KEUZEVAK: KINDEREN EN JONGEREN MET
GEDRAGS- EN EMOTIONELE EN
PSYCHOSOCIALE PROBLEMEN
1. WIE ZIJN ZE?
1.1. INLEIDING
- Complexe doelgroep
- DE aanpak bestaat niet
- Grote groep in de DSM5
- Kind holistisch benaderen
Handelen aanpassen aan noden van elk uniek kind
Multifactorieel
- Kindfactoren
- Omgevingsfactoren
- Combinatie van beide
1.2. VANUIT EEN OPLOSSINGSGERICHTE VISIE
- Kracht- en competentiegerichte aanpak
- Oplossingsgerichte insteek
- Oorzaak van het gedrag biedt geen handvaten
- Krachten blootleggen en versterken
1.3. WAT IS GEDRAG?
- Gedrag stel je iet zomaar
- Met gedrag maak je iets duidelijk
- Contextueel en relationeel perspectief
1.3.1. GEDRAG HERKEDEREN
- Ander perspectief leidt tot anders handelen
1.3.1.1. GERDAG IS REACTIE
- Uitgangpunt: wet van actie reactie
- Reactie op wat?
- Belang van goede observatie
1.3.1.2. GEDRAG IS COMMUNICATIE
- Uitgangspunt: je kunt niet niet communiceren
- Wat zou het kind met het gedrag willen zeggen?
- Betekenis geven aan gedrag
1
, 1.3.1.3. GEDRAG IS RELATIONEEL
- Uitgangspunt: gedrag ontstaat in relatie
- In verbinding gaan vanuit orthopedagogische grondhouding
- Hoe benader ik de jongere?
- Gedrag is uitnodiging/ uitdaging om in relatie te treden
1.3.1.4. GEDRAG IS CONTEXTUEEL
- Uitgangspunt: gedrag staat niet op zichzelf
- Gedrag wordt steeds beïnvloed
- Wie of wat is de context?
1.3.2. WAT IS PROBLEEMGEDRAG?
= Gedrag waar je jou machteloos voelt als begeleider
- Probleemgedrag als er een nood niet voldaan is
- Moeilijk begrijpbaar gedrag
Moeilijk te hanteren gedrag
- Herkaderen: probleemgedrag is betekenisvol gedrag
- Jongere wil gezien en gehoord worden
1.3.3. ONDERSTEUNEN EN GEDRAG
- Geen verschil tussen gedrag en probleemgedrag
Gedrag is steeds communicatie
- Zoeken naar welke boodschap er achter dit gedrag zit
Uitdaging
- Welbevinden van alle partijen staat voorop
- Juiste handelingsmogelijkheden biedt meer gewenst gedrag in toekomst
Ruimte voor herstel
2
GEDRAGS- EN EMOTIONELE EN
PSYCHOSOCIALE PROBLEMEN
1. WIE ZIJN ZE?
1.1. INLEIDING
- Complexe doelgroep
- DE aanpak bestaat niet
- Grote groep in de DSM5
- Kind holistisch benaderen
Handelen aanpassen aan noden van elk uniek kind
Multifactorieel
- Kindfactoren
- Omgevingsfactoren
- Combinatie van beide
1.2. VANUIT EEN OPLOSSINGSGERICHTE VISIE
- Kracht- en competentiegerichte aanpak
- Oplossingsgerichte insteek
- Oorzaak van het gedrag biedt geen handvaten
- Krachten blootleggen en versterken
1.3. WAT IS GEDRAG?
- Gedrag stel je iet zomaar
- Met gedrag maak je iets duidelijk
- Contextueel en relationeel perspectief
1.3.1. GEDRAG HERKEDEREN
- Ander perspectief leidt tot anders handelen
1.3.1.1. GERDAG IS REACTIE
- Uitgangpunt: wet van actie reactie
- Reactie op wat?
- Belang van goede observatie
1.3.1.2. GEDRAG IS COMMUNICATIE
- Uitgangspunt: je kunt niet niet communiceren
- Wat zou het kind met het gedrag willen zeggen?
- Betekenis geven aan gedrag
1
, 1.3.1.3. GEDRAG IS RELATIONEEL
- Uitgangspunt: gedrag ontstaat in relatie
- In verbinding gaan vanuit orthopedagogische grondhouding
- Hoe benader ik de jongere?
- Gedrag is uitnodiging/ uitdaging om in relatie te treden
1.3.1.4. GEDRAG IS CONTEXTUEEL
- Uitgangspunt: gedrag staat niet op zichzelf
- Gedrag wordt steeds beïnvloed
- Wie of wat is de context?
1.3.2. WAT IS PROBLEEMGEDRAG?
= Gedrag waar je jou machteloos voelt als begeleider
- Probleemgedrag als er een nood niet voldaan is
- Moeilijk begrijpbaar gedrag
Moeilijk te hanteren gedrag
- Herkaderen: probleemgedrag is betekenisvol gedrag
- Jongere wil gezien en gehoord worden
1.3.3. ONDERSTEUNEN EN GEDRAG
- Geen verschil tussen gedrag en probleemgedrag
Gedrag is steeds communicatie
- Zoeken naar welke boodschap er achter dit gedrag zit
Uitdaging
- Welbevinden van alle partijen staat voorop
- Juiste handelingsmogelijkheden biedt meer gewenst gedrag in toekomst
Ruimte voor herstel
2