Juist/Fout
1. Deductie en inductie kunnen, in deze volgorde, sequentieel worden gebruikt.
(FOUT)
Deductie en inductie worden sequentieel gebruikt in de volgorde: Inductie è Deductie.
Inductie = Komen tot een probleemstelling è Deductie = Theorie testen.
2. Een enquête kan dienstig zijn voor een niet-gestructureerd, exploratief onderzoek.
(JUIST)
Alle onderzoeksmethoden kunnen zowel open als gestructureerd gebruikt worden.
3. Bij observationeel onderzoek zijn checklists een voorbeeld van pre-coded,
gestructureerd aanpak. (FOUT)
Checklists kan men gebruiken om een meer semigestructureerde onderzoeksmethoden toe te
passen. De onderzoeker is niet vereist om elke vraag hierbinnen te beantwoorden. Is meer
een aide-mémoire om de onderzoeker te leiden in de dingen waarnaar hij zoekt.
Pre-coded: De onderzoeker heeft een goed idee wat de mogelijke antwoorden kunnen zijn.
Hij is geïnteresseerd in de frequenties waarin de verschillende opties worden uitgedrukt. Het
is een op voorhand gemaakte lijst van antwoorden waaruit de respondenten kunnen kiezen.
4. Bij experimenten is de “treatment” de afhankelijke variabele. (FOUT)
Treatment is een ander woord voor onafhankelijke variabele. Het is een variabele dat de
onderzoeker rechtstreeks kan manipuleren.
Afhankelijke variabele= Een observeerbaar uitkomst.
5. In een enquête zijn classificatievragen bedreigender dans identificatievragen.
(FOUT)
Identificatievragen zijn bedreigender dan classificatievragen.
6. Door enkele items van een schaal negatief te formuleren vermindert het gevaar op
“common method variance”. (FOUT)
Door items door elkaar te gooien daalt het risico op common method variance.
Door enkele items van een schaal negatief te formuleren daalt het risico op halo-effecten.