1. De zintuigen
- Waarnemen gebeurt door receptoren (= sensoren)
Liggen meestal in gespecialiseerde organen = zintuigen
Ontvangen prikkel + ‘vertalen’ het in impulsen door centra in hersenschors verwerkt
- Prikkel steeds in één taal omgezet = elektriciteit
'Vertalen' = bepaalde vorm van energie omgezet in elektrische energie
- Prikkel = pas omgezet in impuls wanneer prikkeldrempel van receptor bereikt wordt
Wanneer prikkelsterkte toeneemt, ontstaan er per tijdseenheid meer impulsen
Prikkelsterkte verhoogt constateren toename van impulsfrequentie
Let op: sterkte van elektriciteit van impuls neemt niet toe met toenemende prikkelsterkte!
- Op grond van specifieke prikkelgevoeligheid worden 4 typen receptoren onderscheiden:
o Chemische receptor = gevoelig voor verandering van chemische samenstelling rondom cellen
Veroorzaakt door o.a. reuk- en smaakstoffen, koolstofdioxide, zuurstof en zuren
Vb. smaakzintuigcellen op tong, reukzintuig in neus
o Mechanische receptor = geprikkeld door verandering van eigen celvorm
Vormverandering treedt op o.i.v. mechanische krachten (druk, trillingen, trekspanning of
bewegingen van omringende vloeistof)
Vb. pijn-, tast- en drukzintuigen in huid, bloeddruksensoren in wand van aorta
o Temperatuurreceptor = registreren temperatuurveranderingen
In huid = zich warmte- en koudezintuigen
Ook in centraal zenuwstelsel liggen temperatuurreceptoren (temperatuur bloed)
o Lichtreceptor (= fotosensoren) = licht is prikkel voor deze zintuigcellen
Licht = vorm van elektromagnetische straling
In lichaam komen ze maar op 1 plaats voor: in je ogen
- Elk type receptor is gevoelig voor bepaald soort prikkel = adequate prikkel
- Meeste receptoren liggen in organen die gespecialiseerd zijn in opvangen van adequate prikkels:
o Neus (reukzintuig): ruiken
o Oren (gehoorzintuig + evenwichtszintuig): horen + stand van hoofd en lichaam handhaven
o Tong (smaak- en tastzintuig): proeven, tast/druk, warmte/koude
o Huid (gevoelszintuig): huidgevoel, zoals druk, tast, warmte/koude, pijn, trillingen
o Ogen (gezichtszintuig): zien
A) De neus
- Boven in linker + rechter neusholte = reukslijmvlies
Oppervlakte van ± 2,5 cm²
Erin: 100 miljoen reukzintuigcellen = chemische receptoren
Uitlopers van zintuigcellen lopen in bundeltjes naar reukzenuw in schedelholte
, - Vluchtige stoffen in ingeademde lucht lossen op in slijm van reukslijmvlies
In opgeloste vorm gaan ze chemische verbinding aan met trilharen van zintuigcellen
Gevormde verbinding vormt prikkel die door zintuigcellen in impulsen wordt omgezet
Impulsen bereiken via reukzenuw het centrale zenuwstelsel
De neus en het reukslijmvlies
1) Hersenen
2) Reukzenuw
3) Neusholte
4) Geurstoffen
5) Reukkolf (uiteinde reukzenuw)
6) Zeefbeen
7) Uitlopers van reukzintuigcellen
8) Reukzintuigcel
9) Slijmvliescel
10) Slijm
11) Trilharen van de reukzintuigcel ⇒
= impulsrichting
12)
B) Het oor
- Oor = complex zintuig met binnenin 2 typen mechanische receptoren
Geluidstrillingen + bewegingen van hoofd waargenomen
- Met oren kun je horen
Buitenoor = prikkelopvangende gedeelte van oor
Bestaat uit: oorschelp, uitwendige gehoorgang + trommelvlies
- In middenoor (= prikkelgeleidend) = holte met 3 gehoorbeentjes: hamer, aambeeld, stijgbeugel
Zitten met beweeglijke gewrichtjes aan elkaar vast
- Trilling van trommelvlies brengt 3 beentjes achtereenvolgens in trilling
Trilling = bij deze drievoudige overbrenging 20 x versterkt
Zeer hard geluid beetje gedempt door klein spiertje aan trommelvlies
- Holte = ook trommelholte genoemd
Met buitenwereld verbonden via buis van Eustachius mond uit in keelholte
Buis zorgt dat druk in middenoor gelijk is aan buitendruk
- Receptoren (= prikkelverwerkende) = in slakkenhuis in binnenoor
Binnenoor staat met vlies in contact met middenoor
Slakkenhuis = gevuld met vocht trillingen naar zintuigcellen geleidt
Trillingen omgezet in impulsen + via gehoorzenuw naar centrale zenuwstelsel doorgegeven
- In binnenoor = ook evenwichtszintuig
Receptoren verspreid in 3 halvecirkelvormige kanalen in 3D structuur haaks op elkaar
Kanalen = gevuld met vocht + op bepaalde plaatsen kristallen in = gehoorsteentjes (otolieten)