Projectmanagement
Examenregeling:
Waterval project presenteren (ppt)
- Weergeven hoe we het hebben aangepakt
- Welke stappen? Voor dit resultaat
15 minuten vragen over ons waterval project,
waterval theorie & agile manier van werken
- Iedereen komt aan bod
- Naamkaartje (voornaam)
Les 3: Waterval concept
Project = tijdelijke organisatie waarbij mensen samenkomen om een bepaald doel
te bereiken (Slide 8 examenvraag)
- Groep activiteiten die leiden tot éénmalig coherent doel
- Het opleveren van een bepaalde scope, binnen een bepaalde tijd met
bepaalde recources.
- Scope = wat je moet
opleveren/bedoeling
SCOPE = staat altijd vast
Recources & time = ALTIJD vast
Moeten alle 3 in balans zijn, als je 1
verandert moet je de andere ook
veranderen. (Slide 7 examenvraag) - >
Een project begint als project maar kan op lange termijn een proces worden. Bv.
Tommorwland. Daarna kan het uitgroeien tot een programma.
Bij waterval concept is het eindresultaat altijd gedefinieerd.
(Slide 12 + 13 EXAMENVRAAG namen)
- Projectmanager = evenwichtsacrobaat (‘baas’)
- Projectsponsor = opdrachtgever
- Projectleider = kijkt wie met wat bezig is
- Projectassistent = extra hulp
- Experts = specialisten
- Projectteam = mensen die het project uitvoeren
Rekening houden met de externe omgeving
, Charter = onofficieel contract tussen opdrachtgever en jou, volledig
uitgeschreven behoefteanalyse
- Moet je als eerst mee beginnen: fundament van jouw project. Goedkeuring
= start project
Inhoud projectcharter
1. Opportuniteit/probleem: waarom?
2. Context: noodzakelijke achtergrondinformatie
3. Doelstellingen: SMART
4. Stakeholders: alle mensen die meedoen in het project
5. Aanpak
6. Afbakenen wat er in de scope zit:
a. In scope: akkoord, gaan we doen
b. Out of scope: dit doen we niet
7. Middelen: geld, mensen, fysieke omgeving, ..
8. Risico’s
Les 4: waterval planning en organisatie
Definitie project uit het boek (Slide 7: examenvraag)
- Groep activiteiten dat leid tot eenmalig coherent doel dat je moet
uitvoeren binnen een aantal randvoorwaarden. Meestal door meerdere
deelnemers
Om in een project mee te draaien moet je de omgeving begrijpen.
- Micro-omgeving (leden)
- Meso-omgeving (sponsor, experts)
- Macro-omgeving (politiek, economie)
RACI opmaken (Slide 20: belangrijk)
R = responsible (verantwoordelijk)
- Kunnen meer personen zijn
A = accountable (eindverantwoordelijk) (meer verantwoordelijk dan responsible)
- 1p per taak
C = consulted (raadplegen)
I = informed (informeren)
Waarom maken? Zodat alles overzichtelijk is en dat iedereen weet wat die moet
doen.
Mislopen?
Examenregeling:
Waterval project presenteren (ppt)
- Weergeven hoe we het hebben aangepakt
- Welke stappen? Voor dit resultaat
15 minuten vragen over ons waterval project,
waterval theorie & agile manier van werken
- Iedereen komt aan bod
- Naamkaartje (voornaam)
Les 3: Waterval concept
Project = tijdelijke organisatie waarbij mensen samenkomen om een bepaald doel
te bereiken (Slide 8 examenvraag)
- Groep activiteiten die leiden tot éénmalig coherent doel
- Het opleveren van een bepaalde scope, binnen een bepaalde tijd met
bepaalde recources.
- Scope = wat je moet
opleveren/bedoeling
SCOPE = staat altijd vast
Recources & time = ALTIJD vast
Moeten alle 3 in balans zijn, als je 1
verandert moet je de andere ook
veranderen. (Slide 7 examenvraag) - >
Een project begint als project maar kan op lange termijn een proces worden. Bv.
Tommorwland. Daarna kan het uitgroeien tot een programma.
Bij waterval concept is het eindresultaat altijd gedefinieerd.
(Slide 12 + 13 EXAMENVRAAG namen)
- Projectmanager = evenwichtsacrobaat (‘baas’)
- Projectsponsor = opdrachtgever
- Projectleider = kijkt wie met wat bezig is
- Projectassistent = extra hulp
- Experts = specialisten
- Projectteam = mensen die het project uitvoeren
Rekening houden met de externe omgeving
, Charter = onofficieel contract tussen opdrachtgever en jou, volledig
uitgeschreven behoefteanalyse
- Moet je als eerst mee beginnen: fundament van jouw project. Goedkeuring
= start project
Inhoud projectcharter
1. Opportuniteit/probleem: waarom?
2. Context: noodzakelijke achtergrondinformatie
3. Doelstellingen: SMART
4. Stakeholders: alle mensen die meedoen in het project
5. Aanpak
6. Afbakenen wat er in de scope zit:
a. In scope: akkoord, gaan we doen
b. Out of scope: dit doen we niet
7. Middelen: geld, mensen, fysieke omgeving, ..
8. Risico’s
Les 4: waterval planning en organisatie
Definitie project uit het boek (Slide 7: examenvraag)
- Groep activiteiten dat leid tot eenmalig coherent doel dat je moet
uitvoeren binnen een aantal randvoorwaarden. Meestal door meerdere
deelnemers
Om in een project mee te draaien moet je de omgeving begrijpen.
- Micro-omgeving (leden)
- Meso-omgeving (sponsor, experts)
- Macro-omgeving (politiek, economie)
RACI opmaken (Slide 20: belangrijk)
R = responsible (verantwoordelijk)
- Kunnen meer personen zijn
A = accountable (eindverantwoordelijk) (meer verantwoordelijk dan responsible)
- 1p per taak
C = consulted (raadplegen)
I = informed (informeren)
Waarom maken? Zodat alles overzichtelijk is en dat iedereen weet wat die moet
doen.
Mislopen?