LP6 neurocranium
Groeven = sulci
Bindingen = Gyri
Orientatie: tijdens de zwangerschap
zal het telencephalon rond de
hersenstam buigen waardoor we nu
2 assen kunnen onderscheiden zoals
op de foto
Hersenvliezen
Hard vlies = Dura mater encephali
In het midden het sinus sagitallis
superior.
Zacht vlies uit 2 lagen
Arachnoidea: het blijft aan het
oppervlak
Pia mater: kleeft op de hersenen en
zal dus ook mee in de sulci gaan
Durasepten
Tussen de hersenhelften zit een
tussenschot of septen. Het bestaat
uit een hard vlies en zijn dus
onderdeel van de dura mater.
De omcirkelde zijn de belangrijkste
Sinus rectus
, Liquor: = Cerebrospinaal vocht CSF
Het is een heldere vloeistof die de hersenen zal beschermen tegen schokken, maar ook immunologische.
De samenstelling is een beetje zoals bloedplasma zoals op de tabel. Er zijn wel veel minder proteïnen.
Het wordt aangemaakt in de plexus choroideus dat in ventrikels zit.
Het wordt terug opgenomen door de Granulationes arachnoideae: Dat zijn de kleine bolletjes bij de sinus
sagitallis superior → het vocht wordt terug opgenomen in de sinus.
De circulatie gebeurt samen met onze hartslag zoals je kan zien op een MRI. Het gebeurt door 2 ruimtes: de
buitenste en binnenste liquorruimte.
Buitenste liquorruimte = lichtblauw
Binnenste liquorruimte = turquoise
In de buitenste zijn de granulationes
arach. Aanwezig (reabsorptie)
In de binnenste is de plexus
choroideus (rood) aanwezig dat in
staat voor de aanmaak van het CSF.
Ze staan in verbinding via kleine
openingen in het 4e ventrikel.
De buitenste = de sub-arachnoidale
ruimte die rond de hersenen en het
ruggenmerg gaat.
De binnenste bestaat uit 2 delen: 1
in de hersenen dat bestaat uit 4
ventrikels en 1 aqueductus.
Het ventrikelsysteem heeft zijn
grillige vorm door de vorming in
embryonale fase.
Het ventrikelsysteem:
Laterale ventrikels (1+2)
Je ziet uitsteeksels = cornu
frontale/temporale/occipitale. Het gaat afgeven
aan het volgende ventrikel via het foramen
interventriculare.
3e ventrikel
In verbinding met het 4e ventrikel via het
Aquaeductus.
4e ventrikel
Het is ter hoogte van het cerebelllum. Het staat
in contact met de buitenste liquorruimte via de
Apertura mediana, laterale.
Groeven = sulci
Bindingen = Gyri
Orientatie: tijdens de zwangerschap
zal het telencephalon rond de
hersenstam buigen waardoor we nu
2 assen kunnen onderscheiden zoals
op de foto
Hersenvliezen
Hard vlies = Dura mater encephali
In het midden het sinus sagitallis
superior.
Zacht vlies uit 2 lagen
Arachnoidea: het blijft aan het
oppervlak
Pia mater: kleeft op de hersenen en
zal dus ook mee in de sulci gaan
Durasepten
Tussen de hersenhelften zit een
tussenschot of septen. Het bestaat
uit een hard vlies en zijn dus
onderdeel van de dura mater.
De omcirkelde zijn de belangrijkste
Sinus rectus
, Liquor: = Cerebrospinaal vocht CSF
Het is een heldere vloeistof die de hersenen zal beschermen tegen schokken, maar ook immunologische.
De samenstelling is een beetje zoals bloedplasma zoals op de tabel. Er zijn wel veel minder proteïnen.
Het wordt aangemaakt in de plexus choroideus dat in ventrikels zit.
Het wordt terug opgenomen door de Granulationes arachnoideae: Dat zijn de kleine bolletjes bij de sinus
sagitallis superior → het vocht wordt terug opgenomen in de sinus.
De circulatie gebeurt samen met onze hartslag zoals je kan zien op een MRI. Het gebeurt door 2 ruimtes: de
buitenste en binnenste liquorruimte.
Buitenste liquorruimte = lichtblauw
Binnenste liquorruimte = turquoise
In de buitenste zijn de granulationes
arach. Aanwezig (reabsorptie)
In de binnenste is de plexus
choroideus (rood) aanwezig dat in
staat voor de aanmaak van het CSF.
Ze staan in verbinding via kleine
openingen in het 4e ventrikel.
De buitenste = de sub-arachnoidale
ruimte die rond de hersenen en het
ruggenmerg gaat.
De binnenste bestaat uit 2 delen: 1
in de hersenen dat bestaat uit 4
ventrikels en 1 aqueductus.
Het ventrikelsysteem heeft zijn
grillige vorm door de vorming in
embryonale fase.
Het ventrikelsysteem:
Laterale ventrikels (1+2)
Je ziet uitsteeksels = cornu
frontale/temporale/occipitale. Het gaat afgeven
aan het volgende ventrikel via het foramen
interventriculare.
3e ventrikel
In verbinding met het 4e ventrikel via het
Aquaeductus.
4e ventrikel
Het is ter hoogte van het cerebelllum. Het staat
in contact met de buitenste liquorruimte via de
Apertura mediana, laterale.
