Criminologie les 11: sociologische
veranderingen:
Controletheorieëen:
① Sociale controletheorie – Travis HIRSCHI
② Criminaliteit als verzet, motivatie en remmingen –
JONGMAN
③ Control Balance Theory – TITTLE
④ Situationele Controletheorie
⑤ Rationele Keuzebenadering – CORNISH & CLARKE
⑥ Gelegenheidstheorie – FELSON
⑦ Broken-Windowstheorie – WILSON & KELLING
Gaan NIET op zoek naar wat aan de basis ligt van criminaliteit...
... Gaan WEL op zoek naar waarom het ene individu toegeeft aan
druk om criminaliteit te plegen & een ander niet
Hirschi:
→ Waarom plegen jongeren AL DAN NIET criminaliteit? :
= (zijn uitgangspunt): Wanneer sociale band met omgeving
is verbroken/verstoord
→ IMMERS – een goed ontwikkelde band met de samenleving
weerhoudt jongeren van crimineel en deviant gedrag:
→ 4 elementen bepalen de band met de omgeving:
1) ATTACHMENT (Gehechtheid) ≈ Affectief niveau:
↬ Band met belangrijke personen
↬ Mensen worden amoreel geboren
– aanleren waarden & normen gebeurt
enkel doordat het kind een band heeft
met anderen (gebeurt via belangrijke
personen)
↬ Sterke band : normen overnemen
↬ Gebrek aan een band :
ongevoelig voor anderen, normen
makkelijker overtreden
2) COMMITMENT (Betrokkenheid) ≈ Cognitief
niveau:
, ↬ Betrokkenheid in sociale
subsystemen = doorslaggevend bij
plegen van criminaliteit
↬ Als je in subsysteem zit leidt dit
tot erkenning, waardering en zelfs
beloning
↬ Individu zou dit alles kwijt
geraken bij het plegen van criminaliteit
3) INVOLVEMENT (Inzet) ≈ Gedragsmatig niveau:
↬ Mate van actief functioneren in
subsystemen
↬ Hoe meer geëngageerd binnen
subsystemen, hoe meer energie, tijd &
aandacht daar naar gaat
↬ Weinig tijd om criminaliteit te
plegen
4) BELIEFS (Overtuiging, Geloof) ≈ Evaluatief
niveau:
↬ Geloof in morele waarden &
normen van de samenleving
↬ Hoe minder iemand ervan
overtuigd is, hoe groter de kans op
criminaliteit
↬ Sterke binding met normen en
waarden betekent weinig kans op
overtreding
= 4 onafhankelijke dimensies die wel met elkaar verbonden zijn
= Hoe sterker elk niveau, hoe sterker de band met de omgeving (=
drempel tegen criminaliteit!!)
Jongman = criminaliteit als verzet, motivatie + remmingen:
veranderingen:
Controletheorieëen:
① Sociale controletheorie – Travis HIRSCHI
② Criminaliteit als verzet, motivatie en remmingen –
JONGMAN
③ Control Balance Theory – TITTLE
④ Situationele Controletheorie
⑤ Rationele Keuzebenadering – CORNISH & CLARKE
⑥ Gelegenheidstheorie – FELSON
⑦ Broken-Windowstheorie – WILSON & KELLING
Gaan NIET op zoek naar wat aan de basis ligt van criminaliteit...
... Gaan WEL op zoek naar waarom het ene individu toegeeft aan
druk om criminaliteit te plegen & een ander niet
Hirschi:
→ Waarom plegen jongeren AL DAN NIET criminaliteit? :
= (zijn uitgangspunt): Wanneer sociale band met omgeving
is verbroken/verstoord
→ IMMERS – een goed ontwikkelde band met de samenleving
weerhoudt jongeren van crimineel en deviant gedrag:
→ 4 elementen bepalen de band met de omgeving:
1) ATTACHMENT (Gehechtheid) ≈ Affectief niveau:
↬ Band met belangrijke personen
↬ Mensen worden amoreel geboren
– aanleren waarden & normen gebeurt
enkel doordat het kind een band heeft
met anderen (gebeurt via belangrijke
personen)
↬ Sterke band : normen overnemen
↬ Gebrek aan een band :
ongevoelig voor anderen, normen
makkelijker overtreden
2) COMMITMENT (Betrokkenheid) ≈ Cognitief
niveau:
, ↬ Betrokkenheid in sociale
subsystemen = doorslaggevend bij
plegen van criminaliteit
↬ Als je in subsysteem zit leidt dit
tot erkenning, waardering en zelfs
beloning
↬ Individu zou dit alles kwijt
geraken bij het plegen van criminaliteit
3) INVOLVEMENT (Inzet) ≈ Gedragsmatig niveau:
↬ Mate van actief functioneren in
subsystemen
↬ Hoe meer geëngageerd binnen
subsystemen, hoe meer energie, tijd &
aandacht daar naar gaat
↬ Weinig tijd om criminaliteit te
plegen
4) BELIEFS (Overtuiging, Geloof) ≈ Evaluatief
niveau:
↬ Geloof in morele waarden &
normen van de samenleving
↬ Hoe minder iemand ervan
overtuigd is, hoe groter de kans op
criminaliteit
↬ Sterke binding met normen en
waarden betekent weinig kans op
overtreding
= 4 onafhankelijke dimensies die wel met elkaar verbonden zijn
= Hoe sterker elk niveau, hoe sterker de band met de omgeving (=
drempel tegen criminaliteit!!)
Jongman = criminaliteit als verzet, motivatie + remmingen: