Deel 1: Trappen
Traphoogte: is de verdiepingshoogte, de verticale afstand van afgewerkte vloer tot afgewerkte vloer.
Traplengte of trapval: de horizontaleafstandop plan gemetenvan de eerste trede tot en met de laatste trede(het
welstuk).
Vrije hoogte: de afstand die moet gevrijwaard blijven tussen de voorkant van een trede en de onderkant van de
verdiepingsvloer.
Deze vrije hoogte bepaalt de insprong, hoe ver de verdiepingshoogte boven de trap kan uitsteken.
Optrede: is de verticale afstand tussen twee opeenvolgende tredevlakken.
Aantrede: de horizontale afstand tussen de neus(of het stootbord) van twee opeenvolgende traptreden, gemeten
op de looplijn.
Tredevlak: het stuk van de trap waar je je voet op zet (aantrede+ neus)
,Stootbord: het verticale verbindingsstuk tussen twee opeenvolgende treden.
Het welstuk is de laatste trede van de trap die moet aansluiten op het bordes of op de
verdiepingsvloer (ong 7 cm)
Trappen worden op plan aangeduid aan de hand van een stijglijn(pijl) en een onderbrekingslijn die aangeeft dat
de trap doorgesneden wordt. Traptreden worden genummerd.
Alle lijnen boven de onderbrekingslijn worden in streepjeslijngetekend(want eigenlijk onzichtbaar op het plan).
Alles eronder in volle lijn
Rechte steektrap: de klassieke rechttoe-rechtaantrap
Scheve steektrap: een weinig gebruikte variant.
Enkel-scheluwe trap: de trap begint met een aantal
verdreven treden.
Dubbel-scheluwe trap: met verdreven treden aan het begin
en aan het einde.
Een bordes is een platform dat twee traparmen onderbreekt en verbindt; bijvoorbeeld als de trap van richting
verandert.
Bordestrap ( of palier) om de 15 à 16 treden een bordes en
een lengtebordes om de 4à5 aantreden
Kwartdraaitrap
, Enkele kwart draai trap met beneden kwart/met boven kwart.
Dubbele kwartdraaitrap
Spiltrap
Draaientrap waarvan alle treden
samenkomen in een punt (de spil)
Onvolledige spiltrap
Wenteltrap
Een draaitrap waarvan de treden niet in 1 punt
samenkomen
Spiltrap(links) versus wenteltrap(rechts).
, Een luie trap is makkelijker begaanbaar, maar neemt meer plaats in, steile trap omgekeerd.
Om een vlot te belopen trap te bekomen mag de stijgingshoek max 45° zijn.
Voorbeeld werkblad verbinding
Bloktrede : de eerste trede is groter dan de andere, optioneel en enkel van esthetische aard:
Traphoogte: is de verdiepingshoogte, de verticale afstand van afgewerkte vloer tot afgewerkte vloer.
Traplengte of trapval: de horizontaleafstandop plan gemetenvan de eerste trede tot en met de laatste trede(het
welstuk).
Vrije hoogte: de afstand die moet gevrijwaard blijven tussen de voorkant van een trede en de onderkant van de
verdiepingsvloer.
Deze vrije hoogte bepaalt de insprong, hoe ver de verdiepingshoogte boven de trap kan uitsteken.
Optrede: is de verticale afstand tussen twee opeenvolgende tredevlakken.
Aantrede: de horizontale afstand tussen de neus(of het stootbord) van twee opeenvolgende traptreden, gemeten
op de looplijn.
Tredevlak: het stuk van de trap waar je je voet op zet (aantrede+ neus)
,Stootbord: het verticale verbindingsstuk tussen twee opeenvolgende treden.
Het welstuk is de laatste trede van de trap die moet aansluiten op het bordes of op de
verdiepingsvloer (ong 7 cm)
Trappen worden op plan aangeduid aan de hand van een stijglijn(pijl) en een onderbrekingslijn die aangeeft dat
de trap doorgesneden wordt. Traptreden worden genummerd.
Alle lijnen boven de onderbrekingslijn worden in streepjeslijngetekend(want eigenlijk onzichtbaar op het plan).
Alles eronder in volle lijn
Rechte steektrap: de klassieke rechttoe-rechtaantrap
Scheve steektrap: een weinig gebruikte variant.
Enkel-scheluwe trap: de trap begint met een aantal
verdreven treden.
Dubbel-scheluwe trap: met verdreven treden aan het begin
en aan het einde.
Een bordes is een platform dat twee traparmen onderbreekt en verbindt; bijvoorbeeld als de trap van richting
verandert.
Bordestrap ( of palier) om de 15 à 16 treden een bordes en
een lengtebordes om de 4à5 aantreden
Kwartdraaitrap
, Enkele kwart draai trap met beneden kwart/met boven kwart.
Dubbele kwartdraaitrap
Spiltrap
Draaientrap waarvan alle treden
samenkomen in een punt (de spil)
Onvolledige spiltrap
Wenteltrap
Een draaitrap waarvan de treden niet in 1 punt
samenkomen
Spiltrap(links) versus wenteltrap(rechts).
, Een luie trap is makkelijker begaanbaar, maar neemt meer plaats in, steile trap omgekeerd.
Om een vlot te belopen trap te bekomen mag de stijgingshoek max 45° zijn.
Voorbeeld werkblad verbinding
Bloktrede : de eerste trede is groter dan de andere, optioneel en enkel van esthetische aard: