Brussel
§ Algemene direcEe van middelenbeheer en info
o Ger. directeur (= verbindingsofficier) onderhoud dienstenrelaEes om coördinaEe van
opdrachten Ger.pol. te verzekeren tussen lokale pol. en gedeconcentreerde Ger. direcEe
§ Ger. directeur overlegt daarvoor ook regelmaEg met PdK
§ Art. 105, §6 WPG
- Fed.Ger.pol. heeU ook # bijz. opsporingsdiensten met apart statuut (wel gewoon deel van fed. pol.):
o Centrale dienst ter bestrijding van georganiseerde econ. en financiële deliquenEe (CDGEFID)
o Centrale dienst ter bestrijding van corrupEe (CDBC)
o DirecEe van bestrijding van zware en georganiseerde criminaliteit (DJSOC)
o Fed. computer crime unit (FCCU)
1.1.3 Aanwijzings- en vorderingsrecht
- GEEN iniEaEefR., MAAR aanwijzings- en verordeningsR. m.o.o. concrete uitvoering van Ger.gerecht
o Leden OM (PdK - art. 28ter, §3 Sv. + PG – art. 364, lid 2 Sv) en onderzoeksrechter
(Ond.rechter) (art. 56, §2 Sv) wijzen pol.diensten aan die in bepaalde onderzoek met
opdrachten van Ger.pol. is belast
o Rekening houden met 2 regels:
§ Ger.OH mag zich NIET inmengen in concrete organisaEe pol.diensten (art. 8/1 WPA)
• Zich NIET wenden tot bepaald pol.ambtenaar, maar MOET zich wenden tot
hoofd van dienst (= pol.chef) die zal beslissen wie opdracht van Ger.pol. zal
uitvoeren
• UITZ. indien grote privacy (vb. telefoongesprekken afluisteren, art.
90quater, §1, lid 2, 5° Sv.))
§ Ger.OH mag zich NIET inlaten met bestuurlijke en operaEonele leiding van
pol.diensten
• OperaEes die nodig zijn voor uitvoering vorderingen Ger.pol. worden
uitgevoerd o.l.v. pol.ambtenaren met hoedanigheid van officier van Ger.pol.
(art. 8/6 WPA)
- Richtlijn van Min. van Jus. somt # criteria op voor toewijzing van Ger.Onderzoek (GO)
o “complexe” onderzoeken worden best toegewezen aan fed.pol.
o Onderzoek kan om 3 reden complex zijn:
§ Door aard van te onderzoeken feiten (zware of georganiseerde criminaliteit) = aard
van misdrijf
§ Door aard van te verrichten onderzoeksdaden = onderzoek waarin nood is aan
• Bijz. opsporingstechnieken (vb. infiltraEe)
• Gespecialiseerde vormen van vermogens- en operaEonele analyse
§ Door geografische spreiding van onderzoeksdaden: onderzoeken waarvan
belangrijkste onderzoeksdaden buiten 1 arrondissement of buiten rijk moeten
worden verricht
3
, 1.1.4 Onderscheid tussen officieren en agenten van gerechtelijke poliAe
- Pol.diensten bestaan uit 2 kaders (art. 116 WGP)
o OperaEoneel kader
o AdministraEef/ logisEek kader
- OperaEoneel kader bestaat uit 2 delen
o Pol.ambtenaren (art. 117, lid 1 WGP)
§ Onderverdeeld in: basiskader, middenkader en officierskader + kader van agenten
van pol.
§ Algemene opsporingsbevoegdheid: alle opdrachten van Ger.pol. en Bes.pol. (art. 117,
lid 2 WGP)
§ DUS opsporen en vaststellen van misdrijven, onderverdeeld in 2 groepen
• Officieren van Ger.pol.
o Hoog: hogere officieren van Ger.pol.: alle leden OM
o Midden (art. 138, §1 WGP): hulpofficier van de PdK + officieren
Ger.pol.
o Laag (art. 9 + 16 SV.): veld- en boswachters
• Agenten Ger.pol.: basiskader (art. 3, 4° WPA + art. 138bis WGP)
o => geen algemene Ops.O. MAAR ondersteunende rol bij pol.
ambtenaren
o = basiskader
o Hebben beperkte pol.bevoegdheid (art. 117, lid 3 WGP)
§ Indien verzocht verlenen ze bijstand aan Pol.ambtenaren
(art. 44/12 WPA)
§ Vaststellen van verkeersongevallen (art. 58, lid 2 WGP) en
de gevolgen + PV (wel zelfstandig)
- MERK OP: bijz. wezen kennen hoedanigheid van officier van Ger.pol. of agent Ger.pol. toe aan
ambtenaren
o Vb. ambtenaren van inspecEediensten
o => ze beschikken dan over meer bevoegdheden dan bepaald in Sv.
1.1.5 Bevoegdheden
1.1.5.1 De bevoegdheden bij heterdaad
- Sv. beschrijU vooral bevoegdheden van officieren van Ger.pol., hulpofficieren van PdK in UITZ.situaEes
van heterdaad (art. 32-44bis Sv.)
o Regels inzake ontdekking op heterdaad gelden voor wanbedrijven EN misdaden
o ó buiten heterdaad komt wel meest voor
- Wanneer?
o Basisregel: Ejdens dat misdrijf gepleegd wordt of onmiddellijk erna (art. 41, lid 1 Sv.)
o Uitbreiding: zolang dader achtervolgd wordt door openbaar geroep + of in bezit wordt
getroffen van zaken i.v.m. kort geleden gepleegd misdrijf (art. 41, lid 2 Sv.)
o Bij gelijkstelling of assimilaEe: een (juridische) ficEe
§ Art. 46 Sv. – bij misdrijf dat is gepleegd in een woning en de PdK wordt gevraagd om
dat vast te stellen door hoofd huis of door slachtoffer(SO) partnergeweld [art. 398-
405 Sw.]
- Heterdaad verleent officieren en agenten Ger.pol. bijkomende bevoegdheden (art. 49 Sv.)
o Hulpofficieren van PdK:
§ Huiszoekingen zelf bij nacht (art. 36 Sv.)
§ Onderzoek aan het lichaam (art. 90bis Sv.)
§ Aanstelling deskundige (art. 43 Sv.)
§ Bevelen van onderzoek aan lichaam (art. 90bis Sv.)
o Officieren Ger.pol.: vb. autonome beslissing om iemand te arresteren (art. 1-2 WVH)
o Agenten Ger.pol.:
§ Ophouden van personen (art. 44/15, lid 1 WPA)
§ Veiligheidsfouillering (art. 28 WPA)
4