1. HISTORIEK
- Oorsprong: Zuid-Amerika
- basisvoeding van Inca’s
e
- in 16 eeuw naar Europa gebracht
- Spaanse veroveraars in huidige Chili en Peru op zoek naar goud en zilver, brachten
aardappel mee naar Europa
- vanuit Zuid-Europa opmars naar het Noorden
- eerst groot wantrouwen in Europa
- loof en besjes waren niet eetbaar, mensen werden ziek
-knollen zagen er heel onappetijtelijk uit
- wijze van voortplanting was anders dan ze kenden, knollen konden zichzelf
vermeerderen (duivels!)
-wetenschappers zagen het nut van de aardappel goedkope en voedzame voeding voor
de arme, ondervoede bevolking
- Ierland was eerst land waar aardappel werd opgenomen in alledaagse voeding
- klimaat te nat voor graan
- aardappels kan groeien in arme grond
- teelt vraagt weinig arbeid vergeleken met graan
- pas in 18e eeuw begonnen Europeanen aardappel echt te eten
- eerst in Pruisen
- Frederik de Grote van Pruisen dwong zijn ondervoede onderdanen onder dreiging
van geweld aardappels te eten
- daarna in Frankrijk
- succes te danken aan Antoine August Parmentier (Hachis parmentier)
- Lodewijk XVI van Frankrijk zocht voedingsmiddel dat zijn volk kon redden van de
hongersnood
- Antoine August Parmentier (apotheker) was krijgsgevangene geweest in Pruisen en had
daar de aardappel leren kennen
- diner aan het hof met alleen maar aardappelen en overtuigde de koning!
- aardappelschotels naar parmentier vernoemd
- grote Franse chefs gingen experimenteren met de knol
- Franse bevolking geraakte ook overtuigd
AARDAPPELZIEKTE 1 miljoen mensen kwamen om, mensen vluchten naar Amerika,
Australië, Groot-Brittannië
2. TEELT
- Behoort tot de ‘nachtschadefamilie’ (tomaat, aubergine, paprika, tabak)
- beruchte familie om de alkaloïden (= natuurlijke gifstoffen) die ze bevatten
- belangrijkste alkaloïde bij aardappel solanine
= bittere smaak, hoogste concentratie in loof en
ogen, symptomen bij overdosis: hoofdpijn,
braken en buikpijn
pas bij overdosis bij eten van 4kg geschilde aardappelen
- aardappel = stengelknol => knol is het opgezwollen deel van de stengel
- knoppen of ogen lopen uit en vormen nieuwe plant (=ongeslachtelijke voortplanting)
- via zaden in bessen geslachtelijke voortplanting
, - in rijen geteeld, op ‘ruggen’ of kleine verhogingen kleinere kans op rotten in periode van
hevige regenval, onkruid kan mechanisch verwijderd worden, vereenvoudigt het machinaal
rooien
- kopen eind mei boven de grond
- loof wordt eerst met bestrijdingsmiddel vernietigd
- knollen blijven 2 tot 3 weken in grond schil kan zich zo verdikken (voorkomt
beschadiging)
3. EIGENSCHAPPEN
Kookeigenschappen
- afhankelijk van verhouding eiwit/zetmeel
- meer eiwit geeft vastere aardappel
- meer zetmeel geeft bloemige aardappel
- verhouding bepaalt door = ras, grondsoort, rijptijd
Vastkokende aardappelen
- meer eiwit
- eiwitten houden zetmeelkorrels vast
- voor bakken, ovenschotel, salade
Bv: nicola, charlotte, rosa
Bloemige aardappelen
- meer zetmeel
- vallen gemakkelijk uit elkaar
- voor koken, puree, frieten
Bv: bintje
Bewaareigenschappen
- primeuraardappelen of nieuwe aardappelen
- onrijpe knolletjes worden geoogst
- slechts 3 maanden groeitijd (geoogst in juli/juli)
- relatief weinig zetmeel
- bewaren niet lang
- aardappel zit los in de schil door wrijven komt schil los
- bewaaraardappelen
- natte aardappelen met vrij veel aarde omgeven worden met warme lucht droog
geblazen (ventilatoren)
- 6 maande groeitijd (geoogst in sept/okt)
- relatief meer zetmeel
- schil zit vast wanneer je erover wrijft
- worden bewaard in geventileerde, donkere en koele (7°C) ruimte
- kiemremmingsmiddelen worden soms gebruikt
Kaliber
- krielaardappelen
- gesorteerde, buitenmaatse kleine aardappelen van verschillende rassen
- kunnen primeur of bewaaraardappelen zijn