De longen reiken tot boven de eerste rib en abdominale organen (lever, milt en nieren) reiken ook hoger dan de onderste
rib.
Midclaviculaire lijn: de apex van het hart ligt hierop aan de linkerkant
Voorste en posterieue axilaire lijn
Apertura Thoracicius inferior
Diafragma
In het axiale vlak kunnen thoracale en
abdominale organen elkaar overlappen
→ perforerende traumata kunnen dus op
beide regio’s letsels geven.
De doorgang gaat van hoog naar laag. De
vena cava gaat ter hoogte van T8. De
slokdarm T10 en de aorta T12.
(EXAMENVRAAG: doorgangen structuren
en hoogte)
De nervus vagus loopt samen met de
slokdarm. (T10) Samen met de aorta loopt
de ductus thoracicus (=hoofdlymfebaan)
T12.
De venae azygos en hemiazygos lopen
normaal ook met aorta of doorheen crura.
De orthosympaticus en de nervi
splanchnici lopen ook doorheen de crura
(of aorta).
Doorbloeding
Arteria thoracica interna + arteria
intercostales. Ook door de arteria
phrenica sup. die van de aorta thoracalis
komt. En de arteria phrenica inf. Die van
de aorta abdominalis komt.
Innervatie
Door nervus Phrenicus die uit C3-C5 komt.
→ een ontsteking in het diafragma zal
voelen als schouderpijn want de nervus
phrenicus ontspringt op dezelfde hoogte
als de sensibele takken van de schouder.
Ademhaling
Sternum naar boven en anterieur =
inademen
, Borstklier = glandula mammaria
Aangehecht op m. pectoralis major. Je
ziet een axilaire uitloper.
Bebloeding:
Arteria thoricica interna (vanuit de
subclavia)
Arteria axillaris
➔ Kliniek= mammacarcinoom;
uitzaaiingen naar
lymfeklierstations (meestal naar
axillair die dan naar subclavia
draineren)(mediaal naar
parasternale lymfe die draineren
in de bronchomediastinale
truncus)
Thoraxwand
Intercostale spieren
Je hebt 3 lagen. Je de bezenuwing en bebloeding gebeurt net onder de rib. (chirurgisch belangrijk).
Doorbloeding: Dorsaal door de posterieur intercostalis spieren die rechtstreeks uit de aorta komen. Behalve de bovenste 2
( Truncus costocervicalis). Anterieur uit de arteria thoracica interna. De venen draineren in het azygossysteem en de venae
thoricicae interna.
Nervi intercostales: uit de nervi spinalis van T1-T11. De 12e rib door nervus subcostalis die uit T12 komt. Sensorisch ook de
pariëtale pleura innerveren.
Dermatomen onderscheiden die lopen zoals de intercostale zenuwen.
Pleura is een dun vlies dat de binnenkant van de ribben bedekt en het mediastinum en het diafragma. Bij de wand
noemen we het parietale pleura. Tegen de longen noemen we het de viscerale pleura. Hiertussen is een virtuele ruimte
zodat de long kan bewegen ten opzichte van de thoraxwand.
De pleura visceralis loopt over in de pleura parietale waar de long vastzit aan het mediastinum. Hier arteria en vena en
bronchus naar de long. Onderaan is er nog omhulsel zonder structuren = ligamentum pulmonale.
Normaal komt er niets tussen de pleurale ruimte, als er toch iets tussen komt dan krijgt dit een naam: Pneumothorax
(lucht), Empyeem (pus), Chylothorax (lymfe), hemothorax (bloed).
Thoraxdrainage: tussen de 3e en de 5e intercostale ruimte waarbij men tussen de vezels van de m. serratus anterior snijdt.
We zuigen in feitelijk de 2 pleurabladen terug aan elkaar.