6 Kraakbeen
Inleiding
Gespecialiseerde vorm van bindweefsel
Typische elastische consistentie van de extracellulaire matrix
o Weerstand tegen druk
Zonder blijvende veranderingen
Kleine trekvastheid (>< botweefsel)
Op verschillende plaatsen in lichaam: verschillende functies
o Steun aan weke delen
o Verbinding botten
o Lagering voor gewrichten
o Rol bij aanleg en groei pijpbeenderen
Uit cellen (chondrocyten)
o Groepsgewijs in holten (lacunae) van de extracellulaire matrix
o Uitscheiding van de extracellulaire matrix
Uit collageen, hyaluronzuur, proteoglycanen, beetje glycoproteïnen
(elastisch kraakbeen: ook elastine)
Veerkracht kraakbeenmatrix
o Elektrostatische verbindingen tussen collageenvezels en glycosaminoglycaanketens
o Vasthouden van water door negatief geladen glycosaminoglycaanketens
o Buigbaarheid en onderlinge verschuifbaarheid van collageenvezels
Veel collageen weinig vervormbaar: op plaatsen waar kraakbeen weerstand moet bieden
Veel elastische vezels, minder collagene buigbaar: minder druk- of trekkrachten
o Vb. uitwendige oor
Niet gevasculariseerd; geen lymfevaten; geen zenuwen; trage stofwisseling
Kraakbeenmatrix: weefselvloeistof
o 75% van het natte gewicht van kraakbeen
o Transportmedium: voeding vanuit omringende weefsels
Perichondrium
o Kapsel van dicht bindweefsel
Bevat veel collagene vezels van type I
Cellen lijken fibroblasten; kunnen differentiëren tot condroblasten/-cyten
o Omsluit kraakbeen overal, behalve op gewrichtsvlakken
o Naar buiten: overgang in losmazig bindweefsel
o Naar binnen: overgang in kraakbeenweefsel
o Essentieel voor groei en instandhouding kraakbeen
o Bloedvaten van waaruit kraakbeen wordt gevoed
o Gewrichtskraakbeen: geen perichondrium
Zuurstof en voedingsstoffen door diffusie vanuit synoviale vloeistof
3 vormen kraakbeen
o Hyalien kraakbeen
Matrix vnl. uit collageen type II
o Elastisch kraakbeen
Collageen type II en veel elastische vezels
o Vezelig kraakbeen
Weerstaat druk- en trekkrachten goed
Inleiding
Gespecialiseerde vorm van bindweefsel
Typische elastische consistentie van de extracellulaire matrix
o Weerstand tegen druk
Zonder blijvende veranderingen
Kleine trekvastheid (>< botweefsel)
Op verschillende plaatsen in lichaam: verschillende functies
o Steun aan weke delen
o Verbinding botten
o Lagering voor gewrichten
o Rol bij aanleg en groei pijpbeenderen
Uit cellen (chondrocyten)
o Groepsgewijs in holten (lacunae) van de extracellulaire matrix
o Uitscheiding van de extracellulaire matrix
Uit collageen, hyaluronzuur, proteoglycanen, beetje glycoproteïnen
(elastisch kraakbeen: ook elastine)
Veerkracht kraakbeenmatrix
o Elektrostatische verbindingen tussen collageenvezels en glycosaminoglycaanketens
o Vasthouden van water door negatief geladen glycosaminoglycaanketens
o Buigbaarheid en onderlinge verschuifbaarheid van collageenvezels
Veel collageen weinig vervormbaar: op plaatsen waar kraakbeen weerstand moet bieden
Veel elastische vezels, minder collagene buigbaar: minder druk- of trekkrachten
o Vb. uitwendige oor
Niet gevasculariseerd; geen lymfevaten; geen zenuwen; trage stofwisseling
Kraakbeenmatrix: weefselvloeistof
o 75% van het natte gewicht van kraakbeen
o Transportmedium: voeding vanuit omringende weefsels
Perichondrium
o Kapsel van dicht bindweefsel
Bevat veel collagene vezels van type I
Cellen lijken fibroblasten; kunnen differentiëren tot condroblasten/-cyten
o Omsluit kraakbeen overal, behalve op gewrichtsvlakken
o Naar buiten: overgang in losmazig bindweefsel
o Naar binnen: overgang in kraakbeenweefsel
o Essentieel voor groei en instandhouding kraakbeen
o Bloedvaten van waaruit kraakbeen wordt gevoed
o Gewrichtskraakbeen: geen perichondrium
Zuurstof en voedingsstoffen door diffusie vanuit synoviale vloeistof
3 vormen kraakbeen
o Hyalien kraakbeen
Matrix vnl. uit collageen type II
o Elastisch kraakbeen
Collageen type II en veel elastische vezels
o Vezelig kraakbeen
Weerstaat druk- en trekkrachten goed