Hoofdstuk 8: Validiteit en betrouwbaarheid van
meetinstrumenten
Inleiding
- Beoordelen van de kwaliteit van de verzamelde data a.d.h.v. validiteit en
betrouwbaarheid van gebruikte meetinstrumenten = psychometrische
eigenschappen (bepalend voor succes van een studie)
o Validiteit (hoe nauwkeurig is het meetinstrument)
o Hoe betrouwbaar is het meetinstrument
Voor dat je je onderzoek doet moet je zien dat u meetinstrument aan de 2
punten hierboven voldoet.
- Bv. Bepaalde behandeling/therapie:
“Geen (positief) effect op flexibiliteit...” OF
o De behandeling is in werkelijkheid niet effectief (er is niets aan de pp
veranderd)
o Instrument niet in staat om verbetering te meten Is flexibiliteit wel “juist”
gemeten?
1) Validiteit van instrumenten
- Validiteit = de mate waarin de test of het instrument meet wat het bedoelt te meten
o Geldigheid
o Accuraatheid: meet je wel wat je wil meten?
- Belangrijkste criterium van een instrument (!)
o Degelijkheid van de test
Zal bepalen hoe goed of slecht je meetinstrument is of hoe goed of hoe slecht je
meetresultaten zijn.
1.1 Soorten validiteit
1.1.1 Logische validiteit
‛= Basisvoorwaarde
- Wordt soms ‘face validity’ genoemd voor de hand liggend, duidelijk
We gaan meten wat we bedoelen te meten. Normaal gezien moet elk
meetinstrument logisch zijn
- Test of instrument is per definitie valide
o VB. Statisch evenwicht Staan op één been
o VB. Loopsnelheid Tijd over afstand
, - Geen statistische manier om logische validiteit te bepalen (iets logisch vinden is
subjectief)
- Meestal meer objectieve valideringsmethoden gewenst
De test moet ook logisch zijn voor de pp, hij kan ook zou beter presteren en begrijpt wat de
nut daaraan is.
1.1.2 Inhoudelijke validiteit
- Meestal gebruikt in onderwijscontext of bij onderzoek a.d.h.v. vragenlijsten,
interviews:
o VB. Onderwijscontext: als het examen dekt wat in de les is gegeven op
basis van doelstellingen van het vak
o VB. Attitudemeting: vragenlijst met verschillende items die peilen naar
hindernissen sportbeoefening zijn de items onder te brengen onder
inhoudelijke categorieën (zijn de vragen in categorieën deelbaar), zoals
bedoeld door onderzoeker?
We kunnen aan een expert (iemand buiten onderzoek) de vragen laten lezen
om te zien als hij ook de vragen in zo’n categorie zou zetten.
- Ook geen statistische manier om inhoudelijke validiteit te bepalen, wordt beoordeeld
door experten.
Het is een subjectieve vorm om het valide te noemen.
1.1.3 Criterium validiteit
- Meest objectieve vorm van validiteit (!)
- Validiteit kunnen aantonen op een objectieve manier, instrument wordt gevalideerd
t.o.v. een bep. Criterium
Meetresultaten vergelijken met de resultaten die je krijgt met een criteria,
afhankelijk van het criterium kunnen we ook 2 vormen van validiteit zien
- Twee soorten criterium validiteit:
o Concurrente validiteit
o Predictieve validiteit
Concurrente validiteit:
- Relateren van het instrument met criterium op (quasi) hetzelfde moment (~
‘concurrently’). Je gaat je test met jouw meetinstrument en de test met de gouden
standaard op quasi hetzelfde moment doen.
- Criterium is een reeds gevalideerd, aanvaard instrument OF scores van beoordelaars
(= “gouden standaard”)
meetinstrumenten
Inleiding
- Beoordelen van de kwaliteit van de verzamelde data a.d.h.v. validiteit en
betrouwbaarheid van gebruikte meetinstrumenten = psychometrische
eigenschappen (bepalend voor succes van een studie)
o Validiteit (hoe nauwkeurig is het meetinstrument)
o Hoe betrouwbaar is het meetinstrument
Voor dat je je onderzoek doet moet je zien dat u meetinstrument aan de 2
punten hierboven voldoet.
- Bv. Bepaalde behandeling/therapie:
“Geen (positief) effect op flexibiliteit...” OF
o De behandeling is in werkelijkheid niet effectief (er is niets aan de pp
veranderd)
o Instrument niet in staat om verbetering te meten Is flexibiliteit wel “juist”
gemeten?
1) Validiteit van instrumenten
- Validiteit = de mate waarin de test of het instrument meet wat het bedoelt te meten
o Geldigheid
o Accuraatheid: meet je wel wat je wil meten?
- Belangrijkste criterium van een instrument (!)
o Degelijkheid van de test
Zal bepalen hoe goed of slecht je meetinstrument is of hoe goed of hoe slecht je
meetresultaten zijn.
1.1 Soorten validiteit
1.1.1 Logische validiteit
‛= Basisvoorwaarde
- Wordt soms ‘face validity’ genoemd voor de hand liggend, duidelijk
We gaan meten wat we bedoelen te meten. Normaal gezien moet elk
meetinstrument logisch zijn
- Test of instrument is per definitie valide
o VB. Statisch evenwicht Staan op één been
o VB. Loopsnelheid Tijd over afstand
, - Geen statistische manier om logische validiteit te bepalen (iets logisch vinden is
subjectief)
- Meestal meer objectieve valideringsmethoden gewenst
De test moet ook logisch zijn voor de pp, hij kan ook zou beter presteren en begrijpt wat de
nut daaraan is.
1.1.2 Inhoudelijke validiteit
- Meestal gebruikt in onderwijscontext of bij onderzoek a.d.h.v. vragenlijsten,
interviews:
o VB. Onderwijscontext: als het examen dekt wat in de les is gegeven op
basis van doelstellingen van het vak
o VB. Attitudemeting: vragenlijst met verschillende items die peilen naar
hindernissen sportbeoefening zijn de items onder te brengen onder
inhoudelijke categorieën (zijn de vragen in categorieën deelbaar), zoals
bedoeld door onderzoeker?
We kunnen aan een expert (iemand buiten onderzoek) de vragen laten lezen
om te zien als hij ook de vragen in zo’n categorie zou zetten.
- Ook geen statistische manier om inhoudelijke validiteit te bepalen, wordt beoordeeld
door experten.
Het is een subjectieve vorm om het valide te noemen.
1.1.3 Criterium validiteit
- Meest objectieve vorm van validiteit (!)
- Validiteit kunnen aantonen op een objectieve manier, instrument wordt gevalideerd
t.o.v. een bep. Criterium
Meetresultaten vergelijken met de resultaten die je krijgt met een criteria,
afhankelijk van het criterium kunnen we ook 2 vormen van validiteit zien
- Twee soorten criterium validiteit:
o Concurrente validiteit
o Predictieve validiteit
Concurrente validiteit:
- Relateren van het instrument met criterium op (quasi) hetzelfde moment (~
‘concurrently’). Je gaat je test met jouw meetinstrument en de test met de gouden
standaard op quasi hetzelfde moment doen.
- Criterium is een reeds gevalideerd, aanvaard instrument OF scores van beoordelaars
(= “gouden standaard”)