100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Klinisch Biologische Psychologie (18/20) - Samenvatting

Beoordeling
-
Verkocht
1
Pagina's
83
Geüpload op
22-05-2024
Geschreven in
2022/2023

Samenvatting hoorcolleges: info uit powerpoints + eigen notities Thema's: neurobiologische perspectieven op ASS, Parkinson en gerelateerde aandoeningen, Verslaving, Schizofrenie, Non-invasieve hersenstimulatie & Depressieve stoornissen. Behaald cijfer met deze samenvatting: 18/20

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Geüpload op
22 mei 2024
Aantal pagina's
83
Geschreven in
2022/2023
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

KLINISCHE BIOLOGIE – SAMENVATTING

Klinische Biologie – samenvatting ........................................................................................................................... 1

Neurobiologische perspectieven op autisme.......................................................................................................... 3

Wat is autisme..................................................................................................................................................... 3

Cognitieve theorieën van autisme ...................................................................................................................... 3

neuro-ontwikkeling ............................................................................................................................................. 4

belangrijke hersennetwerken ............................................................................................................................. 6

neurobiologische theorieën .............................................................................................................................. 10

integratief kader................................................................................................................................................ 13

klinische toepassingen? .................................................................................................................................... 14

De ziekte van parkinson & gerelateerde stoornissen ........................................................................................... 20

1. Hersengebieden en functies ................................................................................................................... 20

2. De ziekte van parkinson .......................................................................................................................... 21

3. Gerelateerde stoornissen ....................................................................................................................... 28

4. Rol van de psycholoog ............................................................................................................................ 34

Verslaving .............................................................................................................................................................. 37

1. inleiding .................................................................................................................................................. 37

2. beloningssystemen ................................................................................................................................. 38

3. executieve systemen .............................................................................................................................. 44

4. stress ....................................................................................................................................................... 45

5. overzicht ................................................................................................................................................. 46

Schizofrenie ........................................................................................................................................................... 47

1. Kenmerken .............................................................................................................................................. 47

2. Erfelijkheid .............................................................................................................................................. 48

omgevingsinvloeden ......................................................................................................................................... 49

ontwikkeling ...................................................................................................................................................... 52

Dopaminehypothese ......................................................................................................................................... 54

motoriek en forward models ............................................................................................................................ 56

, evolutionaire paradox ....................................................................................................................................... 58

Non-invasieve hersenstimulatie............................................................................................................................ 59

1. Inleiding .................................................................................................................................................. 59

2. Non-invasieve hersenstimulatie (NIBS) en toepassingen ....................................................................... 59

3. Toekomstige technieken/ methodieken ................................................................................................. 62

4. Nibs in onderzoek ................................................................................................................................... 63

5. demostraties ........................................................................................................................................... 67

Depressieve stoornissen ....................................................................................................................................... 69

Het depressieve brein ....................................................................................................................................... 69

Cognitieve bias: een negatieve bril ................................................................................................................... 75

conclusie............................................................................................................................................................ 83

,NEUROBIOLOGISCHE PERSPECTIEVEN OP AUTISME

WAT IS AUTISME


DSM-V

• Blijvende tekorten in de sociale communicatie en interactie (vooral onvoorspelbare situaties
waarin er veel prikkels zijn en waarin interactie snel en automatisch moeten gebeuren)
• Beperkte zich herhalende gedragspatronen (repitetieve gedragingen), beperkte interesses en
activiteiten (specifieke interesses die zich kunnen ontwikkelen tot talenten)
• Aanwezig vanaf de vroegste kindertijd (diagnose wordt gesteld vanaf 3-5 jaar of later)
• Veroorzaken klinisch significante lijdensdruk of beperkingen (hoeft niet altijd op alle domeinen
neerslag te hebben)

MAAR OOK: Nood aan voorspelbaarheid (anders heel stresserend), sterktes en talenten, vermoeidheid (bv.
mensen met autisme die na een avond met vrienden 3-4 dagen nodig hebben om terug energie te hebben),
detailgerichtheid, hyper/hypo sensitiviteit/reactiviteit ten aanzien van prikkels…

COGNITIEVE THEORIEËN VAN AUTISME


THEORY OF MIND

• Het perspectief van iemand anders kunnen innemen.
• Mentale toestanden van anderen en jezelf lezen en begrijpen
• Mentaliseren = + daar adequaat op reageren.
• Gedachten, gevoelens, wensen, ideeën, overtuigingen…

Bij mensen met autisme is het mentaliseren of het vermogen om dat perspectief van anderen in te nemen
minder ontwikkeld. Het is niet dat ze het niet kunnen maar het wordt wel moeilijker in situaties die
onvoorspelbaar zijn, waar het snel gaat, veel prikkels, veel mensen of situaties waarin een hoog stressniveau is.


EXECUTIEF DYSFUNCTIONEREN

• Helpen ons denken en handelen te sturen, te coördineren
• Belangrijk voor adaptief gedrag
• Metacognitie: Denken over ons denken
• Kunnen ook talenten zijn!

Er zijn enorm veel verschillen tussen mensen dus zo zijn er ook mensen met
autisme die enorm goed zijn in het plannen en organiseren van taken. Dus altijd
belangrijk om een goed individueel beeld te krijgen van de persoon.

, CENTRALE COHERENTIE

• Meer zien dan enkel de delen, samenhang zien → bij mensen met autisme zou dit minder vlot
verlopen waardoor ze eerder fragmenten zien en focussen op details. Echter gaat het eerder over
een voorkeur naar details in plaats van een zwakke coherentie. De details worden bij mensen met
autisme sneller opgepikt.
• Prikkels integreren, associëren
• Samenhang tussen deel en geheel, oorzaak en gevolg, hoofdzaak en bijzaak… → moeilijk bij
studeren
• Generaliseren van geleerde informatie (indien je iemand nieuwe vaardigeheden aanleert kan het
zijn dat dat goed gaat maar in een andere context niet goed gaat, het overbrengen of
generaliseren naar andere contexten kan dus moeilijk lopen dus misschien best meegaan de
eerste keer naar de andere contexten).
• Bij autisme: Voorkeur voor fragmentarische informatieverwerking

NEURO-ONTWIKKELING

Bij autisme gebeurt de
ontwikkeling anders.

Je hebt verschillende theorieën die
hiervoor een verklaring proberen te
geven.




EARLY BRAIN OVERGROWTH THEORY

• Vroege groei van de hersenen -> Stagnatie -> Potentiële
degeneratie
• Nefast voor de ontwikkeling van connectiviteit: Excessieve lokale
connecties vs gereduceerde langeafstands-connecties
• Lokale overconnectiviteit: Eilandjes van excellentie, talenten
• Langeafstands onderconnectiviteit: Moeilijkheden in
vaardigheden die sensorische en cognitieve integratie vergen

Vroege overgroei van hersencellen, -netwerken. In sommige gevallen leidt dat
tot een stagnatie (groei stopt maar daalt niet) en bij anderen zien we een
degeneratie (groei gaat achteruit). Vaardigheden die plots verloren gaan.

Volgens deze theorie zouden ook mensen met autisme met een lager IQ een
verklaring kunnen vinden in die degeneratie van neuronen.

Connectiviteit is belangrijk voor communicatie van verschillende hersengebieden. We zien door de vroege
overgroei dat lokale gebieden zeer sterk geconnecteerd geraken en meer communiceren met elkaar maar
gebieden die verder van elkaar liggen niet. De over connectiviteit leidt dan tot talenten en de lange-afstands
onderconnectiviteit leidt tot moeilijke integratie en het is vooral om die reden dat het binnen communicatie

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
syriafarroni Vrije Universiteit Brussel
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
26
Lid sinds
1 jaar
Aantal volgers
8
Documenten
8
Laatst verkocht
1 maand geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via Bancontact, iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo eenvoudig kan het zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen